Keuzedeel EMB les 4 Prikkelverwerking

Keuzedeel EMB les 4 Prikkelverwerking
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel EMB les 4 Prikkelverwerking

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De student beschrijft de definitie van prikkelverwerking
  • De student reproduceert hoe prikkelverwerking werkt.
  • De student beschrijft de reactie op prikkels.
  • De student reproduceert de 4 pijnreceptoren.
  • De student beschrijft prikkelverwerking en EMB.
  •  De student beschrijft drie ideeën voor kinderen met EMB.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan als je het hebt over prikkelverwerking?

Slide 3 - Open vraag

Zintuiglijke prikkelverwerking

Slide 4 - Tekstslide

Inleiding zintuiglijke prikkelverwerking
  • We krijgen de hele dag door prikkels binnen. 
  • Deze prikkels worden verwerkt in onze hersenen zodat we op deze prikkels kunnen reageren. 
  • De verwerking van de prikkels in onze hersenen maakt hoe we reageren op deze prikkels. 
  • De reactie op prikkels verschilt daardoor per persoon
  • Wat betekent dit voor mensen met een EMB?

Slide 5 - Tekstslide

Zintuiglijke prikkelverwerking wat is dat eigenlijk?
De definitie van zintuiglijke prikkelverwerking is:
Het vermogen om informatie uit ons lichaam en de omgeving via de zintuigen op te nemen, te verwerken en daarop te reageren met een gepaste reactie.
Het gaat om het samenspel tussen de informatie die binnenkomt, verwerkt wordt en de reactie daarop. 
Zintuiglijke prikkelverwerking wordt ook wel sensorische informatieverwerking of zintuiglijke informatieverwerking genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Reactie op prikkels
Op de prikkels die je binnenkrijgt reageer je altijd
Het is afhankelijk van de prikkel en reactie van je hersenen hoe je reageert. 

Reacties die de meeste mensen hebben zijn bijvoorbeeld:
• Je knijpt je neus dicht omdat je iets vindt stinken (geurprikkel).
• Je zet de muziek zachter omdat die te hard staat (geluidsprikkel).
• Als een pan heet is trek je direct je hand terug (tastprikkel).

Slide 7 - Tekstslide

Je reageert ..... op prikkels.
A
soms
B
altijd
C
meestal
D
nooit

Slide 8 - Quizvraag

Reactie op prikkels 2
Er zijn altijd prikkels. 
Op deze manier komt de buitenwereld bij ons binnen. 
Door prikkels te registreren en te verwerken zijn we in contact met de wereld, onze omgeving, met elkaar en met onszelf. 
We weten maar weinig over hoe de zintuigen werken en we merken ook weinig van deze werking. 
Je bent altijd (onbewust) bezig met zintuiglijke prikkels van buiten en binnen in het lichaam. 

Slide 9 - Tekstslide

Reactie op prikkels 3
Je wordt de hele dag blootgesteld aan prikkels. 
Een deel van de prikkels wordt ook niet meer opgenomen
Deze prikkels heb je niet meer nodig of je kunt de prikkels op dat moment niet aan. 
  • Bijvoorbeeld prikkels die zich steeds herhalen zoals het geluid van een klok of een trein die elke tien minuten langs rijdt. 
  • Het heeft geen functie meer omdat steeds te horen. 
  • Daarom hoor je het niet meer.

Slide 10 - Tekstslide

De zenuw en prikkels
Een zenuw is een van de grootste cellen in ons lichaam, hij kan wel een meter lang worden! 
Ter vergelijking: een bloedcel is 7 micrometer (dat is 7 miljoenste meter). 
In de zenuwen zitten receptoren. 
Deze receptoren geven door wat er aan de hand is. 
Je hebt ontzettend veel verschillende receptoren in je lichaam zitten, met elk een andere functie. 


Slide 11 - Tekstslide

De zenuw en prikkels 2
Soorten receptoren kunnen zijn:
• pijnreceptoren
• zichtreceptoren
• geluidsreceptoren
• drukreceptoren (baroreceptoren)

Slide 12 - Tekstslide

Pijnreceptoren
Pijnreceptoren zijn vrije zenuweinden die overal uitkomen: in je huid, in je gewrichten, in je slagaders enzovoorts. 

Je hebt drie soorten prikkels die pijn veroorzaken
  • mechanisch, 
  • thermisch 
  • chemisch

Slide 13 - Tekstslide

Pijnreceptoren 2
  • Mechanisch betekent een pijnprikkel door een snee of een gestoten teen. 
  • Thermisch betekent door een pijnprikkel door een hoge of lage temperatuur 
  • Chemisch is veroorzaakt door een chemische stof. Als je gestoken bent door een bij, doet dat pijn vanwege de stoffen die ingespoten zijn (serotonine en histamine in dit geval).

Slide 14 - Tekstslide

Zichtreceptoren
  • Deze receptoren zitten in je netvlies in je oog
  • Een normale zenuw geeft een prikkel door als de zenuw zelf geprikkeld wordt. 
  • Je zou dus verwachten dat als er licht op een lichtcel valt, dat de lichtcel een prikkel doorgeeft. 
  • Dit is hier juist omgekeerd! 

Slide 15 - Tekstslide

Zichtreceptoren 2
  • Een oog geeft constant signalen door aan de hersenen, zodra er licht op valt, stopt dit signaal. 
  • Aan het patroon waarop de signalen wegvallen, kunnen de hersenen een beeld samenstellen van verlichte, minder verlichte en onverlichte gebieden in je blikveld.

Slide 16 - Tekstslide

Geluidsreceptoren
  • Eigenlijk bestaan er geen receptoren om te horen
  • Het gaat te ver om de werking van het oor uit te leggen maar uiteindelijk worden de geluidsgolven omgezet in een beweging van vloeistof in je oor
  • Aan de wand van die vloeistofbuis zitten hele kleine haartjes die de beweging van de vloeistof oppikken en dit als signaal doorzenden naar de hersenen.

Slide 17 - Tekstslide

Drukreceptoren (baroreceptoren)
  • Baroreceptoren zitten onder andere in de wand van grote bloedvaten, bijvoorbeeld de hoofdslagader, de aorta. 
  • Als de bloeddruk hoger is, wordt de doorsnede van het bloedvat groter, die rekt als het ware uit. 
Een baroreceptor meet dus de rek van het bloedvat, en zou dus eigenlijk een rekreceptor genoemd moeten worden! 

Slide 18 - Tekstslide

Receptoren die men niet begrijpt
  • Zoals smaakreceptoren of reukreceptoren
  • Het experimenteren hiermee is ook heel moeilijk, omdat de lagere dieren (dieren als ratten of honden die voor experimenten gebruikt worden) niet aan kunnen geven wat ze proeven/ruiken. 
  • Mensen kunnen dat wel, maar hun receptoren zijn weer veel te ongevoelig, een hond ruikt bijvoorbeeld veel beter dan de mens! 

Slide 19 - Tekstslide

Drukreceptoren hebben te maken met....
A
Hoe hard iets op je huid drukt
B
Wanneer je je snijdt
C
De hoogte van je bloeddruk
D
Als je een blauwe plek hebt

Slide 20 - Quizvraag

Prikkelverwerking en EMB

Slide 21 - Tekstslide

Prikkelverwerking en EMB
  • Bij mensen met EMD zijn er vaak meerdere zintuigen die niet of niet goed werken. 
  • De prikkelverwerking via de hersenen is daarbij ook verstoord. 
  • Dit geeft als resultaat vaak verwarrende symptomen, die vaak als over- of onder prikkeling worden omschreven

Slide 22 - Tekstslide

Wat is er verstoord als het gaat om prikkelverwerking bij mensen met EMB?
A
Hersenfunctie
B
Zenuwfunctie
C
Gewrichtsfunctie
D
Bloedfunctie

Slide 23 - Quizvraag

Overprikkeling
  •  = dat er te veel prikkels binnenkomen die niet goed verwerkt worden. 
  • Dit kan zich uiten in vecht- of vluchtgedrag
  • Als mensen vechtgedrag vertonen dan kunnen ze (heel) erg boos of chagrijnig worden. Ze kunnen ook heel onrustig worden. 
  • Als ze vluchtgedrag vertonen dan trekken zich terug. Ze gaan dan misschien in een hoekje zitten. Contact maken is dan vaak niet meer mogelijk. Ze trekken zich letterlijk terug.

Slide 24 - Tekstslide

Onderprikkeling
  • = dat er heel weinig prikkels zijn of dat de prikkels nauwelijks binnenkomen. 
  • Dit kan tot eenzelfde reactie leiden
  • Wel komt dan juist de terugtrek-reactie meer naar voren
  • Mensen kunnen verstillen en maken geen contact meer.

Slide 25 - Tekstslide

Reactie op prikkels bij EMB
  • Doordat de prikkelverwerking bij mensen met EMB anders loopt, is deze vaak ook vertraagd
  • Daardoor reageren ze vaak later dan de meeste mensen

  • Aandacht en geduld en goed in contact blijven is dan ook nodig om te zorgen dat de mensen niet overprikkeld raken. 

Slide 26 - Tekstslide

Wat is er nodig om mensen met EMB niet overprikkeld te maken?

Slide 27 - Open vraag

Reactie op prikkels bij EMB 2
  • Mensen met EMB kunnen door hun beperkingen vaak niet zelf bepalen of ze bepaalde prikkels wel of niet aangaan. 
  • Ze zijn erg afhankelijk van wat hun aangeboden wordt
  • Het is daarom heel belangrijk om goed te kijken wat de mensen aankunnen. 
  • Hoe doe je dit als professional? Waar let je op? Welke signalen zijn belangrijk? Waar kunnen die op wijzen? 

Slide 28 - Tekstslide

Reactie op prikkels bij EMB 3
  • Elke persoon reageert weer anders op de prikkels
  • Sommigen kunnen bij langdurige overprikkeling voortdurend onrustig en angstig zijn. 
  • Anderen ook met forse beperkingen, kunnen juist veel plezier beleven aan heftige zintuiglijke en motorische belevingen of zij zoeken deze prikkels juist op, als ze hiertoe in staat zijn. 

Slide 29 - Tekstslide

Prikkelverwerking bij kinderen met EMB

Slide 30 - Tekstslide

Inleiding prikkelverwerking kinderen en EMB
  • Kinderen met EMB verwerken hun prikkels anders dan ‘gewone kinderen’.
  • Juist bij kinderen met EMB is het van belang goed uit te zoeken wanneer zij prikkels als prettig ervaren, wanneer ze overprikkeld raken of onderprikkeld zijn. 
  • Het stimuleren of afremmen van prikkels kan helpen bij de ontwikkeling van het kind. 
  • Omdat kinderen met EMB vaak niet kunnen communiceren is het zoeken en uitproberen wat voor het kind goed werkt. 

Slide 31 - Tekstslide

Inleiding prikkelverwerking kinderen en EMB 2
  • Daarom zijn speciaal voor kinderen met EMB ideeën en tips ontwikkeld. 
  • Deze tips helpen bij de ontwikkeling van het kind. 

Slide 32 - Tekstslide

Tips en ideeën voor kinderen met EMB
  • Puntsgewijs kunnen enkele praktische handreikingen gegeven worden bij veel voorkomende problemen in de prikkelverwerking van kinderen met een EMB. 
  • Voor elke tip geldt dat een of meerdere zintuigsystemen gestimuleerd of afgeremd worden. 

Slide 33 - Tekstslide

Tips en ideeën voor kinderen met EMB 2
  • Hetzelfde kind kan behoefte hebben aan de ene prikkel (heeft bijvoorbeeld een hoge drempel voor beweging en zoekt bewegingsprikkels), terwijl het erg gevoelig is voor de andere prikkel (heeft bijvoorbeeld een lage drempel voor tastprikkels en vermijdt aanraking).  
  • De volgende tips zijn slechts voorbeelden. 
  • Voor toepassing in de praktijk kan het beste een ervaren therapeut gezocht worden.

Slide 34 - Tekstslide

Lage alertheid/hoge prikkeldrempel
  • Sta zelf bewegen of zoeken van andere prikkels toe zolang niemand er last van heeft. 
  • Kijk welke prikkels een kind zelf al zoekt en sluit daarbij aan of breid deze prikkels uit. 
  • Verwerk (meer) prikkels in alledaagse activiteiten: stevig wassen en afdrogen, zingen/muziek, tandpasta met scherpe smaak, contrasterende kleuren van eet- en drinkservies enzovoort.

Slide 35 - Tekstslide

Lage alertheid/hoge prikkeldrempel 2
Geef het kind een zitkussen, zitbal of schommelstoel in plaats van een stoel.
• Geef het kind spelmateriaal dat beweging uitlokt, stimuleert, kriebelt, uitdaagt, verrast.
• Geef het kind voeding/snoep met sterkere smaken (zuur, zout, bitter).
• Zorg voor afwisseling in licht, contrast, geluid en aanraking, zoals mogelijk in snoezelruimtes (let op voor overprikkeling, ook deze kinderen kan het te veel worden!).

Slide 36 - Tekstslide

Lage alertheid/hoge prikkeldrempel 3
  • Blijf kijken naar het kind: zorgen de prikkels inderdaad voor een hogere alertheid? 
  • Zijn er tekenen van overstimulatie? Zoals bijvoorbeeld: Moeten er meer/minder prikkels in de situatie worden gegeven? 
  • Niet alleen verbale en non-verbale signalen maar ook pijnsignalen van het lichaam zoals bijvoorbeeld hoofdpijn kunnen informatief zijn. 

Slide 37 - Tekstslide

Hoge alertheid/lage prikkeldrempel
  • Laat het kind zelf het prikkelaanbod bepalen, kijk welke prikkels het kind onprettig vindt en/of vermijdt.
  • Maak gelijkmatige, rustige en voorspelbare bewegingen.
  • Stel het kind bloot aan voorspelbare prikkels, dus met mogelijkheid van visuele controle, vooraf waarschuwen en tijd nemen om een reactie af te wachten.

Slide 38 - Tekstslide

Hoge alertheid/lage prikkeldrempel 2
  • Gebruik verzwaringsvesten of –dekens, drukvesten of zitzak in een stil hoekje met gedimd licht en gedempt geluid kan werken als plaats om (liefst op eigen initiatief) je terug te trekken als het te veel wordt.
  • Gebruik een hoofdtelefoon met rustige muziek of neutraal geluid kan helpen om een teveel aan geluid helpen te overstemmen.

Stevig materiaal om op te kauwen en bijten wordt gewaardeerd door zowel prikkelzoekers als door kinderen die last hebben van prikkels.

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 7 Prikkelverwerking en EMB
  • Maak deze opdracht individueel.
  • De opdracht staat op Teams

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • De student beschrijft de definitie van prikkelverwerking
  • De student reproduceert hoe prikkelverwerking werkt.
  • De student beschrijft de reactie op prikkels.
  • De student reproduceert de vier pijnreceptoren.
  • De student beschrijft prikkelverwerking en EMB.
  •  De student beschrijft drie ideeën voor kinderen met EMB. 

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide