Woordvolgorde 2

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

This week's goals:
  • I can write sentences with a correct word order.
  • I know the steps to form a correct sentence.
  • I challenge myself to make longer sentences.

Slide 2 - Tekstslide

Wie doet wat waar wanneer?
             O              ww              lv             plaats                    tijd

Slide 3 - Tekstslide

EXAMPLE:
Peter liep vanmiddag samen met Patrick naar zijn huis.
Peter walked together with Patrick to his house this afternoon.

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1?
A
werkwoorden
B
tijd
C
onderwerp
D
plaats

Slide 5 - Quizvraag

Stap 2?
A
werkwoorden
B
onderwerp
C
plaats
D
tijd

Slide 6 - Quizvraag

Stap 3?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
plaats
D
tijd

Slide 7 - Quizvraag

Stap 4?
A
plaats
B
werkwoorden
C
onderwerp
D
tijd

Slide 8 - Quizvraag

stap 5?
A
lijdend voorwerp
B
onderwerp
C
tijd
D
werkwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Stappenplan:
1. onderwerp                         WIE
2. werkwoord(en)               DOET
3. lijdend voorwerp            WAT
4. plaats                                  WAAR
5. tijd                                        WANNEER

De tijd kan ook aan het begin van de zin worden gezet!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Answer YES or NO:
My neighbour will tomorrow
have a party.

Slide 13 - Open vraag

Answer YES or NO:
Last night had we a meeting at school with the teacher.

Slide 14 - Open vraag

TIP!
Zet de werkwoorden van de zin bij elkaar!

Ik heb gisteren heel veel friet gegeten.
I have eaten a lot of fries yesterday.

Slide 15 - Tekstslide

Put in the correct order:
at the zoo / saw / a week ago /
an elephant / my family and I

Slide 16 - Open vraag

design/ for/ every year/we/a big fashion company

Slide 17 - Open vraag

Put in the correct order:
shopping / went / the girls / this morning / at the mall

Slide 18 - Open vraag

ate/ in the kitchen/at 4 o'clock/ she/ an apple/ in the afternoon

Slide 19 - Open vraag

to France/ went/last year/the whole family/on holiday

Slide 20 - Open vraag

gave/ him/ a signed football/last Thursday/ the boys

Slide 21 - Open vraag

was/ a long queue/last week/ there/ at the supermarket

Slide 22 - Open vraag

lives/ the house/ our granny/ four floors/and/ where/ has/ a lift

Slide 23 - Open vraag

wears/ red/ Cindy/ in winter/ a/ scarf/ always

Slide 24 - Open vraag

never/ Ken/ the dog/but/ walks/ feeds/ the cat/ always

Slide 25 - Open vraag

Extra practice with 
word order?
Click in the next slide!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link