Tentamen voorbereiding 1

Pak je
spullen
Vandaag:

- Planning bekijken

- Voorbeeldopdracht H5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pak je
spullen
Vandaag:

- Planning bekijken

- Voorbeeldopdracht H5

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
Er wordt een meting uitgevoerd op 
een onbekende isotoop van Berylium.
a) Bepaal met behulp van de figuur
van welke isotoop van Berylium hier 
sprake is.
b) Stel de vervalvergelijking op van dit  isotoop.
c) Bepaal met behulp van de figuur de gemiddelde activiteit in de eerste 0,10 femtoseconde
d) Bepaal met behulp van de figuur de activiteit op t = 0,10 femtoseconde. 
e) Bereken hoeveel kg Berylium er was op tijdstip t = 0.
Welke tentamenvragen zou je kunnen stellen bij deze vervalkromme?

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
Er wordt een meting uitgevoerd op 
een onbekende isotoop van Berylium.
a) Bepaal met behulp van de figuur
van welke isotoop van Berylium hier 
sprake is.
b) Stel de vervalvergelijking op van dit  isotoop.
c) Bepaal met behulp van de figuur de gemiddelde activiteit in de eerste 0,10 femtoseconde
d) Bepaal met behulp van de figuur de activiteit op t = 0,10 femtoseconde. 
e) Bereken hoeveel kg Berylium er was op tijdstip t = 0.

Slide 4 - Tekstslide

Beste opdrachten H4

4.1: 7 en 8
4.2: 19, 20, 23
4.3: 33, 35
4.4: 43, 48
Gemengd: 55, 56
Beste opdrachten H5

5.1: 8
5.2 15, 19
5.3: 30, 31, 36
5.4: 41, 43
Gemengd: 49ab, 51abc
50(niet b)

Slide 5 - Tekstslide

Voorlezen

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
a) vul dit schema in





b) Welke trilling gaat het snelst door de evenwichtstand?

amplitude
trillingstijd
frequentie
A
B
C
D

Slide 7 - Tekstslide

Hier links zie je een trilling 500Hz.
a) Bepaal de schaal van de x-as

De schaal van de y-as is 5V/div.
b) Bepaal de amplitude van de trilling.
Bepaal de hartslag van de persoon waar dit cardiogram bij hoort (in hartslagen per minuut).

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Een springplank gedraagt zich als een veer met een 
veerconstante van C=6000 N/m
a) Bereken de trillingstijd wanneer er iemand van 65 kg op de springplank gaat staan.

Iemand van 80 kg rent naar de springplank en zet zich af. Er ontstaat een trilling met een amplitude van 6,5 cm.
b) Bereken hoe ver de veer maximaal ingedrukt wordt.

Slide 9 - Tekstslide

4.1 Eigenschappen van trillingen
Begrippen:
Evenwichtstand
Uitwijking
Amplitude
Trillingstijd
Frequentie

Vaardigheden:


  • Omrekenen van trillingstijd naar frequentie en andersom  

Slide 10 - Tekstslide

4.2 Diagrammen en functies
Begrippen:
oscillogram
cardiogram
(u,t)-diagram
harmonische trill.

Vaardigheden:

  • Aflezen van een oscillogram en cardiogram
     
  • Aflezen van een (u,t)-diagram

Slide 11 - Tekstslide

Verder oefenen met: 
Het bepalen van amplitude, trillingstijd, frequentie uit een (u,t)-diagram, en een uitspraak doen over de snelheid.
20

Slide 12 - Tekstslide

4.3 Resonantie
Begrippen:



Harmonische tr.
Vaardigheden:

  • Rekenen met de formule voor trillingstijd van een massa-veersysteem.
  • Rekenen met de formule voor veerkracht. 
Fv=Cu
T=2π(Cm)

Slide 13 - Tekstslide

4.4 Cirkelbewegingen
Begrippen:
baansnelheid

omlooptijd

middelpunt-
              zoekende
              kracht
Vaardigheden:
  • Rekenen met de formule voor de snelheid van een eenparige cirkelbeweging.
  • Rekenen met de formule voor de middelpuntzoekende kracht. 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
Een blaadje sla (0,8 gram) draait rond
in een slacentrifuge. De slacentrifuge 
heeft een diameter van 35cm. Het
blaadje sla draait 12 rondjes per seconde.
a) Bereken de baansnelheid van het blaadje sla.
b) Bereken de middelpuntzoekende kracht die op het blaadje sla werkt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verder oefenen met: 
Formule voor trillingstijd van een massa-veersysteem 
33
Cirkel-bewegingen
43

Slide 17 - Tekstslide

maandag
woensdag
vrijdag
week 23
Tentamenweek
Tentamenweek
Werken aan presentaties
week 24
Werken aan presentaties
Presentaties(4x)
Presentaties(2x)  
week 25
Presentaties(2x)
Presentaties(4x)
inhalen
maandag
woensdag
vrijdag
week 19
Uitleg presentaties
Werken aan presentaties
         [uitval]
week 20
Belangrijk?/Tips
H4 herhalen
H5 herhalen
week 21
         [uitval]
Oefenen H4
Oefenen H5
week 22
Laatste vragen
Laatste vragen
Tentamenweek

Slide 18 - Tekstslide

5.1 Straling en bronnen
Begrippen:
fotonen
radioactief                  /    /     -straling
ioniserend verm.
doordringend v.
bestraling
besmetting
Vaardigheden:
  • Vertellen over de verschillende soorten straling
  • Vertellen over het verschil tussen bestraling en besmetting. 
α
β
γ

Slide 19 - Tekstslide

5.2 Atomen en verval
Begrippen:
atoomnummer
massagetal
moederkern
dochterkern
vervalvergelijking
isotoop
Vaardigheden:
  • Het opstellen van een vervalvergelijking.
  • Vertellen over het aantal protonen en neutronen van verschillende isotopen.

Slide 20 - Tekstslide

5.3 Ioniserend en doordringend vermogen
Begrippen:
doordringend 
             vermogen
ioniserend
              vermogen
halveringsdikte
Vaardigheden:
  • Vertellen over het doordingend en ioniserend vermogen van de drie soorten straling. 
  • Berekeningen maken over halveringsdikte.

Slide 21 - Tekstslide

5.4 Activiteit en halveringstijd
Begrippen:
activiteit
halveringstijd
Vaardigheden:
  • Berekeningen maken over halveringstijd.
  • Activiteit afleiden uit een vervalkromme.

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
Het koolstof in natuurlijke materialen bevat zowel 
C-12 als C-14. De aanwezigheid van deze isotopen kan gebruikt worden om de leeftijd van iets te schatten.
a) Stel de vervalvergelijking op van de radioactieve koolstof isotoop.
b) Leg uit hoe het aantal protonen en neutronen in 
     C-14 en C-12 van elkaar verschillen.
c) Leg uit of de straling die bij dit verval 
     vrijkomt schadelijk is.
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Verder oefenen met: 
vertellen over verschillende soorten straling
8
het opstellen van vervalvergelijkingen
15
vertellen over het aantal protonen en neutronen van isotopen
11, 12, 19

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld
Er wordt een meting uitgevoerd op 
een onbekende isotoop van Berylium.
a) Bepaal met behulp van de figuur
van welke isotoop van Berylium hier 
sprake is.
b) Stel de vervalvergelijking op van dit  isotoop.
c) Bepaal met behulp van de figuur de gemiddelde activiteit in de eerste 0,10 femtoseconde
d) Bepaal met behulp van de figuur de activiteit op t = 0,10 femtoseconde. 
e) Bereken hoeveel kg Berylium er was op tijdstip t = 0.

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld
Kernafval blijft nog lange tijd     -straling
uitzenden. Daarom wordt het in vaten
in dikke lagen beton gegoten. De halveringsdikte van    -straling in beton is 3 cm.
a) Bereken hoeveel procent van de     -straling wordt tegen gehouden door een laag van 15cm beton.
b) Leg uit of kernafval wat      -straling uitzendt ook in beton moet worden opgeslagen.
γ
γ
γ
α

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Kernafval blijft nog lange tijd straling uitzenden. 
Belangrijkste bestandsdeel van kernafval uit Nederlandse centrales
is Cesium-137. Dit isotoop vervalt onder uitzending van       - en      - straling.
a) Stel de vervalvergelijk op voor het verval van Cesium-137

Het kernafval wordt opgeslagen in stalen vaten met daarin beton gegoten. Aan het begin van de opslag heeft de     - straling een energie van 50 keV.
b) Bereken hoeveel procent van de     -straling wordt tegen gehouden door een laag van 0,15m beton.
c) Leg uit of kernafval wat alleen maar     -straling uitzendt ook in beton moet worden opgeslagen.
γ
γ
timer
1:00
β
γ
α

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld
a) vul dit schema in





b) Welke trilling gaat het snelst door de evenwichtstand?

amplitude
trillingstijd
frequentie
A
B
C
D

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
Een blaadje sla (0,8 gram) draait rond
in een slacentrifuge. De slacentrifuge 
heeft een diameter van 35cm. Het
blaadje sla draait 12 rondjes per seconde.
a) Bereken de baansnelheid van het blaadje sla.
b) Bereken de middelpuntzoekende kracht die op het blaadje sla werkt.

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld
Een springplank gedraagt zich als een veer met een 
veerconstante van C=6000 N/m
a) Bereken de trillingstijd wanneer er iemand van 65 kg op de springplank gaat staan.

Iemand van 80 kg rent naar de springplank en zet zich af. Er ontstaat een trilling met een amplitude van 6,5 cm.
b) Bereken hoe ver de veer maximaal ingedrukt wordt.

Slide 30 - Tekstslide

Verder oefenen met: 
Berekeningen maken over halveringsdikte
36
Berekeningen maken over halveringstijd
38
Activiteit afleiden uit een vervalkromme
vb5, 43, 54b 

Slide 31 - Tekstslide