Debatteren over de economie.





Welkom klas 3TL
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les





Welkom klas 3TL

Slide 1 - Tekstslide

Lesopzet debatteren in de klas 
2. lessen

Les 1.        Uitleg wat is debatteren.
                   Uitleg hoe gaan we debatteren.
                   In groepjes debat voorbereiden.

Les 2       Debatteren in de klas
                  Jury overleg (wie heeft het debat gewonnen)
                  Leerdoelen behaald en evalueren van de lessen.  
                   

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen debatteren
In deze lessen werken we aan de volgende leerdoelen:
  • Je kunt een mondelinge presentatie geven waarin je rekening houdt met het publiek. 
  • Je kunt een onderbouwde uitleg, verklaring of oordeel geven met als doel iets uit te leggen of iemand ergens van te overtuigen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid burgers stimuleert gezonder te leven. 
  • Je kunt uitleggen waarom we wel of geen producten moeten laten produceren in lage lonen landen. 
  • Je kunt uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van de groei van de economie. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is debatteren? 

Slide 4 - Tekstslide

Discussiëren
Debatteren 
Je gesprekspartner overtuigen
Het publiek overtuigen
  • Je moeder overtuigen dat je écht vanavond bij je vrienden moet zitten. 
  • Je docent overtuigen het s.o. een week te verplaatsen. 
  • Het publiek overtuigen dat de school pas om 9 uur zou moeten beginnen. 

Slide 5 - Tekstslide

Debat
Stelling
Het publiek overtuigen.




Voorbeeld
De positie die jij inneemt ten opzichte van de stelling. Voor of tegen.

Tegen
Het onderwerp van het debat
en ziet eruit als een bewering of een mening. 

Iedereen moet een goed inkomen hebben. 
Waarom je die
mening hebt, waar je die mening op baseert.


Je moet er wel voor werken, anders gaan mensen niets doen.
Standpunt
Argument

Slide 6 - Tekstslide

De klas wordt verdeeld in 6 groepjes van 4 personen.

  • Groepje 1 (voor) & 2 (tegen) gaan in debat over:
De overheid moet roken helemaal verbieden! 

  • Groepje 3 (voor) & 4 (tegen) gaan in debat over:
De Nederlandse economie moet altijd groeien, dat is toch goed voor iedereen!

  • Groepje 5 (voor) & 6(tegen) gaan in debat over:
Wij moeten zo veel mogelijk producten kopen uit lage lonen landen!

Voorbeeld
Hoe gaan we dat doen?

Slide 7 - Tekstslide

  • Als groepje 1 & 2 het debat voeren zijn de overige groepjes de jury.

  • Er wordt door de docent een debatleider aangewezen                (per debat 1 leerling uit de overige groepjes). 

  • De debatleider bewaakt de rust, tijd en geeft mensen spreektijd.

  • De jury bepaald welk groepje de beste argumenten had en wie het overtuigends overkwam. 




Hoe gaan we dat doen?

Slide 8 - Tekstslide

De jury bepaald wie het debat wint. 

Dit wordt beoordeeld door te kijken naar:
  • Welk team heeft de beste argumenten.
  • Onderbouwt de argumenten het beste.
  • Heeft de meest originele argumenten.
  • Weerlegt argumenten van de tegenstander het best. 
  • Welk team had de beste presentatie (houding/humor).
  • Hebben de teams respect voor elkaar.
Gebruik het juryformulier hierbij.



Hoe gaan we dat doen?

Slide 9 - Tekstslide

Waar houden we ons aan!
  • We zijn het niet met elkaar eens maar ondanks de meningsverschillen wel met respect voor elkaar van gedachten kunnen wisselen over het onderwerp.
  • Het gebruik van kwetsende opmerkingen of taalgebruik is niet toegestaan.
  • Val niet de boodschapper maar de boodschap aan.
  • De basishouding: Nee, tenzij …De grondhouding is dat wat gezegd wordt door de tegenpartij niet klopt, 
  • Alle debaters gelijke mogelijkheden en kansen krijgen om hun argumenten te presenteren en te verdedigen. 
  • In een debat gaat het niet alleen om standpunten maar juist om de onderbouwing van je standpunt.
  • Het is de verantwoordelijkheid van debaters om zich te concentreren op de kern van het debat en om niet van het onderwerp af te wijken.  
  • Als debater is het je verantwoordelijkheid om je argumenten duidelijk naar voren te brengen, zodat het publiek ze kan begrijpen en beoordelen.
  • Respecteer de uitkomst.
Als het team zich niet houdt aan deze regels worden er punten van je score afgetrokken.

 


Slide 10 - Tekstslide

Voorbereiden debat 
Hierna volgt per debat een opdrachtblad. 
Hierin staat uitleg en een link naar een informatie filmpje. 

Lees de opdracht door en bedenk welke argumenten jullie gaan inbrengen en hoe je die onderbouwd met feiten. 

Succes allemaal met de voorbereiding. 

Slide 11 - Tekstslide

Debat 1 
groepje 1 (voorstanders) & groepje 2 (tegenstanders)

Slide 12 - Tekstslide

Debat 2 
groepje 3 (voorstanders) & 4 (tegenstanders)

Slide 13 - Tekstslide

Debat 3 
groepje 5 (voorstanders) & 6 (tegenstanders)

Slide 14 - Tekstslide

De opbouw van ons debat  
2:00 - Openingsspeech voorstanders
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar 
1:30 -  Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 

Slide 15 - Tekstslide

Openingsspeech
  • Stelling inleiden (voor)
  • Argumenten voor de stelling uitleggen 
Slotspeech
  • Samenvatten belangrijkste meningsverschillen 
  • Uitleggen waarom jullie het 'meest' gelijk hebben! 

Slide 16 - Tekstslide

Voorbereiden
  • Zes groepen maken 
  • Stellingen verdelen (docent)
  • Kiezen wie de openingsspeech en de slotspeech gaat geven
  • Openingsspeech voorbereiden en argumenten bedenken, alle groepen 

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting les 1
  • Vragen?

Volgende les gaan we debatteren!

Slide 18 - Tekstslide





Welkom klas 3TL

Slide 19 - Tekstslide

Stellingen:
Groep 1 (voor) en 2 (tegen): 
De overheid moet roken helemaal verbieden! 

Jury = de rest van de klas, gebruik je juryformulier.
Debatleider = .....

Slide 20 - Tekstslide

Stellingen:
Groep 3 (voor) en 4 (tegen): 
De Nederlandse economie moet altijd groeien, dat is goed voor iedereen!

Jury = de rest van de klas, gebruik je juryformulier.
Debatleider = .....

Slide 21 - Tekstslide

Stellingen:
Groep 5 (voor) en 6 (tegen):
Wij moeten zo veel mogelijk producten kopen uit lage lonen landen!

Jury = de rest van de klas, gebruik je juryformulier.
Debatleider = .....

Slide 22 - Tekstslide

Opstelling
Debatleider

Slide 23 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
2:00

Slide 24 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
6:00

Slide 26 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
1:30

Slide 27 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
2:00

Slide 28 - Tekstslide

2:00 - Openingsspeech voorstanders 
2:00 - Openingsspeech tegenstanders
6:00 - Open ronde; reageren op elkaar
1:30 - Voorbereiding: overleggen over de conclusie 
2:00 - Slotspeech tegenstanders
2:00 - Slotspeech voorstanders 
timer
2:00

Slide 29 - Tekstslide

Jury aan het woord 

Slide 30 - Tekstslide

  • Je kunt een mondelinge presentatie geven waarin je rekening houdt met het publiek.
  • Je kunt een onderbouwde uitleg, verklaring of oordeel geven met als doel iets uit te leggen of iemand ergens van te overtuigen.
  • Je kunt uitleggen waarom de overheid burgers stimuleert gezonder te leven.
  • Je kunt uitleggen waarom we wel of geen producten moeten laten produceren in lage lonen landen.
  • Je kunt uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van de groei van de economie. 
Leerdoelen

Slide 31 - Tekstslide

Afsluiting les

Slide 32 - Tekstslide