Arm en Rijk - Nederland - Binnen steden - 3.1

Plattegrond CM3D
Bureau
Dani
Jeada
Chenevieve
Yuri
Michalena
Sanne
Aaliyah
Sienna
Roos
Elisha
Sofia
Maren
Jay
Aaron
Lenthe
Kai
Dara
Ella
Zaffa
Femke
Keo
Rachel
Chelsey
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond CM3D
Bureau
Dani
Jeada
Chenevieve
Yuri
Michalena
Sanne
Aaliyah
Sienna
Roos
Elisha
Sofia
Maren
Jay
Aaron
Lenthe
Kai
Dara
Ella
Zaffa
Femke
Keo
Rachel
Chelsey

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto

Slide 2 - Tekstslide

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Keuzemoment
Klaar? Laat het de docent zien en checken, daarna:

Optie 1: Examentraining H2 (in je werkboek = huiswerk)
Optie 2: Herhalingsopdrachten (online)
Optie 3: Samenvatting schrijven
(Optie 4: Studyfetch, eerst klassikaal uitleg)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plattegrond CM3A
Bureau
Elton
Serdar
Jake
Jonathan
Valentino
Julian
Lagloire
Mandy
Iman
Eren
Fien
Jeraiah
Tristan
Aiden
Yasir
Kenjiro
En Jay
Devano
Djazz
Sterre
Gyaan
Senna

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels in de klas
Tijdens de les
- Kom op tijd!
- Je telefoon in je kluis.
- Kom rustig binnen, ga zitten, pak je spullen en zet je tas op de grond.
- Laat een actieve leer- en werkhouding zien.
- Zorg dat je spullen voor school in orde zijn (huiswerk).
- Besteed aandacht aan je huiswerk (huiswerkcontrole)
- Water drinken mag / waterfles vooraf invullen, eten niet.

Spullen/HW niet in orde: 1e: waarschuwing, 2e: Strafwerk, 3e: Dubbele strafwerk, 4e: Blokweek

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Planning periode 2 bespreken, wat kan je verwachten?
Nabespreken toets TW1
Start H3.1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Arm en rijk binnen steden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke drie manieren kunnen we kijken of een land rijk is?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: Begrippen
T1: Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
T2: Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
I: Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke drie manieren kunnen we kijken of een land rijk is?
  1. BNP
  2. BNP/inwoner
  3. HDI 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindhoven
Doornakker                                                              De Karpen
“Welke wijk lijkt jou fijner om te wonen? Waarom?”
“Wat zie je dat anders is tussen deze wijken?”

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom laat BNP/inwoner verschillen tussen arm en rijk niet goed weer?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Stap 1: Lees rustig paragraaf 1 van hoofdstuk 3 (bladzijde 28 en 29) in stilte door → Je hoeft nog niets op te schrijven. Lees goed zodat je de tekst begrijpt.

Stap 2: Markeer in je boek maximaal 5 woorden of zinnen die te maken hebben met hoe fijn het is om ergens te wonen.
(Denk niet te snel: het mogen woorden over geld, huizen, verkeer, groen, of veiligheid zijn)

Stap 3:
Kijk naar de woorden die je hebt gemarkeerd.
→ Welke woorden horen bij welvaart (gaat over geld en bezit)?
→ Welke woorden horen bij welzijn (gaat over hoe gelukkig of gezond mensen zijn)?
→ Welke woorden horen bij leefbaarheid (gaat over hoe prettig het is in een wijk)?

Stap 4: Kun je rijk zijn (hoge welvaart) en tóch in een wijk wonen met lage leefbaarheid?
→ Leg uit waarom wel of waarom niet. Gebruik een voorbeeld uit je boek of je eigen ervaring.



Tijd: 25 minuten
Hoe: Fluistertoon met je buurman/buurvrouw, vragen? Steek je hand op
Klaar? maken: 2,3,4 en 7 van H3 paragraaf 1, blz 44-46 wb)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Stap 1: Lees de tekst van H3 paragraaf 1 (blz 28/29) alleen in stilte.

Stap 2: Markeer maximaal 5 woorden of zinnen in je leerboek die iets te maken hebben met hoe fijn het is om ergens te wonen.
(Denk niet te snel: het mogen woorden over geld, huizen, verkeer, groen, of veiligheid zijn)

Stap 3:
Welke van je woorden passen bij welvaart (geld, werk, huizenprijzen)?
Welke bij welzijn (gezondheid, veiligheid, geluk)?
Welke bij leefbaarheid (de wijk zelf, voorzieningen, verkeer)?

Stap 4: Schrijf 2 voorbeelden per begrip op in het schema hiernaast: --> 
wat zegt dit over de wijk?

Stap 5: 'Kun je rijk zijn (hoge welvaart) en tóch in een wijk wonen 
met lage leefbaarheid?' Leg uit!



Begrip
Voorbeeld (uit de tekst)
Wat zegt dit over de wijk?
Welvaart
Welzijn
Leefbaarheid
Tijd: 20 minuten
Hoe: Fluistertoon met je buurman/buurvrouw, vragen? Steek je hand op
Klaar? maken: 2,3,4 en 7 van H3 paragraaf 1, blz 44-46 wb)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welvaart (gaat over geld/inkomen)

Koopwoningen
of
Huurwoningen (Woningbouwcorporatie)

WOZ-Waarde ->waarde van je huis.-->
Geeft aan hoe makkelijk mensen in hun basisbehhoeften kunnen voorzien:
1) Huisvesting
2) Onderwijs
3) Gezondheidszorg
4) Voedsel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken In Nederlandse steden?
Welzijn (gaat over situatie waarin mensen 
wonen)
  • Leefbaarheid --------------------------->
  • Bebouwingsdichtheid
  • Groenvoorzieningen
  • Voorzieningen
  • Onderhoud van huizen
  • Veiligheid

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk in steden
Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?
Korte geschiedenis van de woningbouw in Nederland


1900
1960
nu
De industriële revolutie bracht veel werk naar de steden. Daar stonden de fabrieken. Mensen migreerden massaal naar kleine arbeidershuisjes. 
Na WOII moest Nederland opnieuw opgebouwd worden. Veel mensen kochten ook een auto. De rijke middenklasse vertrok uit de vieze, kapotte steden naar de buitenwijken. Ook werden er flats gebouwd. 
Veel mensen trekken terug naar de steden. De leefbaarheid is er erg verhoogd. Maar de binnensteden zijn erg duur. Mensen gaan daarom aan de randen van deze steden wonen. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaald de leefbaarheid in een wijk?
Mate waarin een wijk geschikt is om in te leven?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

H3: Arm en rijk in Nederland
§1: Arm en rijk binnen steden
Maken huiswerk




Hoe: Eerst alleen, daarna op fluistertoon
Tijd: Tot het einde van de les
Lezen LB
§1
blz. 28-29
Maken WB
.

blz. 44-45
§1: 1 t/m 5

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
R: Begrippen
T1: Je kunt arme en rijke wijken in Nederlandse steden herkennen aan woningtype, woningprijs en woningeigendom.
T2: Je kunt kenmerken geven van de bewoners van arme en rijke wijken in Nederlandse steden.
I: Welke verschillen zijn er tussen arme en rijke wijken in Nederlandse steden, en hoe hangen ze met elkaar samen?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende foto

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visualisatie van het begrip

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizlet bespreking
Kernbegrippen Quizlet
Verdiepende vragen



Bevolkingsdichtheid
Thematische kaart
Overzichtskaart


Wat betekent het begrip?

Kan je er een zin mee maken?

Kan je het begrip tekenen?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreking
Kernopgave(n) huiswerk
Verdiepende vragen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Weekplenda
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
H1 §1
H1 §2

H1 §3
SO


H2 §1
H2 §2

H2 §3
Examen

H3 §1
H3 §2
H3 §3
H4 §1
H4 §2
Examen
Lesdoelen
(1) kan je verklaren waarom het regiem van de Nederlandse rivieren onregelmatiger wordt;

(2) kan je de maatregelen van "ruimte voor de rivier" en de "driestapsstrategie" beschrijven, verklaren en herkennen;

(3) beschrijven waarom het overstromingsrisico van Nederland in de toekomst toeneemt;
Lesdoelen
(4) de drinkwaterproductie van Nederland beschrijven;

(5) beschrijven waarvoor zoetwater gebruikt wordt;

(6) beschrijven hoe Nederland voorkomt dat het te maken krijgt met een tekort aan water;
Lesdoelen
(7) de dwars- en lengteprofiel van de Rijn en de Maas;

(8) de fluctuaties van de Rijn en de Maas verklaren;

(9) de overheersende exogene kracht koppelen aan de positie van de lengteprofiel van de rivier;

(10) de overstromingsrisico kaart van Nederland beschrijven, verklaren en waarderen;
Lesdoelen
(11) De doelstellingen en maatregelen van Ruimte voor de rivier benoemen, verklaren en herkennen;
Lesdoelen
(12) de demografische groei- en krimp regio's van Nederland beschrijven en verklaren;

(13) de (on)gewenste gevolgen van deze veranderingen vanuit verschillende dimensies benoemen;

(14) vormen van stadsvernieuwing beschrijven, herkennen en verklaren;

(15) ontwikkelingen binnen stedelijke gebieden beschrijven, herkennen en verklaren;
Lesdoelen
(16) voorbeelden waarderen van "Smart city" implementaties;
Lesdoelen


Passende afbeelding

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies