Oefenquiz so 2- blok 1

Oefenso-quiz 

Doe goed mee, de winnaar ontvangt misschien een prijs... 

Stam of ik-vorm 

Stam: heel werkwoord –en

• Slapen – en  = Slap
  

Ik vorm: de vorm die je achter ik zet.

• Slapen = ik slaap
  

stam en ik-vorm van: geloven

1. gelov, geloof
2. gelov, geloov
3. geloven, gelov
4. geloov, geloof

Kies de juiste stam en ik-vorm van het werkwoord:

begeleiden

1. begeleide - begeleid
2. begeleid - begeleid
3. begeleiden - begeleide
4. begeleide - begeleiden

Kies de juiste stam en ik-vorm van het werkwoord:

fronzen

1. frons-frons
2. fronz-fronz
3. fronz-frons
4. frons-fronz

Wat moet je doen om van de stam de ik-vorm te maken? Soms moet je 2 dingen veranderen!!

accepteren - accepter - ik .........

1. klinker toevoegen
2. medeklinker weghalen
3. van een z een s maken
4. van een v een f maken

Wat moet je doen om van de stam de ik-vorm te maken? Soms moet je 2 dingen veranderen!!

frituren - ........ - ik .........

1. klinker toevoegen
2. medeklinker weghalen
3. van een z een s maken
4. van een v een f maken

Wat moet je doen om van de stam de ik-vorm te maken? Soms moet je 2 dingen veranderen!!

verliezen - verliez- ik verlies

1. klinker toevoegen
2. medeklinker weghalen
3. van een z een s maken
4. van een v een f maken

Kies de juiste stam en ik-vorm van het werkwoord:

stoven

1. stoof - stoof
2. stove - stoof
3. stov - stof
4. stov - stoof

Tegenwoordige tijd 

• Ik-vorm = Ik slaap.
  
• Ik-vorm + t = hij/zij/jij/u/het slaapt.

• Ik vorm = Als je of jij achter de persoonsvorm staat en het onderwerp van de zin is.

• Hele werkwoord = wij/zij/jullie slapen.
  

Tegenwoordige tijd
betalen
Hij .............. te veel.

Tegenwoordige tijd
kopen
Ik .............. te veel.

Tegenwoordige tijd
wedden
Hij .............. voor een zak snoep dat hij een 8 gaat halen.

Tegenwoordige tijd
rennen
Wij .............. vaak rondjes bij gym.

Tegenwoordige tijd
zwemmen
Zij .............. iedere dinsdag

Tegenwoordige tijd
komen
.............. jij ook naar het schoolfeest?

Bederven| Morgen … het vlees, dus dat moet vandaag op.

Verliezen |Wie … de wedstrijd zaterdag, denk je?

Synoniemen 

Een synoniem is...

1. het zelfde woord, andere betekenis.
2. een ander woord, zelfde betekenis.

Geef het synoniem van corpulent

1. dun
2. dik
3. mooi
4. ijverig

Geef het synoniem van sanctie

1. straf
2. beloning
3. prijs
4. kosten

quizlet.com

Ben je klaar voor de schriftelijke overhoring van morgen?

Ja zeker

een beetje

nee