leerjaar 4 Economie hst 2. les 4 nieuw goed

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

2.4 Wie leent maakt schulden

Geld genoeg?

Wat gaan we doen

- Tweetallen nakijken huiswerk paragraag 2.3

- klassikaal bespreken paragraaf 2.4 Wie leent maakt schulden

- Maken huiswerk paragraaf 2.4 opdracht 1 t/m 13

Nakijken m.b.v. nakijkboek

- Tweetallen

Leerdoelen

• Je leert wat leenvormen zijn en kunt er twee benoemen
• Je leert rekenen met verschillende leenvormen 
• Je leert wat sparen is en kunt de verschillende spaarmotieven benoemen
• je leert wat rente is en waar de hoeveelheid rente van afhankelijk is
• Je leert de rente te berekenen

 Waarom zou je lenen

Leenmotieven

- tijdkoop geld te kort

- hypothecaire lening

- geld lenen voor onverwacht uitgavenelijk geld te kort

- Aankoop van een duurzaam consumptiegoed

De kosten van een lening

Kredietkosten

Kredietkosten = termijn bedrag x aantal termijnen - krediet

Voorbeeld= Meneer Boet heeft € 5.000 geleend. Deze betaald hij terug in 4 jaar. Elk maand € 125. Wat zijn de krediet kosten voor deze lening

Uitwerking; 

€ 125 x 48 = 6.000,- 

6000 - 5000 = € 1000 krediet kosten

Julia wil een scooter kopen en leent € 5000. Deze betaald hij in 120 mnd terug. Elke maand 56,30. Hoeveel zijn de krediet kosten

1. 756
2. 1756
3. 2765
4. 1856

Ali leent € 1000 voor een telefoon. Hij betaald deze terug in 2 jaar. Elke maand € 50.
Wat zijn de kredietkosten van deze lening

Lenen bij een bank

• persoonlijke lening
• doorlopende krediet
• salaris krediet (rood staan op de betaalrekening) 

Lenen bij een leverancier

- Kopen op afbetaling

1. aanbetaling
2. termijn
3. hoge rente

lenen voor een woning

• hypothecaire lening 

1. lage rente
2. lange looptijd
3. onderpand (huis)

vraag 13 Sven en Fatima sluiten een hypo. af van € 320.000. De looptijd van die lening is 30 jaar. Ze betalen 2% rente per jaar. Bereken de rente die ze per jaar betalen

Aan de slag

Maken paragraaf 2.4 opdracht 1 t/m 13

extra aandacht voor opdr. 5,6,7 11 en 13

 allen rekenvragen