H3.2 deel 2 + 3.3 deel 1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Pak alvast je boek, schrift, ipad en kom in de lesson up

Laat je huiswerk alvast zien

1, 3, 5 ,6 7, 8, 9, 16, 18, 19, 20, 22,23 

Agenda

• Welkom
• Hoe ging het ook alweer?
• uitleg 3.2 deel 2 + uitleg 3.3
• Opdrachten uit het boek
• Afsluiting

Je hebt een lening van €4.000. Je betaalt in maandelijkse termijnen van €130. De looptijd is drie jaar. Hoeveel kredietkosten betaal je?

3.2 Lenen + 3.3 verzekeren

Leerdoelen:

Aan het eind van de les kan je:

• Verschillende soorten leningen beschrijven
• Uitleggen wat een verzekering is
• Berekenen hoeveel een verzekering is
• Het risico op schade berekenen

3.2 lenen

Consumptief krediet: Een lening dat je gebruikt voor consumptiegoederen

• Lenen voor een telefoon/ televisie etc. 
  
  
• Persoonlijke lening: een vast bedrag lenen dat je in termijnen terugbetaalt
  
  
• Rood staan: geld lenen door tijdelijk een negatief saldo te hebben op je betaalrekening
  
  
• Koop op afbetaling: Je krijgt het product meteen geleverd en betaalt het daarna in vaste bedragen af.

3.2 lenen

Hypotheek:

Lening voor een huis

Het huis is het onderpand van de lening

--> lukt het niet om de lening terug te betalen, dan krijgt de bank het 
het huis om het te verkopen en het geld toch terug te krijgen

3.3 verzekeren

Verzekeraar: de verzekeringsmaatschappij

Verzekerde: de klant die een verzekering afsluit

Wil je zelf weinig financieel risico lopen? 

-> dan zal je jezelf veel verzekeren

-> dat noem je risicoaversie

3.3 verzekeren

Hoe weet je hoe je je verzekerd bent?

De afspraken die je met de verzekeraar maakt staan in een 

polis (of verzekeringspolis)

Wat betaal je:

- Premie

- Eenmalig poliskosten (bij afsluiten van de polis)

- Assurantiebelasting (21%)

3.3 verzekeren

Wel of niet verzekeren?

1. Berekenen kosten van de verzekering
2. Berekenen kosten van het risico
3. Kosten vergelijken met elkaar, kiezen voor de goedkoopste

Hoe:

• 5 minuten zelfstandig werken 
• 10 minuten samenwerken

Hulp:

1. Uitleg lezen in het boek
2. Buurman/ vrouw vragen (niet tijdens stil werken)
3. Docent vragen

Wat:

Opdracht:

• 25, 26, 28
• 31 t/m 36

Klaar:

• Antwoorden nakijken
• Rustig iets voor jezelf

Afsluiting

Volgende les: 3.3 afmaken + casestudy