Talent 5 - Thema 7, les 15

Talent 5 - Thema 7, les 15
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalLager onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Talent 5 - Thema 7, les 15

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Dichtvorm volgens een vast schema:

vijf - zeven - vijf lettergrepen
A
B

Slide 3 - Quizvraag

De andere dichtvorm was een elfje.
Hoe is dat opgebouwd?

Slide 4 - Open vraag

met donderend geluid, geweldig
onverwacht grappig einde van mop of sketch
grappig theaterstuk met minstens 2 acteurs
stille theatervorm, met humor
bewegingen van je gezicht die je gevoelens laten zien

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Link

Het filmpje dat we net zagen was een voorbeeld van ...
A
slapstick
B
sketch

Slide 7 - Quizvraag

Waar past dit woord bij?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Waar past dit woord bij?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Waar past dit woord bij?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Waar past dit woord NIET bij?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat kan je niet bestrijden?
A
ziekte
B
luizen
C
regen
D
misdaad

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent 'baseren op'?
A
verder bouwen op iets wat je al kent of weet
B
iets geloven zonder eraan te twijfelen
C
iets niet leuk vinden en iets anders kiezen
D
je verstoppen zodat niemand je kan vinden

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord of welke uitdrukking hoort bij tekening 1?
A
op grote schaal
B
briljant
C
van de hak op de tak
D
bestrijden

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord of welke uitdrukking hoort bij tekening 2?
A
op grote schaal
B
briljant
C
van de hak op de tak
D
bestrijden

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord of welke uitdrukking hoort bij tekening 3?
A
op grote schaal
B
briljant
C
van de hak op de tak
D
bestrijden

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord of welke uitdrukking hoort bij tekening 4?
A
op grote schaal
B
briljant
C
van de hak op de tak
D
bestrijden

Slide 17 - Quizvraag

Welk figuurlijke betekenis hoort bij tekening 1?
A
Wat een schitterend idee is dat!
B
De uitvinding wordt eerst getest en zal dan in heel veel winkels verkocht worden.
C
Unicef is een organisatie die strijdt tegen kinderarmoede.
D
Ik was op een feestje en toen was mijn hond ziek en 's avonds aten we pannenkoeken.

Slide 18 - Quizvraag

Welk figuurlijke betekenis hoort bij tekening 2?
A
Wat een schitterend idee is dat!
B
De uitvinding wordt eerst getest en zal dan in heel veel winkels verkocht worden.
C
Unicef is een organisatie die strijdt tegen kinderarmoede.
D
Ik was op een feestje en toen was mijn hond ziek en 's avonds aten we pannenkoeken.

Slide 19 - Quizvraag

Welk figuurlijke betekenis hoort bij tekening 3?
A
Wat een schitterend idee is dat!
B
De uitvinding wordt eerst getest en zal dan in heel veel winkels verkocht worden.
C
Unicef is een organisatie die strijdt tegen kinderarmoede.
D
Ik was op een feestje en toen was mijn hond ziek en 's avonds aten we pannenkoeken.

Slide 20 - Quizvraag

Welk figuurlijke betekenis hoort bij tekening 4?
A
Wat een schitterend idee is dat!
B
De uitvinding wordt eerst getest en zal dan in heel veel winkels verkocht worden.
C
Unicef is een organisatie die strijdt tegen kinderarmoede.
D
Ik was op een feestje en toen was mijn hond ziek en 's avonds aten we pannenkoeken.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Figuurlijk:
vroeg gaan slapen
Figuurlijk:
snel en vaak tevoorschijn komen

Slide 23 - Tekstslide

WS blz. 34 nr. 1
WS blz. 34 nr. 1

Slide 24 - Tekstslide

WS blz. 35 nr. 2
WS blz. 35 nr. 3

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Indien tijd:
- WS blz. 37 nr. 4b + blz. 38
- kruiswoordraadsel
- woordzoeker
- memory
- domino
- bingo

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide