Ontwikkelingsgerichte lesactiviteit-Bron 14 Observeren en rapporteren

Ontwikkelingsgerichte lesactiviteit 
terugblik vorige les
bron 13
Ontwikkelingsvoortgang  monitoren 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingsgerichte lesactiviteit 
terugblik vorige les
bron 13
Ontwikkelingsvoortgang  monitoren 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de interactievaardigheden?

Slide 2 - Open vraag

6 interactievaardigheden:
Basale interactievaardigheden zijn:
- sensitieve responsiviteit
- respect voor autonomie
- structuren en grenzen stellen
Educatieve interactievaardigheden zijn:
- praten en uitleggen
- ontwikkelingsstimulering
- begeleiden van interacties
Waar heeft stagnatie in de ontwikkelings voortgang vaak me te maken?

Slide 3 - Open vraag

De basisvoorwaarden:
- autonomie
- relatie
- competentie
Waarom maken scholen gebruik van een leerlingvolgsysteem?

Slide 4 - Open vraag

Het leerlingvolgsysteem volgt de leerling gedurende zijn schooltijd. Het systeem geeft zo inzicht in de ontwikkeling van de leerlingen, zowel op individueel als op groepsniveau. Je kunt dus terugkijken naar leerresultaten om zo een stijgende of dalende lijn te zien.
Wat zijn tips om gedragsproblemen te beperken:

Slide 5 - Open vraag

- Zorg voor een goede relatie met de leerlingen en bewaak de relatie tussen de leerlingen onderling.
- Begroet de leerlingen bij binnenkomst, zo zie je meteen wat hun stemming is.
- Zorg voor structuur en voorspelbaarheid.
- Zorg voor een veilige en positieve sfeer in de groep.
- Zorg voor succeservaringen en benoem die ook.
- Wees je bewust van je eigen houding en uitstraling.
Bron 14 Observeren en rapporteren 
Leerdoelen 
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen objectieve en subjectieve waarneming.
  • Je kunt het belang aangeven van observeren en de begeleiding van leerlingen.
  • Je kunt uitleggen hoe je schriftelijk kunt rapporteren.
  • Je kunt uitleggen hoe je mondeling kunt rapporteren naar een docent/team.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij al observaties uitgevoerd?
ja
nee

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij al eens gewerkt in het leerlingdossier?
ja
nee

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Observeren
Observeren kun je omschrijven als het bewust, doelgericht en systematisch waarnemen, registreren en interpreteren van gedrag.  

Observeren doe je altijd een bepaalde periode.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectieve of subjectieve  waarneming

Objectief; waarneembaar gedrag, feiten.

Subjectief; gedrag meteen interpreteren. 

Valkuilen:

  • je eigen mening
  • emotionele betrokkenheid
  • vooroordeel  
  • projectie


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatiemethoden
  • Participerend observeren: je neemt zelf deel aan de handelingen. 
  • Niet-participerend: je bent toeschouwer, gezien/ongezien
  • Ongestructureerde observatie: vindt plaats zonder vooraf gemaakte regels of afspraken. 
  • Gestructureerde observatie: vooraf regels en criteria gesteld.





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observatieplan

  • wie je gaat observeren
  • wat je precies te weten wilt komen (de onderzoeksvraag)
  • wat het doel is van de observatie
  • op welk gedrag je gaat letten
  • welke methode je gaat observeren en welke hulpmiddelen je daar eventueel bij gebruikt
  • wanneer, waar en hoe vaak je gaat observeren
  • welke wijze je de verkregen informatie gaat interpreteren en rapporteren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Registreren van de observatie

Beschrijvende observatie:
Je schrijft alles op wat je ziet gebeuren en wat te maken heeft met je observatiedoel. 

Observatieschema:
Dit schema bevat een aantal gedragskenmerken die je kunt aankruisen of turven.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpmiddelen kun je gebruiken bij een observatie?

Slide 14 - Open vraag

- videocamera (om later terug te kunnen kijken)
- memorecorder (ter vervanging van notities maken tijdens een participerende observatie)
- stopwatch (om precieze tijden in de gaten te houden).
Rapporteren 
Door het vastleggen van je gegevens kun je er op een later moment nog eens naar kijken en er conclusies uit trekken. Uit jouw observaties en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem kunnen doelen voor activiteiten voortkomen. Ook zijn de gegevens zo inzichtelijk voor je collega’s en kan het een hulpmiddel zijn in een gesprek met bijvoorbeeld ouders of specialisten in zorg en opvoeding.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mondeling of schriftelijk rapporteren
Mondeling rapporteren: meestal spontaan als je aan het werk bent.  


Schriftelijke rapportage: leg je de gegevens zwart op wit vast. Meestal maak je de rapportage in een digitaal systeem.  Voordelen; bewaard voor later, voorkomt dat informatie over het hoofd gezien wordt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afronding 

Maak opdracht 30-31-32 in Boom.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk onderstaande vragen uit en voeg deze toe aan je eindproduct:
  1. Welke interactievaardigheden wil je inzetten bij Marit, Eric en Mo?
  2. Hoe zorg je ervoor in deze les dat wordt voldaan aan de basisvoorwaarden om tot leren te komen?
  3. Hoe wil je bij Marit, Eric en Mo differentiëren?
  4. Hoe wil je Marit, Eric en Mo motiveren en stimuleren?
  5. Welke observatievragen zou je stellen voor Marit, Eric en Mo?
  6. Wat zou je in het leerlingvolgsysteem opzoeken?
  7. Welke stagnatie in de ontwikkelingsvoortgang zie je bij Marit, Eric en Mo?
  8. Welke oorzaken kunnen deze zaken hebben?
  9. Hoe kun je preventief werken met Marit, Eric en Mo?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies