Herhaling Grieks; medium/passief

lang...lang geleden...
...hadden we het over iets wat een medium heet, dit beestje keert vaak terug, maar hoe zat het ook alweer precies? 


Je boek gebruiken mag - maak de opdrachten wel (han) solo, zorg dat jij weer weet waar je mee bezig bent ;)
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

lang...lang geleden...
...hadden we het over iets wat een medium heet, dit beestje keert vaak terug, maar hoe zat het ook alweer precies? 


Je boek gebruiken mag - maak de opdrachten wel (han) solo, zorg dat jij weer weet waar je mee bezig bent ;)

Slide 1 - Tekstslide

herhaling: 
het medium; de vorm

Slide 2 - Tekstslide

wat is een kenmerk van het medium imperfectum - naast de persoonsuitgangen?

Slide 3 - Open vraag


welke modus/tijd/persoon/getal heeft ἐφοβοῦ?

Slide 4 - Open vraag

en hoe zat het ook alweer met φοβοῦ?
(welke modus/tijd/persoon/getal)

Slide 5 - Open vraag

Δεῖ ἡμᾶς τούτῳ τῷ ἄνδρι ὡς ἄριστα βοηθῆσαι.
- vertaal je deze inf. voor- of gelijktijdig?
A
voortijdig, want inf praesens
B
gelijktijdig, want inf praesens
C
voortijdig, want inf aoristus
D
gelijktijdig, want inf aoristus

Slide 6 - Quizvraag

Δεῖ ἡμᾶς τούτῳ τῷ ἄνδρι ὡς ἄριστα βοηθῆσαι.
- meestal volgt een AcI op w.w. van spreken, waarnemen of ...

Slide 7 - Open vraag

herhalen AcI pt 2

Slide 8 - Tekstslide

ἠκούσε τὴν οἰκίαν τοὺς ξένους νυκτὸς λιπεῖν
- twee verschillende acc; welke van de twee wordt het onderwerp van de dat-bijzin?
A
τοὺς ξένους = subi.acc.
B
τὴν οἰκίαν = subi.acc.
C
τοὺς ξένους = obi.acc.
D
τὴν οἰκίαν = obi.acc.

Slide 9 - Quizvraag

ἠκούσε τὴν οἰκίαν τοὺς ξένους νυκτὸς λιπεῖν
- kijk goed naar de werkwoordsvormen; vertaal nu de pv, subjectsacc en infinitivus

Slide 10 - Open vraag

kies de correcte vertaling:
Τοὺς δικαστὰς εἶπον δῶρα λαμβάνειν.
A
Ze zeiden dat de juryleden geschenken hadden aangenomen
B
Ze zeiden dat de juryleden geschenken aannamen.
C
Ik zei dat de geschenken de juryleden grepen
D
Ik zei dat de geschenken de juryleden gegrepen hadden

Slide 11 - Quizvraag

Herhaling: trappen van vergelijking

Slide 12 - Tekstslide

De comparativus van 'groot' wordt meestal vertaald met ....

Slide 13 - Open vraag

Er zijn drie andere vertaal-mogelijkheden voor de comparativus.
Welke is géén optie:
A
nogal groot
B
zeer groot
C
te groot
D
het grootst

Slide 14 - Quizvraag

Vaak tref je een comparativus aan bij in een vergelijking: τίς ἐστι βελτίων ἤ συ;
ἤ συ wordt ook wel aangegeven met welke naamval?
A
dativus auctoris
B
genitivus partitivus
C
dativus comparationis
D
genitivus comparationis

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal de zin: τίς ἐστι βελτίων σου;

Slide 16 - Open vraag

Βέλτιον ἐστιν ἀγαθοὺς φίλους ἢ πολλὰ χρήματα ἔχειν. - Βέλτιον heeft welk geslacht?

Slide 17 - Open vraag

Βέλτιον ἐστιν ἀγαθοὺς φίλους ἢ πολλὰ χρήματα ἔχειν. - Βέλτιον ἐστιν is dus een onpersoonlijke uitdrukking.
Vertaal de zin

Slide 18 - Open vraag

herhaling: aanw.vnw.

Slide 19 - Tekstslide

τοις ἐκεινοις θεοις
τοις τουτοις θεοις
τοις τοισδε θεοις
met deze goden
door die goden (daar bij jou)
voor die goden (daarginds)

Slide 20 - Sleepvraag

αὑτη / αὐτη
de eerste vorm is het aanwijzend vnw. - hoe vertaal je de tweede?
A
zelf
B
zij
C
die
D
weer

Slide 21 - Quizvraag

onthoud
een vorm van αὐτος kan zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden

zelfstandig = niet congruerend >> persoonlijk voornaamwoord

bijvoeglijk = congruerend >> als het woord 'zelf'


Slide 22 - Tekstslide

Δεῖ ἡμᾶς τούτῳ τῷ ἄνδρι ὡς ἄριστα βοηθῆσαι.
vertaal de zin
(let op alle grammatica van deze les)

Slide 23 - Open vraag