Grieken en Romeinen

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 1 - Tekstslide

Polytheïsme en monotheïsme
Polytheïsme:   Geloof in meerdere goden

Monotheïsme: geloof in 1 god

Slide 2 - Tekstslide

Multiculturele samenleving
In het Romeinse Rijk woonden ook Germanen, Joden, Egyptenaren en vele andere volken. De Romeinen lieten toe dat zij hun eigen tempels bouwden voor hun eigen goden. Dat noemen we "verdraagzaamheid". De Romeinen leerden veel van andere culturen, maar ook andersom. (video).



Slide 3 - Tekstslide

Godsdienstige verdraagzaamheid

De Romeinen geloofden in veel goden.
Hun godsdienst was polytheïstisch.

Onderworpen volkeren moesten de belangrijkste Romeinse goden en de keizer vereren.

Andere goden (en andere opvattingen en culturen) waren toegestaan. In het Romeinse rijk bestond verdraagzaamheid (tolerantie).


Slide 4 - Tekstslide

Keizercultus

In het Romeinse rijk mocht alle goden aanbidden die je zelf wilde.


MAAR: je moest ook de keizer als een god vereren.



Slide 5 - Tekstslide

"Romeinen namen de goden over van de Grieken." Dit past bij..
timer
0:20
A
Grieks-Romeinse cultuur
B
Ambacht
C
Romanisering
D
Volksverhuizingen

Slide 6 - Quizvraag

4. Wat is polytheisme?
A
geloof waarbij mensen meerdere goden vereren
B
bestuur door een koning of keizer
C
verhalen over de griekse en romeinse goden
D
de enige toegestane godsdienst in een land

Slide 7 - Quizvraag

De verspreiding van het Christendom is een ... verandering.
A
Economische
B
Bestuurlijke
C
Religieuze

Slide 8 - Quizvraag

Wat was een aanleiding voor de Romeinen om de christenen te vervolgen?
A
Niet buigen voor Romeinse goden
B
De keizer geen belasting betalen
C
Christenen roddelden over de Romeinse keizer
D
Christenen woonden niet in het Romeinse Rijk

Slide 9 - Quizvraag

Waarom werd het christendom verboden in het Romeinse Rijk?
A
Omdat het te populair werd.
B
Omdat je alleen de Romeinse goden mocht vereren.
C
Omdat de christenen de Romeinse keizer niet wilden vereren.
D
Omdat ze dat een raar geloof vonden.

Slide 10 - Quizvraag

Jodendom
Nadat de Romeinen Judea hadden veroverd kregen zij te maken met fel verzet. Dit had te maken met het joodse geloof, dat monotheïstisch is. De joden weigerden de Romeinse goden te vereren.

Slide 11 - Tekstslide

Eigen cultuur
  • Rome wilde vooral dat het rustig bleef!
  • Veroverde volken mochten veel eigen tradities, gebruiken en goden gewoon houden.
  • Sommige dingen werden in Romeinse cultuur toegepast.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is godsdienstige verdraagzaamheid?
A
Dat er veel verschillende volken wonen in het Romeinse Rijk.
B
Dat iedereen de Romeinse godsdienst moet overnemen
C
Dat iedereen geloofd in de Keizer
D
Dat iedereen zijn eigen goden mag aanbidden in een eigen tempel

Slide 13 - Quizvraag

Waar beschuldigde keizer Nero de christenen van?
A
Zij doden baby's en aten ze op tijdens bijeenkomsten
B
Zij hadden de keizer beledigd
C
Zij hadden de stad Rome in brand gestoken
D
Zij weigerden om te buigen voor Romeinse goden

Slide 14 - Quizvraag


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.
Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 15 - Tekstslide

Waarom worden Christenen in het Romeinse rijk vervolgd?
-Het christendom is een monotheistische godsdienst (1 god)
-De Christenen aanvaarden de goden van de Romeinen niet
-De Christenen gingen uit van gelijkheid van de mens, de Romeinen niet
-Christen passen zich niet aan aan de Romeinse samenleving; ze verwachten
snelle terugkeer van Jezus / God op aarde
-Onbegrip van de Romeinen over het "bloed van Christus" en het "lichaam van Christus".

Slide 16 - Tekstslide

Lees eerst de bron.

Welke conclusie kun je trekken?

A
Er zijn geen overeenkomsten tussen de Romeinse en de tegenwoordige cultuur.
B
Pompeii werd beschermd door veel goden.
C
Verliefde Romeinen schreven op muren over hun liefde.
D
Geen van de genoemde conclusies is juist.

Slide 17 - Quizvraag

Wat waren de oorzaken en gevolgen van de Joodse opstanden tegen de Romeinen?

1 Joden weigerden om de Romeinse goden te vereren
2 Joden moesten meer belasting betalen als ze hun eigen god als enige wilden vereren
3 De Romeinen verwoestten de Joodse tempel
4 Joden verspreiden zich over de hele wereld, de diaspora
A
1=oorzaak 2=gevolg 3=oorzaak 4=oorzaak
B
1=gevolg 2=oorzaak 3=oorzaak 4=gevolg
C
1=oorzaak 2=oorzaak 3=gevolg 4=oorzaak
D
1=oorzaak 2=oorzaak 3=gevolg 4=gevolg

Slide 18 - Quizvraag

Wat weet jij eigenlijk
van het christendom?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video


Jezus van Nazareth


  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. 
  • Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video


Heeft Jezus echt bestaan?


  • Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn. 
  • Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
  • Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 23 - Tekstslide


Christenen


  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.  Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 24 - Tekstslide

Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. De goede wegen 
en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


Christenen gebruikten zelden het kruis als symbool. Ze gebruikte liever het Chi Rho-teken: de eerste twee letters van de naam Christus in het Grieks. De twee letters naast het teken zijn de alpha (α) en de omega (Ω): de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet. Hiermee gaven ze aan dat Jezus het begin en het einde was.

Slide 25 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 26 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 27 - Tekstslide




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 28 - Tekstslide


Constantijn de Grote


Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 29 - Tekstslide





...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 30 - Tekstslide


Staatsgodsdienst


In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 31 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • Polytheïsme
  • Verdraagzaamheid
  • Monotheïsme
  • Christendom
  • Christus/Messias
  • Bijbel
  • Vervolgen
  • Staatsgodsdienst

Slide 32 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Jezus van Nazareth
  • Nero
  • Constantijn de Grote

Slide 33 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 63 v. Chr.: Romeinen veroveren de streek Palastina
  • 30 n. Chr. Jezus wordt door de Romeinen gekruisigd
  • 312: Constantijn de Grote staat het christendom toe
  • 392: het christendom wordt staatsgodsdienst.

Slide 34 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 35 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 36 - Open vraag

Huiswerk
Maken van paragraaf 3.3 alle opdrachten + maken oefentoets 3.3 (75% goed!)

Slide 37 - Tekstslide