Herhaling spelling H2

Spelling H5
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling H5

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg
- Samen oefenen
- Zelf oefenen
- Reflectie
 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe spel ik dit woord?
A
coordineren
B
coördineren

Slide 3 - Quizvraag

Hoe spel ik dit woord?
A
agendas
B
agenda's

Slide 4 - Quizvraag

Hoe spel ik dit woord?
A
Dex's jas
B
Dex' jas

Slide 5 - Quizvraag

Hoe spel ik dit woord?
A
buiig
B
buiïg

Slide 6 - Quizvraag

... waren kleurrijk uitgedost en anderen waren sober gekleed aan het toneelspelen.
A
sommige
B
sommigen

Slide 7 - Quizvraag

We hebben nog maar ... lesuren.
A
3
B
drie

Slide 8 - Quizvraag

Ik kocht gisteren ... kilogram vlees bij de slager en betaalde 9,50 euro per kilogram.
A
4
B
vier

Slide 9 - Quizvraag

Het ongeluk is op de A2 ... (gebeuren).

Slide 10 - Open vraag

De media ... (beweren) dat het op de A1 was.

Slide 11 - Open vraag

Max verstappen ... (racen) in recordtempo naar de top vorig jaar.

Slide 12 - Open vraag

Wat is een samenstelling?

Slide 13 - Open vraag

Lesdoel
- Aan het einde van deze les weet je wanneer je woorden los of aan elkaar schrijft en kun je dit toepassen.

- Aan het einde van deze les ken je de regels rondom de tussen -s en de tussen -n in samenstellingen en kun je dit toepassen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil in betekenis tussen langeafstandsloper en lange afstandsloper?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het verschil in betekenis tussen oude damesschoenen en oudedamesschoenen?

Slide 16 - Open vraag

We moeten (er+door+heen)

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Ze komt __________ (er + van + af) met excuses.

Slide 19 - Open vraag

Ik kijk __________ (er + naar + uit), dat feest!

Slide 20 - Open vraag

Ze sprong moeiteloos __________ (er + over + heen)

Slide 21 - Open vraag

Uitleg
Binnen samenstellingen kennen we nog een moeilijkheid.

Is het bijvoorbeeld 
Zonnewiel of zonnenwiel?
stationstraat of stationsstraat?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

dorp + huis

Slide 24 - Open vraag

maan + schijn

Slide 25 - Open vraag

kat + kruid

Slide 26 - Open vraag

Samen oefenen 
Opdracht 7 op bladzijde 160

Slide 27 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Maak opdracht 3, 4, 6, 8 en 9 op bladzijde 157-161

10 minuten in stilte
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Open vraag