H2.1 Moleculen en atomen les 2

Les 2
Verbindingen en naamgeving verbindingen

NOVA 3V H2.1
H2 Chemische reacties
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2
Verbindingen en naamgeving verbindingen

NOVA 3V H2.1
H2 Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Studiewijzer periode 2 
  • Herhaling van vorige les
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Instructie
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer periode 2
Staat in Teams --> Lesmateriaal --> studiewijzer

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de symbool van zink
A
Z
B
Zn

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de symbool van platina
A
Pl
B
Pt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de symbool van koolstof
A
C
B
Co

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de symbool van waterstof
A
W
B
H

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
  • uitleggen waaruit moleculen zijn opgebouwd
  • uitleggen wat het verschil is tussen elementen en verbindingen
  • moleculen weergeven in molecuulformules
  • de systematische naamgeving van moleculen toepassen
  • beschrijven wat het verschil is tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en chemische reacties op microniveau

Slide 8 - Tekstslide

Chemische reacties
Bij een chemische reactie verdwijnen de moleculen van de beginstoffen en worden nieuwe moleculen van de reactieproducten gevormd.

Tijdens een chemische reactie worden de atoombindingen in de moleculen van de beginstoffen verbroken. Hierna worden er nieuwe atoombindingen gevormd zodat er nieuwe moleculen ontstaan.

De atomen in een molecuul zijn met een atoombindingen met elkaar verbonden.




AANTEKENING

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Molecuulformules
Elke stof heeft een naam en een molecuulformule.

In de molecuulformule staan de atoomsoorten die in het molecuul zitten en hoevéél van elkaar atoomsoort (index)

Bv 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Atomen noemen wij ook wel elementen.

Ieder element heeft een symbool. Die leer je uit je hoofd.

Met de atomen/elementen kunnen we moleculen maken.

Alle elementen staan in het Periodiek Systeem. 

Slide 13 - Tekstslide

Verbindingen
Verbindingen zijn moleculen die meer dan één atoomsoorten bevatten. 

In tabel 3 staan een aantal verbindingen met hun molecuulformules die je uit je hoofd moet kennen

Slide 14 - Tekstslide

H2O
A
Element
B
Verbinding

Slide 15 - Quizvraag

H2
A
Element
B
Verbinding

Slide 16 - Quizvraag

Naamgeving verbindingen


Slide 17 - Tekstslide

Naamgeving verbindingen
- Noteer de atoomsoorten 
- Het aantal atomen geef je aan met een telwoord (tabel 5)
- Verbindingen krijgen de uitgang -ide (tabel 4)

Slide 18 - Tekstslide

HUH??
Scheikunde | 3 mavo | Chemie in het klein

Slide 19 - Tekstslide

Naamgeving verbindingen
CO
CS2
BBr3
P2O5

Slide 20 - Tekstslide

Naamgeving verbindingen
koolstofdioxide
difosforpentachloride
zwaveltrioxide
stikstofmono-oxide


Slide 21 - Tekstslide

Twee-atomige elementen
Clara Fietst In Haar Ondergoed Naar Brabant
Cl2      F2        I2    H2      O2                N2     Br2


Boek tabel 2 op blz. 61
AANTEKENING

Slide 22 - Tekstslide

Geef de molecuulformule

Slide 23 - Open vraag

Het indexcijfer in een molecuulformule zet je....
A
Achter het atoom waar het bij hoort
B
Voor het atoom waar het bij hoort
C
Voor het hele molecuul
D
Achter het hele molecuul

Slide 24 - Quizvraag

Instructie
Maken de opdrachten van §2.1 1 t/m 10

Slide 25 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide