4.4 de opkomst van het Christendom

Het Romeinse Rijk
 De opkomst van het christendom!




1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het Romeinse Rijk
 De opkomst van het christendom!




Slide 1 - Tekstslide

Moeilijke woorden 4.4?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe het christendom ontstond en waarom dit een belangrijke godsdienst werd.

Slide 3 - Tekstslide

Nederland
Godsdienst: Germaanse, Keltische, Romeinse goden en de keizer
Rome
Godsdienst: Romeinse goden, de keizer en andere goden.
Jeruzalem/Israel
Godsdienst: een God
Godsdiensten in het Romeinse Rijk

Slide 4 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 5 - Tekstslide

De Romeinen


Waren Polytheistisch




(geloof in meerderegoden)

Slide 6 - Tekstslide

Jupiter!

Slide 7 - Tekstslide

Mars!
oorlogsgod

Slide 8 - Tekstslide

Verdraagzaam:


Andere volken mochten hun eigen goden blijven vereren!
Maar moesten ook de romeinse staatsgoden vereren én de keizer als god vereren!

Slide 9 - Tekstslide

Keizer Augustus beeld en op munten

Slide 10 - Tekstslide

Het Joodse... 


Volk geloofde maar in een god.
(Monotheistisch)




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De Romeinen


kregen ruzie met de de joodse provincie 
Judea

Slide 13 - Tekstslide


Joodse opstanden
  • In het jaar 66 na Chr. brak er een opstand uit omdat een Romeinse bestuurder uit te tempel had geroofd
  • Vier jaar later kwamen de Romeinen met een groot leger om weer orde op zaken te stellen
  • Ze sloegen de opstand neer en vernielden de heilige tempel in Jeruzalem
  • Na een andere Joodse opstand, die ook werd neergeslagen door de Romeinen, vluchten veel Joden naar Europa. De diaspora wordt dit genoemd

Slide 14 - Tekstslide

Jezus van Nazareth komt op!

Slide 15 - Tekstslide

Jezus

Geloofde in naastenliefde en geen geweld. 

Jezus werd populair!


Slide 16 - Tekstslide

Jezus van Nazareth
  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. 
  • Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Heeft Jezus echt bestaan?
  • Historici vermoeden van wel, de jood Flavius Josephus schrijft over hem. 
  • Het meeste van wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 19 - Tekstslide

De Romeinen

Vernietigden de Joodse tempel.

Slide 20 - Tekstslide

Christenen
  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God.
  • Daarom werd het christendom populair bij armen en slaven

Slide 21 - Tekstslide

Christenen in het Romeinse Rijk

Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. De goede wegen 
en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 22 - Tekstslide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De verspreiding van het Christendom in het Romeinse Rijk.
Verspreiding rond het jaar 75.
Verspreiding rond het jaar 200.
Verspreiding rond het jaar 300.
Verspreiding rond het jaar 400.

Slide 23 - Tekstslide

Christenvervolging
Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer! Want die moest als god vereerd worden.

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 24 - Tekstslide

De romeinen



Verboden het christendom voor lange tijd.

Dit leidde tot christenvervolgingen.

Slide 25 - Tekstslide

Christenen in het collosseum!

Slide 26 - Tekstslide


Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:

‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 27 - Tekstslide

Nero niet populair bij de romeinen
  • Veel Romeinen waren tegen de christenen.
  • Maar de manier waarop Nero met de christenen omging, ging hun te ver.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Ontstaan christendom





  • Christendom is ontstaan uit het jodendom.
  • Jezus Christus is het belangrijkste in het christendom.
  • Zijn verhaal staat in de Bijbel.
  • Jezus wordt veroordeeld en gekruisigd.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Pas in 392 kregen de christenen godsdienstvrijheid!

Slide 34 - Tekstslide

Christendom toegestaan
  • Keizer constatijn zorgde voor het stoppen van de       christenvervolging: edict van Milaan in 313.
  • Vanaf 394 is het christendom het enige toegestane geloof.
  • De bisschop van Rome (de paus) wordt steeds belangrijker

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link