MW 29.11. K2 werkwoorden tt

Willkommen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Willkommen

Slide 1 - Tekstslide

Programm Montag 29.11.
Grammatik  E werkwoorden tegenwoordige tijd

Ziel: hr könnt werkwoorden korrekt gebrauchen.

Slide 2 - Tekstslide

werkwoorden 
tegenwoordige tijd

Slide 3 - Tekstslide

stam
Werkwoord zonder   -en

wohnen                             wohn
spielen                               spiel
machen                             mach

Slide 4 - Tekstslide

Der Stamm von "essen" lautet:
A
essen
B
ess
C
es
D
esse

Slide 5 - Quizvraag

Der Stamm von "kaufen" lautet:
A
kauf
B
kaufe
C
kau

Slide 6 - Quizvraag

zwakke Werkwoorden tegenwoordige tijd
zwakke ww

(lachen)
ich
lach-e
du
lach- st 
er/sie/es
lach-t
wir
lach- en
ihr
lach -
sie/Sie
lach - en
ge - lach - t

Slide 7 - Tekstslide

Regel: feesttenten 

Slide 8 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 9 - Sleepvraag

lachen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lache
lacht
lachst
lachen
lacht
lachen

Slide 10 - Sleepvraag

spielen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
spiele
spielt
spielst
spielen
spielt
spielen

Slide 11 - Sleepvraag

heißen - er ______

Slide 12 - Open vraag

wohnen - wir ______

Slide 13 - Open vraag

gehen - du ______

Slide 14 - Open vraag

wohnen - ich ______

Slide 15 - Open vraag

spielen - sie (ev)______

Slide 16 - Open vraag

fragen - ihr ______

Slide 17 - Open vraag

wohnen - sie (mv) ______

Slide 18 - Open vraag

heißen - Sie ______

Slide 19 - Open vraag

gehen - es ______

Slide 20 - Open vraag

spielen - du ______

Slide 21 - Open vraag

Sprechen
Seite 52
10

Slide 22 - Tekstslide

Toll!
Ihr kennt die Artikel (lidwoorden) und wisst, wann man sie
         gebraucht. Ihr wisst wann man Großbuchstaben gebraucht.
          Ihr könnt etwas über eure Familie erzählen.

Slide 23 - Tekstslide