4V §3.4 Demografische ontwikkelingen Zuid-Amerika

  • Hoe is de spreiding van bevolkingsgroepen in Zuid-Amerika te verklaren?
  • Hoe ontwikkelt de bevolkingsgroei en -spreiding zich binnen Zuid-Amerikaanse landen?
  • In welke fase van het demografisch transitiemodel bevinden de verschillende landen zich? Wat is daarvoor de verklaring?
  • Beantwoord de hoofdvraag van §3.4 op blz. 57 OB



4V §3.4 Bevolking: spreiding, samenstelling en groei
Demografie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

  • Hoe is de spreiding van bevolkingsgroepen in Zuid-Amerika te verklaren?
  • Hoe ontwikkelt de bevolkingsgroei en -spreiding zich binnen Zuid-Amerikaanse landen?
  • In welke fase van het demografisch transitiemodel bevinden de verschillende landen zich? Wat is daarvoor de verklaring?
  • Beantwoord de hoofdvraag van §3.4 op blz. 57 OB



4V §3.4 Bevolking: spreiding, samenstelling en groei
Demografie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bron 16

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Demografisch transitiemodel
Demografische transitie = verandering van de bevolkingssamenstelling (leeftijd)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1b.
Noem de belangrijkste migratiebeweging die het patroon uit vraag a (bron 16) in de moderne tijd heeft doorbroken.

Slide 6 - Open vraag

De trek van het platteland naar de stad (verstedelijking).
Fig. 10

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1c. Bekijk figuur 10.
In absolute cijfers is het aantal bewoners van krottenwijken in de periode 2001-2015 in Latijns-Amerika gegroeid, maar relatief nauwelijks. Leg uit hoe dat kan. Je uitleg bestaat uit een oorzaak-gevolgrelatie.

Slide 8 - Open vraag

De bevolking is sinds 2001 flink toegenomen (oorzaak) waardoor het aantal krottenwijkbewoners wel is toegenomen, maar relatief nauwelijks (gevolg).
1d
Het percentage bewoners van krottenwijken op de totale stedelijke bevolking in een land zegt ook iets over de fase waarin dat land in het demografisch transitiemodel zit. Leg dit verband uit. Geef eerst een situatiebeschrijving en dan een algemene regel.

Slide 9 - Open vraag

Wanneer een hoog percentage van de stedelijke bevolking in krottenwijken woont betreft het meestal een armer land (situatiebeschrijving). 
Arme landen zijn minder ver opgeschoven in het demografisch transitiemodel (algemene regel).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies