4m.h05.5.4/5.5

Goedemorgen klas 4,

Lees alles even goed door:
Net zoals we eerder hebben gedaan in de les, gaan jullie een les via lessonup maken. Klik de slides door en lessonup geeft aan wanneer je de opdrachten uit je boek moet maken.
Als je nog niet klaar bent met 5.4 gewicht (t/m 33) dan doe je dat eerst.
Voor vragen ben ik bereikbaar via teams.
Denk eraan: volgende week dinsdag deeltentamen thema 5. Dus ga serieus aan de slag, ook al ben ik er niet bij in het lokaal.
Groeten, mevrouw van Boxel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 4,

Lees alles even goed door:
Net zoals we eerder hebben gedaan in de les, gaan jullie een les via lessonup maken. Klik de slides door en lessonup geeft aan wanneer je de opdrachten uit je boek moet maken.
Als je nog niet klaar bent met 5.4 gewicht (t/m 33) dan doe je dat eerst.
Voor vragen ben ik bereikbaar via teams.
Denk eraan: volgende week dinsdag deeltentamen thema 5. Dus ga serieus aan de slag, ook al ben ik er niet bij in het lokaal.
Groeten, mevrouw van Boxel

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken 5.4
Dit doe je alleen als je helemaal klaar bent (t/m 33) en met een andere kleur pen.
Antwoorden 27 t/m 31
Antwoord 32 en 33

Slide 2 - Tekstslide

5.5 grote en kleine getallen
Aan het eind van deze les weet je hoe je grote en kleine getallen opschrijft als heel getal en met de wetenschappelijke notatie

Slide 3 - Tekstslide


Let op: geen spaties, geen punten

Slide 4 - Open vraag

Bekijk de video op de volgende slide
Bekijk de video op de volgende slide. Tussendoor komen er vragen in beeld. Noteer de antwoorden in je schrift. Kijk de antwoorden na met behulp van de video.

Slide 5 - Tekstslide

4

Slide 6 - Video

01:05
Noteer 3200 met behulp van de wetenschappelijke notatie.
Dus in je schrift: 3200 = ...

Slide 7 - Tekstslide

01:39
Noteer 1 000 000 met behulp van de wetenschappelijke notatie.
Dus in je schrift: 1 000 000 = ...

Slide 8 - Tekstslide

01:46
Noteer 5 miljoen met behulp van de wetenschappelijke notatie in je schrift.

Slide 9 - Tekstslide

02:35
Noteer 78 546 457 604 met behulp van de wetenschappelijke notatie.

Slide 10 - Tekstslide

Maak 35 en 36

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden 35
Kijk na met een andere kleur pen.
(klik op de afbeelding voor groter)

Op de volgende slides ga je steeds de antwoorden van 36 invullen. Let op: geen punten of spaties tussen de grote getallen. Dus 1 miljoen schrijf je als 1000000 niet 1.000.000 of 1 000 000, want dan wordt het fout gerekend.

Slide 12 - Tekstslide

36a.

Slide 13 - Open vraag

36b.

Slide 14 - Open vraag

36c.

Slide 15 - Open vraag

36d.

Slide 16 - Open vraag

Maken 37 en 38
Als je de wetenschappelijke notatie van kleine getallen (zoals 36d.) nog extra uitgelegd wilt hebben, dan mag je de video op de volgende slide kijken (hoeft dus niet).
Maken 37 en 38
Let op bij 38: lees de theorie boven 38


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Antwoorden 37 en 38
Kijk na met een andere kleur pen.
(klik op de afbeelding voor groter)


Slide 19 - Tekstslide

Maken 39 t/m 41
Huiswerk voor morgen is dus t/m 41

Slide 20 - Tekstslide

Nakijken 39 en 40
(andere kleur pen!)

Slide 21 - Tekstslide

Klaar?
Goed bezig!

1. Moet je nog andere opdrachten nakijken? Nakijkboeken achteraan in de klas op de lage kast.
2. Opdracht 41 maken.
3. Verwerken en toepassen (blz. 130/131) VT1, VT2, VT4ab en VT5

Slide 22 - Tekstslide