Les 5

VS §3.3. Wat hebben mensen echt nodig?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

VS §3.3. Wat hebben mensen echt nodig?

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
  1. Lesdoelen
  2. Opdracht 7 paragraaf 3.2 
  3. Armoede
  4. Stelsel van sociale zekerheid

  5. Evaluatie
Waarom HW maken?! 
Omdat niet alles dat op de toets wordt behandeld, wordt besproken in de les.

Slide 2 - Tekstslide

1. Lesdoelen
Je kan 'betutteling' in verband brengen met de theorieën over de groei van de verzorgingsstaat
Je kan uitleggen welke factoren een rol spelen in het ontstaan van armoede in NL.
Je kan het stelsel van sociale zekerheid in NL schematisch weergeven.

Slide 3 - Tekstslide

2. Opdracht 7 A, B & C
Bespreken: betutteling en de groei van overheidsbemoeienis

Slide 4 - Tekstslide

Om wat voor reden zou je kritisch kunnen zijn op het stelsel van sociale zekerheid met uitkeringen?

Slide 5 - Open vraag

3. Armoede in NL

Slide 6 - Tekstslide

Stelling: de overheid moet ondersteuning bieden aan burgers die niet zelfstandig in hun basisbehoeften kunnen voorzien.
A
eens
B
oneens

Slide 7 - Quizvraag

Raad eens hoeveel mensen er in Nederland in 'armoede' leven?

Slide 8 - Open vraag

CBS: in december 2020 leefden ruim 1 miljoen NL'ers onder de armoedegrens (1090 euro netto voor een alleenstaande, 1530 euro voor een koppel zonder kinderen en 2080 euro voor een koppel met twee kinderen) Wat zijn volgens jou (afgezien van effecten de coronasituatie) twee van de belangrijkste oorzaken van armoede in NL?

Slide 9 - Open vraag

Oorzaken zijn vaak complex. 
Kwetsbare groepen (SCP):
Kinderen in 2019 ruim 251 duizend kinderen in arm huishouden
Eenoudergezinnen en alleenstaanden tot 65 jaar vaker arm
Alleenstaande moeders vaker arm dan alleenstaande vaders. NL telt 534 duizend eenoudergezinnen. Ruim de helft daarvan (54%) bestaat uit eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen. Veruit de meeste daarvan hebben een vrouw aan het hoofd.  
Werkende armen: Van alle volwassenen in armoede heeft een derde betaald werk als belangrijkste eigen inkomensbron. In 2017 waren er iets meer dan 666 duizend volwassenen met een inkomen onder het niet-veel-maartoereikendcriterium. 
Bijstandsontvangers lopen grootste risico op armoede. Na de bijna 220.000 werkende armen zijn de bijstandsgerechtigden de tweede grootste groep onder de arme volwassenen. In totaal ging het in 2017 om ongeveer 152 duizend personen. 
Pensioenontvangers Naast de werkenden en de bijstandsgerechtigden zijn de pensioenontvangers de derde grote groep onder de arme volwassenen. In 2017 ging het om 105 duizend mensen. Bijna 90 % van deze mensen is langdurig arm. 
Migratieachtergrond: Van alle arme volwassenen in 2017 had ongeveer de helft een migratieachtergrond. Niet-westerse migranten zijn vaker arm dan westerse migranten. Het armoederisico verschilt per land van herkomst.
Meer mensen onder bewindvoering voor schulden Het aantal mensen dat door schulden onder toezicht van een bewindvoerder kwam te staan is de afgelopen jaren fors gestegen, aldus de Raad voor de Rechtspraak. Waren er in 2013 nog ongeveer 35 duizend mensen onder bewind vanwege schulden, in 2018 waren dat er al ruim 56 duizend. Een stijging van zo’n 60 procent.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Reacties op het filmpje?

Slide 12 - Open vraag

4. Stelsel van sociale zekerheid

Slide 13 - Tekstslide

Zorgen voor elkaar
Er is in Nederland sociale zekerheid: een uitkering voor mensen die niet kunnen werken.

  • Werknemersverzekeringen voor mensen die werken: werkloosheid (WW) en arbeidsongeschiktheid (WIA). 
  •  Volksverzekeringen voor iedereen: ouderdom (AOW), kinderbijslag. 
  •  Sociale voorzieningen: bijstand (WWB), huurtoeslag, zorgtoeslag. 

Slide 14 - Tekstslide

Stelsel van sociale zekerheid

De overheid verplicht mensen solidair te zijn met anderen d.m.v. de sociale verzekeringen.

Het stelsel van sociale zekerheid ziet er als volgt uit:

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Reacties op het filmpje?

Slide 17 - Open vraag

Het idee van een basisinkomen past het beste bij
A
Het liberalisme
B
Sociaaldemocraten
C
Christendemocraten

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk voor de volgende keer
§3.3. 1 t/m 3, 5 en 6

Slide 19 - Tekstslide