Les 3 Micro-organismen

Prokaryoten en eukaryoten
Prokaryoot
Eukaryoot
celbouw
eenvoudig
complex
celkern
-
+
celmembraan
+
+
DNA
+
+
organellen
-
+
ribosomen
+
+
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
biologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Prokaryoten en eukaryoten
Prokaryoot
Eukaryoot
celbouw
eenvoudig
complex
celkern
-
+
celmembraan
+
+
DNA
+
+
organellen
-
+
ribosomen
+
+

Slide 1 - Tekstslide

Wat behoort officieel niet tot de micro-organismen?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Gisten
D
Paddenstoelen

Slide 2 - Quizvraag

Bacteriën
  • eencellig
  • geen celkern
  • delingstijd 
  • grampositief of - negatief

Slide 3 - Tekstslide

Vormen

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer een bacterie na gramkleuring paars is en bolvormig is, dan spreek je over:
A
grampositieve staaf
B
gramnegatieve staaf
C
grampositieve kok
D
gramnegatieve kok

Slide 5 - Quizvraag

Zuurstofbehoefte
  • Obligaat aeroob
    Groeien uitsluitend in aanwezigheid van zuurstof
  • Obligaat anaeroob
    Groeien uitsluitend in afwezigheid van zuurstof
  • Facultatief anaeroob
    Groeien zowel in aan- als afwezigheid van zuurstof
  • Micro-aerofiel
    Groeien uitsluitend bij een kleine hoeveelheid (4-5%) zuurstof



Slide 6 - Tekstslide

Toxinen
  • Endotoxinen
    Eiwitten die in de celwand zitten van gramnegatieve bacteriën
    Komen vrij bij beschadiging van de celwand

  • Exotoxinen
    Eiwitten die worden geproduceerd tijdens de stofwisseling van de grampositieve bacterie 

Slide 7 - Tekstslide

Schimmels
  • Saprofytisch
    leven van dode organismen

  • Parasitair
    dringen organisme binnen en gebruiken het voedsel

  • Symbiotisch 
    leven samen met een ander organisme met wederzijds voordeel

Slide 8 - Tekstslide

Gisten
  • eencellig 
  • rond tot ovale vorm
  • facultatief anaeroob
  • ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting

  • Bederf van voedsel
  • Productie van voedsel

Slide 9 - Tekstslide

Schimmels
  • Bederf van voedsel
    Strikt aeroob

  • Productie van voedsel 

Slide 10 - Tekstslide

Protozoën en wormen
  • Parasitair
  • Tussengastheer
    Nestelt zich in weefsels
  • Eindgastheer 
    Nestelt zich in darmen

Slide 11 - Tekstslide

Virussen
  • geen levend organismen
  • kan voedselinfecties veroorzaken

Slide 12 - Tekstslide

Groeicurve micro-organismen

Slide 13 - Tekstslide

Factoren
  • Intrinsieke factoren
    eigenschappen van het product
  • Extrinsieke factoren
    eigenschappen van buitenaf
  • Impliciete factoren
    eigenschappen van micro-organismen onderling 

Slide 14 - Tekstslide

Wateractiviteit (aw)
  • Micro-organismen hebben water nodig om te groeien
  • Komt in twee vormen voor:
    Vrij water
    Met opgeloste stoffen
  • Water gebonden aan bestanddelen van het voedingsmiddel
    Eiwitten, zetmeel, suikers en zouten


Slide 15 - Tekstslide

Wateractiviteit <-> Vochtgehalte
  • Komt niet overeen met elkaar
  • Water kan niet beschikbaar zijn voor micro-organisme, maar telt wel mee in het vochtgehalte

Slide 16 - Tekstslide

Wateractiviteit (aw)
Waarde ligt tussen 0 en 1
0 = geen water beschikbaar
1 = zuiver water zonder opgeloste stoffen
Bij 1 geen groei van micro-organismen > geen voedingsstoffen aanwezig


Slide 17 - Tekstslide

Wateractiviteit (aw)

Slide 18 - Tekstslide

Verlaging van wateractiviteit
Groei van micro-organisme wordt geremd of gestopt
Methoden:
  • Drogen
    Hete lucht, warme of hete oppervlakken
  • Diepvriezen
    Ontstaan van ijskristallen
  • Toevoegen van waterbindende stoffen
    Suiker of zout

Slide 19 - Tekstslide

Zuurgraad

Slide 20 - Tekstslide

Zuurgraad

Slide 21 - Tekstslide

Zuurgraad
Doel van het micro-organisme:
  • pH gelijk binnen en buiten de cel


Indien concentratie in de cel toeneemt: wegwerken van het zuur
  • Dit kost energie
  • Micro-organisme raakt uitgeput

Slide 22 - Tekstslide

Zuurgraad
  • Levensmiddelen hebben invloed op bederfflora
  • Schimmels en gisten groeien bij lage pH.
    Fruit heeft een lage pH
    Fruit bederft voornamelijk door schimmels en gisten

  • Groenten hebben een hogere pH
    Bacteriën groeien bij een hogere pH
    Groenten bederven voornamelijk door bacteriën


Slide 23 - Tekstslide

Extrinsieke factoren
Invloeden vanuit de omgeving van het product
  • Temperatuur
  • Gassamenstelling
  • Relatieve luchtvochtigheid

Slide 24 - Tekstslide

Temperatuur

Slide 25 - Tekstslide

Gassamenstelling
Gassamenstelling wijzigen zodat micro-organismen niet kunnen groeien
Drie mogelijkheden:
  • Vacumeren
  • Modified Atmosphere Packaging (MAP)
  • Controlled Atmosphere (CA)Bij groente en fruit


Slide 26 - Tekstslide

Relatieve Vochtigheid
Weinig vocht = minder groei van micro-organismen

Veel vocht = meer groei van micro-organismen

Slide 27 - Tekstslide

Impliciete factoren
Antagonisme 
  • Competitie om voedsel
  • Vorming van antimicrobiële verbindingen
  • Vorming van waterstofperoxide
Synergisme
  • Productie van essentiële voedingsstoffen
  • Afbreken van antimicrobiële verbindingen


Slide 28 - Tekstslide