Schrijven 1.4 - 3 kader

Schrijven 1.4 - 3 kader
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijven 1.4 - 3 kader

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Uitleg theorie over 'zakelijke e-mail' + oefeningen

Lesdoel
- Je weet uit welke onderdelen een zakelijke e-mail bestaat. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over
een zakelijke e-mail?

Slide 3 - Woordweb

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail?  Dus met welk doel!

Voorbeelden:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je hebt een klacht over een telefoon die je net gekocht hebt.

Slide 4 - Tekstslide

Ik schrijf een zakelijke e-mail naar een kledingwinkel als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Ik schrijf een zakelijke e-mail als ik een heel leuk weekend heb gehad en ik mijn oma daarover wil vertellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je niet persoonlijk kent. Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.

U
Mevrouw Bakker
(Dus geen 'je' en 'jij'!)

Dit noem je formeel taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Welke van de onderstaande zinnen hoort niet in een zakelijke e-mail?

A
Ik ben blij dat je wat vrolijker bent nu.
B
Graag wil ik informeren of ik me nog kan inschrijven.
C
Ik hoop gauw te vernemen over de datum.

Slide 8 - Quizvraag

In een zakelijke e-mail gebruik je formele taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Onderwerp

Onderwerp: Aanschaf veiligheidsschoenen

Slide 12 - Tekstslide


Onderwerp Herkansing
A
Correct
B
Niet correct

Slide 13 - Quizvraag

Aanhef

Geachte heer Broekmans,

Geachte mevrouw Dekker,

Geachte heer, geachte mevrouw,

Slide 14 - Tekstslide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail?
A
Hoi
B
Beste
C
Geachte

Slide 15 - Quizvraag


Welke aanhef is correct?
A
Geachte mevrouw Bakker,
B
Geachte mevrouw Bakker

Slide 16 - Quizvraag

Wat zet je in de inleiding van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
doel van de e-mail

Slide 17 - Quizvraag

Wat zet je in de kern van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de e-mail

Slide 18 - Quizvraag

Wat zet je in het slot van een zakelijke e-mail?
A
wat je van de lezer verwacht
B
informatie/vragen
C
het doel van de e-mail

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een goede slotzin van een zakelijke e-mail?
A
Zou u zo spoedig mogelijk willen reageren?
B
Ik wil een reactie.

Slide 20 - Quizvraag

Afsluiting

Met vriendelijke groet,

Tim Jongejans

Slide 21 - Tekstslide


Wat is een correcte afsluiting?
A
met vriendelijke groet
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet

Slide 22 - Quizvraag

Met vriendelijke groet, Tim Jongejans
A
correct
B
niet correct

Slide 23 - Quizvraag

Een zakelijke e-mail sluit je af met...
A
Een beleefde groet en je naam.
B
Wat je van de lezer wil.
C
Wat je van de lezer wil en je naam.
D
Een nette groet.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van de inhoud van een zakelijke e-mail?

1. Wat je van de ander verwacht.
2. Je noemt en begroet de persoon naar wie je mailt.
3. Duidelijke vraag stellen.
4. Waarom je de e-mail schrijft.

A
2,4,3,1
B
1,2,3,4
C
4,1,2,3
D
3,4,2,1

Slide 25 - Quizvraag

Zet de opbouw van een zakelijke e-mail in de goeie volgorde:
A
kern -onderwerp - aanhef - inleiding -slot -afsluiting
B
inleiding - aanhef - kern - afsluiting - slot
C
onderwerp - aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting
D
aanhef - inleiding -kern - onderwerp - slot - afsluiting

Slide 26 - Quizvraag

Lesplanning
Opdracht:
Schrijf op een blaadje de indeling van een zakelijke e-mail. Let ook op de witregels ertussen.

Lesdoel
- Je weet uit welke onderdelen een zakelijke e-mail bestaat. 

Slide 27 - Tekstslide