Zakelijke e-mail

Zakelijke e-mail
Formeel
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail
Formeel

Slide 1 - Tekstslide

zakelijke e-mail

Slide 2 - Woordweb

Waarop moet je op letten
bij een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Zakelijke e-mail

  • Aan, 
  • Onderwerp
  • Aanhef,
  • Inleiding
  • Kern
  • Slot
  • Afsluiting


Slide 4 - Tekstslide

Aan wie schrijf je een zakelijke e mail?

Slide 5 - Open vraag

Geachte heer/ mevrouw,

Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?

Slide 7 - Open vraag

'Hoi'' past meer bij een...
A
E-mail naar je leidinggevende
B
E-mail naar een zakelijke collega
C
Persoonlijke e-mail
D
E-mail naar een bedrijf

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste aanhef in een zakelijke e-mail?
A
Beste
B
Hallo
C
Geachte
D
Goedemorgen

Slide 9 - Quizvraag

Wat vind je moeilijk bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 10 - Open vraag

Het doel van een zakelijke e-mail is
A
Amuserend
B
Overtuigend of informatief
C
Activerend

Slide 11 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een
aanhef bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 12 - Open vraag

Lees tekst 1. 
Het is een e-mail die Isabelle heeft geschreven aan de voetbalster Lieke Martens.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom schrijft Isabelle deze mail?

Slide 14 - Open vraag

In het middenstuk stelt Isabelle drie vragen. Noteer ze alle drie.

Slide 15 - Open vraag

Welke hoop spreekt Isabelle uit in het slot?

Slide 16 - Open vraag

Tekst 2 is de verbeterde versie van Isabelles mail. Vergelijk tekst 1 met tekst 2.
Vorm
Vul altijd de onderwerpregel in. Daarin zet je kort en duidelijk waarover je e-mail gaat.
Begin met een beleefde aanhef, bijvoorbeeld ‘Beste mevrouw Van Suijlenkom,’.
Let op: na de aanhef gebruik je een komma.
Spreek de ander aan met ‘u’ en gebruik formele taal.
Gebruik witregels tussen alle onderdelen van de e-mail.
Controleer je e-mail op taal- en spelfouten.
Sluit af met ‘Met vriendelijke groet,’.

Slide 17 - Tekstslide

Welke mail is beleefder?
Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Leg uit waarom de onderwerpregel van tekst 2 beter is dan die van tekst 1

Slide 19 - Open vraag

Leg uit waarom de aanhef in tekst 2 beter is dan die van tekst 1.

Slide 20 - Open vraag

Leg uit waarom de afsluiting in tekst 2 beter is dan die van tekst 1.

Slide 21 - Open vraag

Waarom is tekst 2 iets langer dan
tekst 1?

Slide 22 - Open vraag

Welke tekst ziet er overzichtelijker uit? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open vraag

Welke tekst ziet er overzichtelijker uit? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

Opdracht
Je schrijft een e-mail aan iemand die jij een held vindt. Je vraagt deze persoon of je hem/haar mag interviewen.
Doe dat via outlook en verstuur de mail aan de docent, maar je doet net alsof je de mail naar jouw held stuurt.
Niet af? Dan is dit huiswerk!
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Noem minstens twee verschillen tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail.

Slide 26 - Open vraag

Waar let ik allemaal op als ik een zakelijke e-mail schrijf?

Slide 27 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
Ik weet hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven
Ik weet een beetje hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven
Ik weet helemaal niet hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail
A
Bestaat uit één alinea
B
Bestaat uit minimaal drie alinea's

Slide 30 - Quizvraag

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

De kern van een zakelijke e-mail heeft altijd maar één alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Waarom moet je witregels gebruiken tussen de alinea's bij een zakelijke
e-mail?

Slide 33 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij een zakelijke e-mail?
A
inleiding
B
kern
C
kop
D
slot

Slide 34 - Quizvraag

Wat vermeld je in de inleiding van een zakelijke e-mail?

Slide 35 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail af?

Slide 36 - Open vraag

Hoe sluit je een zakelijke e-mail/brief af?
A
Toedels!
B
Groetjes,
C
Hoogachtend,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 37 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een slotgroet bij een zakelijke e-mail aan mevrouw Brandenburg.

Slide 38 - Open vraag

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quizvraag

Formeel taalgebruik


De zakelijke e-mail







Slide 40 - Tekstslide

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
waar
B
niet waar

Slide 41 - Quizvraag