Thema 7 Pruiken en revolutie Standenmaatschappij & Lodewijk XVI en de verlichting

Thema #7 De Franse revolutie 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema #7 De Franse revolutie 

Slide 1 - Tekstslide

Regels
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandeld een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 2 - Tekstslide

Aantekeningen
Zie je dit potloodje? Dan neem je de dikgedrukte en onderstreepte zin over in je schrift.


Te weinig tijd? De les wordt met je gedeelt, kan je tijdens zelfstandig werken verder met overnemen.

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke jaartallen
Tijdvak van Pruiken en revoluties:
  • 18e eeuw 1700 n.chr - 1800. n.chr 
  • De Franse Revolutie (1789-1799)
  • Napoleon Bonaparte (1799-1815)

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: Oorzaak-gevolg
Oorzaak: Waarom of waardoor iets gebeurt
Gevolg: Datgene wat erna gebeurt
Aanleiding: De allerbelangrijkste oorzaak. Waarom of waardoor iets gebeurt. De laatste oorzaak, de druppel die de emmer doet overlopen.

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken & aanleiding
Oorzaken: Alle eerdere druppels in de emmer 
Aanleiding: De druppel die de emmer doet overlopen

Gevolg: Emmer loopt over

Slide 6 - Tekstslide

Frankrijk 18e eeuw
Absolutismealle macht bij de koning.
Droit devin: Goddelijk recht om te heersen

Standensamenleving: 


Slide 7 - Tekstslide

Stemmen per stand 
1e en 2e stand samen 5 % van de samenleving
3e stand 95%.

Koning: "Belasting moet omhoog, geld is op."
1e en 2e stand: Eens (betalen geen belasting)
3e stand: Oneens "we hebben al niks meer" 
Conclusie: Verhoging gaat door

Slide 8 - Tekstslide

De Verlichting

Slide 9 - Tekstslide

De Verlichting
De Verlichting: was een nieuwe filosofische stroming in Europa in de 18e eeuw. Geleerden begonnen na te denken over de ideale samenleving en verbeteringen in het bestuur.

De belangrijkste geleerden:

  • John Locke
  • Montesquieu
  • Voltaire
  • Rousseau

Slide 10 - Tekstslide

John Locke

  • Tegen het absolutisme.
  • Vorsten mogen niet zomaar doden, gevangen nemen en bezittingen afpakken 

Natuurrecht: Recht verkregen bij geboorte. Recht op leven, vrijheid en bezit. Ieder is gelijkwaardig en heeft gelijke rechten

Slide 11 - Tekstslide

Montesquieu

  • Vond dat de macht niet bij één persoon moest liggen, maar verdeeld moest worden. 
  • Scheiding der machten: Trias Politica. 

  1. Wetgevende macht: Regering + parlement maken wetten
  2.  Rechtsprekende macht: Onafhankelijke rechters Controleren wetten en spreken recht.
  3. Uitvoerende macht: Regering, ministeries & politie.

Slide 12 - Tekstslide

Voltaire




  • Vond dat mensen mochten zeggen wat ze ergens van vonden, zonder dat ze meteen opgesloten of verbannen werden.
  • Voor vrijheid van meningsuiting. 
  • Een van de eerste voorvechters van de mensenrechten: rechten die iedere mens zou moeten hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Rousseau
  • Was van mening dat alle mensen zich moesten onderschikken aan de algemene wilhet algemeen belang van de bevolking

  • Er moest volgens hem dus gehandeld worden vanuit het belang van het hele volk. 
  • Hij vond ook dat iedereen gelijk moest zijn voor de wet.

Slide 14 - Tekstslide

De Verlichting
De filosofen schreven boeken over hun ideeën en deze werden in heel Europa gelezen en verspreid. 

Gevolgen: 
  • Veel verlichte filosofen werden gevangen gezet.
  • Boeken werden verboden vanwege hun kritiek op het huidige regime. 
  • Sommige Europese vorsten voerden enkele Verlichte waarden en ideeën door en gaven hun onderdanen meer vrijheden en inspraak.
  • De onderzoekende geest van de Verlichting stimuleerde uitvindingen.

Slide 15 - Tekstslide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Empirisme en Rationalisme zijn de belangrijkste wetenschappelijke methoden uit de tijd van de Verlichting.

Empirisme: Wetenschappelijke methode dat zintuiglijke waarneming de enige bron is van alle kennis.

Rationalisme: Wetenschappelijke methode die ervan uitgaat dat alleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) tot zinnige kennis kan leiden. 


Slide 16 - Tekstslide

Empirisme vs Rationalisme
Wit en blauw.

Voorbeeld Empirisme:

  • Vier koeien zijn zwart en wit’, dat kan ik zien.
  • De hypothese: alle koeien zijn zwart en wit.
  • Althans tot er een tegenvoorbeeld komt

Slide 17 - Tekstslide

0

Slide 18 - Video

0

Slide 19 - Video

Historische vaardigheden
Spotprenten: de Memes van de geschiedenis. 

Slide 20 - Tekstslide

Spotprent
  • Wat gebeurt er op de spotprent

  • Worden mensen of dingen overdreven getekend?

  • Staat er tekst boven of onder?

  • Over welke gebeurtenis gaat de spotprent?

  • Wat is de mening van de maker?

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten van de week
Maak de werkdoelen op de LearningPortal bij:
  • Lodewijk XIV
  • De standenmaatschappij
  • De Verlichting (wit/blauw) 

Beantwoorde criteria in je schrift
(verschillend per kleur) 

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag! 
  •       Ga naar de learning portal en maak de opdrachten. Beantwoord de criteria die hoort bij het leerdoel in je schrift

se se Je mag zachtjes samenwerken. Je maakt wel je eigen werk. Hierbij mag je muziek luisteren.

            Als je klaar bent, dan laat je je werk zien voor feedback.

Slide 23 - Tekstslide