- Vandaag ga je leren wat het bijvoeglijk naamwoord is, hoe je deze kan herkennen en kan gebruiken.
H5. Taalverzorging/bijvoeglijk naamwoord
(online route = huiswerk voor 16 mei)
Slide 2 - Tekstslide
gezond
Wat kun je zeggen over de banaan?
Slide 3 - Woordweb
bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) vertelt iets over een zelfstandig naamwoord.
Je zegt bijvoorbeeld: Wat een leuke fiets!
Het bijvoeglijk naamwoord leuke vertelt iets over het zelfstandig naamwoord fiets.
Slide 4 - Tekstslide
Zo vind je een bijvoeglijk naamwoord
• Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord: een mooie film (zn); nieuwe schoenen (zn) , grote huizen (zn).
• Soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord: De film (zn) is mooi. De schoenen (zn) zijn nieuw en de huizen (zn) zijn groot.
Slide 5 - Tekstslide
• Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e):
zwak → zwakke; mooi → mooie.
• Bij de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de ‘trappen van vergelijking’ gebruiken: gaaf – gaver – gaafst.
Slide 6 - Tekstslide
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
een zilveren oorbel, een plastic emmer
Slide 7 - Tekstslide
Na een lange vliegreis landde Mariska in het warme Vietnam. De twee bn. zijn........