Startrekenen 1F H8 Verhoudingen deel 1

Rekenen
Verhoudingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een verhouding is.
  • Ik kan met een verhoudingstabel rekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht
Je bent jarig en je wilt in de klas trakteren op muffins. 

  • Er zitten 12 kinderen in de klas.  
  • 2 muffins kosten 1 euro.

Reken uit hoeveel je moet betalen.
Muffins
2
12
Euro
1

Slide 3 - Tekstslide

Startopdracht
Je bent jarig en je wilt in de klas trakteren op muffins. 

  • Er zitten 12 kinderen in de klas.  
  • 2 muffins kosten 1 euro.

Reken uit hoeveel je moet betalen.
Muffins
2
12
Euro
1
6
x 6
x 6

Slide 4 - Tekstslide

  • In 1 doos zitten 12 eieren
    Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?

  • In 2 uur rijd je 180 kilometer
    Hoeveel kilometer rij je per uur?

  • Drie broden kosten €4,50
    Hoeveel kost 1 brood?
doos
1
eieren
12
uur
2
km
180
brood
3
euro
4,50

Slide 5 - Tekstslide

  • In 1 doos zitten 12 eieren
    Hoeveel eieren zitten er in 3 dozen?

  • In 2 uur rijd je 180 kilometer
    Hoeveel kilometer rij je per uur?

  • Drie broden kosten €4,50
    Hoeveel kost 1 brood?
doos
1
3
eieren
12
36
uur
2
1
km
180
90
brood
3
1
euro
4,50
1,50
x3
:2
:3

Slide 6 - Tekstslide

In 1 fles cola zitten 7 glazen
Aantal flessen
Aantal glazen

Slide 7 - Open vraag

In 4 dozen zitten in totaal 24 glazen.
Aantal dozen
4
2
Aantal glazen
24

Slide 8 - Open vraag

3 pakken melk zijn bij elkaar 4,5 liter.
Aantal pakken
3
1
Aantal liters
4,5

Slide 9 - Open vraag

Jim verdient €6,50 per uur
Uur
1
4
Euro
6,50

Slide 10 - Open vraag

Jan fietst 60 kilometer in 3 uur tijd.
Aantal uren
3
1
Aantal kilometer
60

Slide 11 - Open vraag

Voor 10 oliebollen heb je 200 gram bloem nodig.
Aantal oliebollen
10
2
Aantal gram
200

Slide 12 - Open vraag

Voor 1 wasbeurt gebruik je 2 scheppen wasmiddel.
Aantal wasbeurten
1
4
Aantal scheppen
2

Slide 13 - Open vraag

3 dozen kiwi's kosten 4 euro. Hoeveel kosten 9 dozen?
Aantal dozen
3
6
9
Aantal euro's
4

Slide 14 - Open vraag

2 bioscoopkaartjes kosten 16 euro. Hoeveel kosten 10 kaartje?
Aantal kaarten
2
4
10
Aantal euro's
16

Slide 15 - Open vraag

In twee pakken zitten 30 koekjes.
Aantal pakken
2
1
6
Koekjes
30

Slide 16 - Open vraag

Rekenen
Maak de sommen op je werkblad

Slide 17 - Tekstslide