Les 2: Grammatica 5.1 Werkwoorden
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoorden
Slide 7 - Woordweb
Hoe noemen we werkwoorden ook wel?
A
Persoonsvormen
B
Doe-woorden
C
Lidwoorden
D
Zelfstandig naamwoorden
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het werkwoord in deze zin?
Ik schrijf een brief naar mijn oma.
Ik schrijf een brief naar mijn oma.
A
oma
B
brief
C
schrijf
D
ik
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het werkwoord in deze zin?
Zij waren de hele dag op school.
Zij waren de hele dag op school.
A
Zij
B
waren
C
dag
D
school
Slide 10 - Quizvraag
Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?
Zij hebben een mooie tekening gemaakt.
Zij hebben een mooie tekening gemaakt.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?
Mijn zus vindt haar Nederlands docent erg vervelend.
Mijn zus vindt haar Nederlands docent erg vervelend.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel werkwoorden staan er in deze zin?
Ik zou graag een ijsje willen kopen.
Ik zou graag een ijsje willen kopen.
A
1
B
2
C
3
D
4
