In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
MiniSO 1: atoomsoorten
Tafels leeg
Alles behalve een pen blijft in je tas
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
H2.1 Systematische naamgeving
Leg klaar: schrift en pen en boek blz 65
Slide 3 - Tekstslide
Nieuwe afspraken
- Het moet rustiger zijn
- Sneller maatregelen nemen
-Waarschuwing, gang, gele kaart
-Regelmatig spullen checken
Slide 4 - Tekstslide
Deze les
Leerdoelen
Voorkennis
Uitleg
Oefenopgaven
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven
Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven
Slide 6 - Tekstslide
Voorkennis
Slide 7 - Tekstslide
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
C8H3
B
C3H8
C
C8H3
D
C3H8
Slide 8 - Quizvraag
Hoeveel waterstofatomen zijn aanwezig in de aanduiding
2 C2H6?
A
6 waterstofatomen
B
12 waterstofatomen
C
2 waterstofatomen
D
4 waterstofatomen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
NH3
B
N3H
C
N3H
D
3NH
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
CO2
B
2CO
C
C2O
D
CO2
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de formule van het volgende molecuul:
A
B
C
D
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Aan de moleculen kan je ook zien of het gaat om een mengsel of een zuivere stof.
Element
Verbinding
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Formules van elementen
Meestal: symbool met tussen haakjes de fase van de stof
voorbeelden:
Cu (s) Fe (s) C(s)
Slide 16 - Tekstslide
Formules van elementen
Meestal: symbool met tussen haakjes de fase van de stof
voorbeelden:
Cu (s) Fe (s) C(s)
fase
afkorting
vast
s
vloeibaar
l
gas
g
opgelost in water
aq
Slide 17 - Tekstslide
Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Let op: er zijn 7 elementen die bestaan uit moleculen met twee atomen.
Slide 18 - Tekstslide
chloor Cl2 (g) Clara
fluor F2 (g) Fietst
stikstof N2 (g) Naar
waterstof H2 (g) Haar
zuurstof O2 (g) Oma
jood I2 (s) In
broom Br2 (l) Breda
Zeven elementen die uit twee atomen bestaan (tabel 3)
ezelsbruggetje
Aantekening
Slide 19 - Tekstslide
De namen en formules uit deze tabel moet je uit je hoofd leren!
Slide 20 - Tekstslide
Verbinding
Element
C (s)
Fe (s)
P (s)
Cl2 (g)
He (g)
H2 (g)
O2 (g)
H2O(l)
CO2 (g)
HBr (g)
SCl2 (g)
C3H8 (g)
NH3 (g)
Slide 21 - Sleepvraag
Systematische naamgeving
Scheikundigen geven een systematische naam aan moleculen. Over de hele wereld worden daar dezelfde regels voor gebruikt.
Slide 22 - Tekstslide
Noteer
Systematische naam: de wetenschappelijke, door regels opgestelde naam van een stof.
Slide 23 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam
Voorbeeld:
Gebruikt Griekse telwoorden
Slide 24 - Tekstslide
De formule van een verbinding afleiden uit de systematische naam.
Stappenplan:
Noteer de symbolen van de atoomsoorten in de naam
Zet de nummers van de Griekse telwoorden, die in de naam voor de atoomsoort staan, achter het symbool van deze atoomsoort. Noteer de nummers als index.
De laatste lettergreep van de naam is vaak -de.
Zet de fase achter de formule.
Slide 25 - Tekstslide
Wat is de formule van Distikstofmonooxide ?
A
NO2
B
N2O
C
NO
D
NO2
Slide 26 - Quizvraag
Wat is de formule van Zwaveldichloride ?
A
SCl
B
S2Cl
C
SCl2
D
S2Cl
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de formule van Fosforpentabromide
A
F5Br
B
PBr5
C
FBr5
D
P5Br
Slide 28 - Quizvraag
De systematische naam geven bij een formule
Stappenplan:
Noteer de namen van de symbolen met ruimte om er een telwoord voor te schrijven.
Noteer het Griekse telwoord van elke index voor de bijbehorende atoomsoort.
Zet de uitgang -de achter de laatste atoomsoort.
Slide 29 - Tekstslide
Wat is de systematische naam van
S2O2
A
Dizwaveldioxide
B
Dizwaveldizuurstof
C
Zwaveldioxide
D
Zwavelzuurstof
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de systematische naam van
NF3
A
Stikstoffluoride
B
Stikstofdifluoride
C
Tristikstoffluoride
D
Stikstoftrifluoride
Slide 31 - Quizvraag
Formules van verbindingen
Samenvatting.
Leer de Griekse telwoorden uit je hoofd.
Voorbeelden van systematische namen:
Slide 32 - Tekstslide
Formules van verbindingen
Enkele veelvoorkomende stoffen hebben naast een systematische naam ook nog een alledaagse, triviale naam. Zo noem je H2O meestal water en niet diwaterstofmono-oxide.
Leer deze namen en formules uit je hoofd:
Slide 33 - Tekstslide
Deze les geleerd
Je kent de molecuulformules van de zeven elementen die uit twee atomen bestaan
Je kunt van een molecuulformule de systematische naam geven
Je kunt van een systematische naam een molecuulformule geven
Slide 34 - Tekstslide
Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt
Slide 35 - Open vraag
Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt
Slide 36 - Open vraag
Eigen werk
Doorlezen: H2.1 Uit je hoof leren: tabel 2 tot en met 5