Herh. T1 en T2 B1-4
Een plant begint bladeren te krijgen. Hoe noem je dit?
A
Groei
B
Ontwikkeling
1 / 11
Onderdelen in deze les
Een plant begint bladeren te krijgen. Hoe noem je dit?
A
Groei
B
Ontwikkeling
Slide 1 - Quizvraag
Tijdens de puberteit word je een stuk langer. Welk levenskenmerk hoort hier bij?
Slide 2 - Open vraag
Je laat een hond uit. De hond is aan het plassen. Welk levenskenmerk hoort hierbij?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer is een eicel bevrucht?
A
Als de zaadcel de eicel binnendringt.
B
Als de zaadcel de eicel aanraakt.
C
Als de kern van de zaadcel met de kern van de eicel samensmelt
D
Als de celmembranen van de zaadcel en eicel samensmelten
Slide 5 - Quizvraag
De eicel van een konijn bevat 22 chromosomen. Hoeveel bevat een normale lichaamscel?
A
22
B
44
C
11
Slide 6 - Quizvraag
Welk soort deling is nodig om geslachtscellen te maken?
A
Gewone celdeling (mitose)
B
Reductiedeling (meiose)
Slide 7 - Quizvraag
De cellen in het oog van een mens bevat 46 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de cellen van de baarmoeder?
A
23
B
46
C
92
Slide 8 - Quizvraag
Op 1 september begint iemand te menstrueren. Op welke dag zal de ovulatie plaatsvinden?
A
13 sept.
B
14 sept.
C
18 sept.
D
28 sept.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de directe reden dat een vrouw begint met menstrueren?
A
Gele lichaam sterft af
B
Hormonen van de hypofyse
C
Er is geen zaadcel in het lichaam
Slide 10 - Quizvraag
Waar worden zaadcellen opgeslagen?
A
Teelbal
B
Zaadleider
C
Prostaat
D
Bijbal
