1.1 & 1.2 herhaling

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Herhaling

1.1 Wat wil je kopen? 

1.2  Wie bepaalt wat je koopt ?

Planning

Herhalen

Zelfstandig werken

Nabespreken

Basisbehoeften

• Noodzakelijk, geen luxe
• alles wat je nodig hebt om te overleven.
• 
  
• Denk aan :  voedsel, onderdak 

(woonruimte), kleding.  Maar ook gezondheidszorg en onderwijs. 

Overige behoeften

• Niet noodzakelijk, Luxe

- dingen die je gebruikt om het leuker of makkelijker te maken

Denk aan, 

(Dure) auto, PS 5, uit eten gaan, vakanties.  Wie kan nog meer voorbeelden noemen? 

Ruilen 

Directe ruil is het ruilen van spullen van jezelf tegen spullen van een ander. 

Dit was alleen niet altijd handig. Mensen hadden niet altijd spullen die evenveel waard waren. 
Zo begon indirecte ruil. 

Indirecte ruil is wanneer je iets ruilt voor geld.    Voordeel : geld heeft een vaste waarde.  

Goederen (kun je aanraken)

Diensten (kun je niet aanraken) Ze doen iets voor je. 

Consumeren

Het kopen van goederen en/ of diensten. Als je iets koopt ben je een consument. Wat je koopt maakt niet uit. 

Gemiddelde berekenen

Het TOTAAL : Het AANTAL

Basisbehoeften

Overige behoeften

GOEDEREN

DIENSTEN

verschillen tussen consumenten

Verschil in behoeften kan te maken hebben met:

• smaak
• geslacht
• leeftijd
• budget: dat is het geld dat je kunt uitgeven

invloed op je koopgedrag

- Sociale invloed; familie, vrienden

- commerciële invloed; bedrijven, winkeliers, fabrikanten door middel van reclames

Wat is reclame?

Reclame is bedoeld om aandacht te vestigen op een product of een boodschap.

Rekenen: procenten van een aantal/bedrag

                  Formule: te berekenen aantal/bedrag = percentage : 100 x aantal. 

Vraag = Op een fiets van 350 euro krijg je 15% korting. Hoeveel korting is dat? 

1. wat wil ik weten: 15% van 350 euro = .................

2.  percentage :   100    15 : 100 = ....................

3: Vermenigvuldig het  getal met het totaal. 

.................. x 350 euro = 

Oefening II

Op wandelschoenen van €130 zit 40% korting.

Hoeveel euro korting is dat?

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Zelfstandig werken

Maken herhaling

Blz 16  en 24 

Alle opdrachten.