H9 Oefenen

Welkom!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Welkom!
Filmpje
Bacteriën tellen
Oefenen...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een document in Word
Deel dat met je partner
Tel de kolonies
Maak een foto
Begin aan je verslag
Inleveren in Teams!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

H9 Oefenen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat te doen...
  • In je boek: samenvatten
                             "Test jezelf"
  • Biologiepagina.nl:  Oefentoets

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologiepagina.nl
  • Vul jaar en methode in
  • Kies je onderwerp
  • Kies een oefening/toets

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij wat?
Nicotine
Teer
Koolstofmonoxide
Verslavende stof
Neemt de plaats van zuurstof in, in je bloed, hierdoor krijgen cellen minder zuurstof en ben je sneller vermoeid.
Plakt aan de trilhaartjes en beschadigt het slijmvlies in je longen.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke stoffen gaan er in deze uitscheidingsorganen het bloed uit?
Longen
Lever
Nieren
Huid
water en koolstofdioxide
alcohol en kleurstoffen
water, zouten en vitaminen
water en zouten

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn glucagon en insuline?
A
Antistoffen
B
Enzymen
C
Hormonen
D
Klieren

Slide 10 - Quizvraag

Danae: wat zijn glucagon en insuline
Welk hormoon kan zijn werk niet goed doen bij iemand met suikerziekte?
A
glycogeen
B
insuline
C
glucagon
D
bilirubine

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde waarin een afvalstof je lichaam verlaat?
A
nierslagader > nier > urineleider > blaas > urinebuis > wc
B
nierslagader > nier > urinebuis > blaas > urineleider > wc
C
nierslagader > nier > urineleider > urinebuis > blaas > wc
D
nierslagader > nier > urinebuis > urineleider > blaas > wc

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk orgaan hoort deze omschrijving:
"Zorgt voor opbouw, omzetting, afbraak, opslag en afvoer van stoffen".
A
Nier
B
Lever
C
Maag
D
Alvleesklier

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het proces van opname van de stoffen in het bloed in het nierkanaaltje?
A
Filtratie
B
Resorptie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens een onderzoek zijn gedurende 5 uur de concentraties van stoffen die te maken hebben met de glucoseregeling in het bloed gemeten van een gezond proefpersoon. Hiernaast zie je de resultaten. De middelste lijn is van insuline. Na 60min ging deze persoon een koolhydraatrijke maaltijd eten.

Welke stoffen stellen lijn 1 en 2 voor?
A
1=glucose 2=glycogeen
B
1=glycogeen 2=glucose
C
1=glucose 2=glucagon
D
1=glucagon 2=glucose

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij de dokter blijkt Jarno een ernstige vorm van Gele koorts te hebben. Hij krijgt een injectie om weer beter te worden.

Welk soort immuniteit levert deze injectie?
A
actieve kunstmatige immuniteit
B
passieve kunstmatige immuniteit
C
actieve natuurlijke immuniteit
D
dit kun je op basis van de gegevens niet zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De kinderen van Jarno zijn bij de GGD ingeënt tegen o.a. gele koorts.

Wat bevat dit vaccin?
A
antistoffen
B
antigenen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij elke cel zit aan de buitenkant herkenningseiwitten. Dit worden ook wel ... genoemd
A
Antistoffen
B
Antigenen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Witte bloedcellen maken ...
A
Antigenen
B
Antistoffen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen die leiden aan bloedarmoede hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid en spierpijn. Dit heeft te maken met het feit dat zij zuurstof niet goed door hun lichaam kunnen krijgen. Wat hebben mensen die bloedarmoede hebben nodig qua bloedtransfusie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Russische Tsarenfamilie Romanov leidde aan hemofilie. Dit houdt in dat er bij een inwendige of uitwendige bloeding er niet of nauwelijks bloedstolling optreedt.
Wat had de Romanov familie nodig gehad qua bloedtransfusie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloedgroep O is een geweldige bloeddonor, hij kan aan iedereen doneren omdat:
A
hij geen antistoffen heeft
B
hij geen antigenen heeft

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke laag zit een tattoo?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul op de juiste plekken in, kijk goed naar de pijlen.
daalt
nauwer
stijgt
wijder
rillen
zweten

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap van genezing bij een wondje?
A
Propvorming: bloedplaatjes klonteren
B
Fibrinedraden vormen
C
Vernauwing van bloedvaten
D
Bloedstolling

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verloop van een infectieziekte bestaat uit een aantal stappen. Zet deze op de goede volgorde:
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Diagnose
Genezen
Incubatie
Prognose
Besmetting
Symptomen

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid heeft 3 taken. Wat is GEEN taak van de huid?
A
beschermen tegen giftige gassen uit de lucht
B
beschermen tegen vuil en ziekteverwekkers
C
lichaam op temperatuur houden
D
beschermen tegen de zon

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de woorden op de juiste plek in.
glycogeen
daalt
stijgt
glucose
insuline
glucagon
daalt
stijgt

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een hoge bloeddruk vindt er ... filtratie plaats.
A
Meer
B
Minder

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je NIET in urine aantreffen van een gezond persoon?
A
Ureum
B
Zout
C
Glucose
D
Water

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies