Werk & Werkloosheid (2e) H2. Moet de arbeidsparticipatie omhoog? (3 lessen)

Werk & Werkloosheid
1. Werken of vrije tijd?
  • beroepsbevolking
  • p/a-ratio en participatiegraad
2. Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
  • i/a-ratio en arbeidsparticipatie

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Werk & Werkloosheid
1. Werken of vrije tijd?
  • beroepsbevolking
  • p/a-ratio en participatiegraad
2. Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
  • i/a-ratio en arbeidsparticipatie

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
  • terugblik vorige les (beroepsbevolking, p/a-ratio en participatiegraad)
  • quizje (beroepsbevolking, p/a-ratio en participatiegraad)
  • leerdoelen
  • instructie (i/a-ratio)
  • filmpje (vergrijzing)
  • maakwerk: opdracht 2.1 t/m 2.5

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik (arbeidsparticipatie)
BrutoParticipatiegraad=PotentieleBeroepsbevolkingBeroepsbevolking
NettoParticipatiegraad=PotentieleBeroepsbevolkingWerkzameBeroepsbevolking

Slide 3 - Tekstslide

02. Welke van de volgende personen behoort tot de werkloze beroepsbevolking?
A
Francien blijft thuis om voor de kinderen te zorgen.
B
Opa Joop is met pensioen.
C
Margriet is momenteel aan het solliciteren, zo hoopt snel aangenomen te worden.
D
Johnny vindt zichzelf niet geschikt om te werken en ligt liever de hele dag op de bank.

Slide 4 - Quizvraag

19. Als er meer deeltijd gewerkt wordt, dan stijgt de p/a-ratio.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

23. De beroepsbevolking bestaat uit alle mensen die een baan hebben.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen H2. Arbeidsparticipatie omhoog
  • Ik kan de begrippen op pagina 20 omschrijven (zie ook LWEO). 
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen AOW en bedrijfspensioen.
  • Ik kan de i/a-ratio berekenen.
  • Ik kan uitleggen welke gevolgen een verandering van de i/a-ratio heeft voor de belastingen en de premies en voor de hoogte van de uitkeringen.


































Slide 7 - Tekstslide

Pensioen opbouwen
Op welke 3 manieren kun je pensioen opbouwen?
  • AOW (van de overheid)
  • bedrijfspensioen (van werkgevers en werknemers)
  • sparen / beleggen (zelf)

Hoe worden ze betaald?
  • AOW via het omslagstelsel (door de actieven)
  • bedrijfspensioen via het kapitaaldekkingsstelsel
  • sparen / beleggen door jezelf

Slide 8 - Tekstslide

Pensioenpijlers

Slide 9 - Tekstslide

Filmpje
Vergrijzing, kijkvragen:

1. Wat zijn de oorzaken van de vergrijzing?



2. Wat zijn de gevolgen van de vergrijzing?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Filmpje
Vergrijzing, kijkvragen:

1. Wat zijn de oorzaken van de vergrijzing?
  • babyboom na de 2e wereldoorlog
  • anti conceptie (later en minder kinderen)
  • levensverwachting (we worden steeds ouder)
2. Wat zijn de gevolgen van de vergrijzing?
  • i/a-ratio omhoog (betaalbaarheid AOW en zorg)
  • minder voorzieningen in de dorpen
  • arbeidsmarkt (minder arbeidsaanbod)

Slide 12 - Tekstslide

i/a-ratio


Een inactieve = iemand die een uitkering ontvangt. 

Een actieve is iemand die werkt en premie betaalt.


ia.ratio=AantalActievenAantalInactieven×100

Slide 13 - Tekstslide

Maken opgave 2.4 blz. 15
Klaar? Maken 2.1 t/m 2.5
timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2.4 (pagina 13)
a. Bereken met hoeveel procent het 65-plussers tussen 2021 en 2040 zal toenemen.
  • procentuele verandering = (nieuw - oud) / oud x 100%
  • oud (65+ in 2021) = omvangbevolking (17.475.415) x 65-plus (19,8%) = 3.460.132
  • nieuw (65+ in 2040) = omvangbevolking (19.210.964) x 65-plus (25,1%) = 4.821.952
  • procentuele verandering = (4.821.952 - 3.460.132) / 3.460.132 x 100% = 39,4%
b. Leg uit hoe de verhoging van de pensioenleeftijd heeft bijgedragen aan een lagere i/a-ratio.
  • als de pensioenleeftijd verhoogd wordt
  • blijven mensen langer werken 
  • dan neemt het aantal inactieven af
  • en het aantal actieven toe
  • waardoor de i/a-ratio daalt

Slide 16 - Tekstslide

Afmaken 2.1 t/m 2.5

Slide 17 - Tekstslide

Werk & Werkloosheid
1. Werken of vrije tijd?
  • beroepsbevolking
  • p/a-ratio en participatiegraad
2. Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
  • i/a-ratio en arbeidsparticipatie

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdstuk 2
  • terugblik vorige les (i/a-ratio)
  • leerdoelen
  • instructie (i/a-ratio en participatiegraad)
  • maakwerk: opdracht 2.6 t/m 2.10

Slide 19 - Tekstslide

Terugblik (i/a-ratio)


Een inactieve is iemand die niet werkt en een uitkering ontvangt. 

Een actieve is iemand die werkt en premie betaalt.

.
ia.ratio=AantalActievenAantalInactieven×100

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen H2. Arbeidsparticipatie omhoog


  • Ik kan uitleggen dat de nadelige gevolgen van een hogere i/a-ratio opgevangen kunnen worden door een stijging van de arbeidsproductiviteit en/of een verhoging van de arbeidsparticipatie.
  • Ik kan uitleggen door welke maatregelen de participatiegraad kan toenemen.
  • Ik kan redenen noemen hoe de arbeidsproductiviteit kan stijgen en deze redenen toelichten.


































Slide 21 - Tekstslide

i/a-ratio
Wat betekent een i/a-ratio van 70?
  • er zijn 70 inactieven op de 100 actieven

Hoe kunnen we de stijging van de i/a-ratio oplossen zonder de premies te verhogen en/of de uitkeringen te verlagen?
  • het vergroten van de arbeidsproductiviteit
  • het verhogen van de arbeidsparticipatie

Slide 22 - Tekstslide

Participatiegraad
Verhogen door:
  • de pensioenleeftijd verhogen

  • verlagen van de hoogte van de uitkeringen

  • verbeteren van de kinderopvang

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit (APT) > de productie per werknemer in een bepaalde tijdseenheid. 


APT stijgt > in dezelfde tijd meer verdienen. Door:
  • specialisatie/arbeidsdeling
  • scholing
  • gebruik van techniek (mechanisatie/automatisering)

Slide 25 - Tekstslide

Maken opgave 2.6(a t/m h) blz. 13
Klaar? Maken 2.7 t/m 2.10
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Afmaken 2.7 t/m 2.10

Slide 28 - Tekstslide

Werk & Werkloosheid
1. Werken of vrije tijd?
  • beroepsbevolking
  • p/a-ratio en participatiegraad
2. Moet de arbeidsparticipatie omhoog?
  • i/a-ratio en arbeidsparticipatie

Slide 29 - Tekstslide

Maken opgave 2.11
Klaar? Maken 2.12 t/m 2.16
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Afmaken 2.12 t/m 2.16

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 2.12 (uitwerking)
  • i/a-ratio = aantal inactieven / aantal actieven x 100
  • aantal inactieven = 3.000.000 (uitkeringsontvangers)
  • aantal actieven = 6.000.000 - 500.00 = 5.500.000
  • i/a-ratio = 3.000.000 / 5.500.000 x 100 = 54,5
  • 54,5 is afgerond 55, dus antwoord A

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 2.13 (uitwerking)
1. De i/a-ratio is een indicator voor de betaalbaarheid van de sociale zekerheid.
  • juist
2. De i/a-ratio zal dalen als de werkloosheid afneemt.
  • juist
3. Bij een hoge i/a-ratio hoeven de werkende minder sociale premies te betalen.
  • onjuist
4. De nadelige gevolgen van een stijgende i/a-ratio kunnen worden opgevangen door de verhoging van de arbeidsproductiviteit.
  • onjuist
ia.ratio=AantalActievenAantalInactieven×100

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht 2.14 (uitwerking)
Zal de i/a-ratio in de volgende gevallen stijgen, dalen of gelijk blijven?

1. De arbeidsproductiviteit stijgt.
  • i/a-ratio blijft gelijk
2. De uitkeringen worden verlaagd.
  • i/a-ratio daalt (mensen met een uitkering zoeken eerder een baan = minder inactieven en meer actieven)
3. De leerplicht wordt verhoogd naar 21 jaar.
  • i/a-ratio stijgt (aantal schoolverlaters daalt = minder actieven)
4. De pensioenleeftijd wordt verhoogd naar 70 jaar.
  • i/a-ratio daalt (minder inactieven en meer actieven)
ia.ratio=AantalActievenAantalInactieven×100

Slide 35 - Tekstslide