Het Slagwerk
1 / 19
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Toelichting
Hier vind je, indien nodig, meer informatie of uitleg over de bijbehorende slide.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke slaginstrumenten ken je?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Van links naar rechts:
Claves, handtrom, bongo's, snare drum
guiro (rasp), maracas, triangel, grote trom, klokkenspel
Cowbel, belletjes, woodblock
Cabassa, fingercymbals, castagnetten, tempelblocks, conga, pauken
Claves, handtrom, bongo's, snare drum
guiro (rasp), maracas, triangel, grote trom, klokkenspel
Cowbel, belletjes, woodblock
Cabassa, fingercymbals, castagnetten, tempelblocks, conga, pauken
Slide 6 - Tekstslide
Toelichting slide 5
Laat de leerlingen luisteren naar het fragment. Welke instrumenten horen ze? Er zijn in totaal 4 instrumenten te horen.
De volgende slide (slide 6) geeft antwoord op de vraag.
Slide 7 - Tekstslide
Toelichting slide 6
De antwoorden op de vraag in slide 5
Wie van jullie speelt er iets van slagwerk?
A
Ja, ik!
B
Nee.
Slide 8 - Quizvraag
Toelichting
Bespreek met de leerlingen wie wat bespeeld.
Slide 9 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Met één pauk kun je verschillende tonen spelen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Ongestemd slagwerk
Gestemd slagwerk
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Toelichting
Bespreek met de leerlingen dat slagwerk in elk orkest aanwezig is.
Slide 15 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Welke instrumentgroepen heb je gezien?
Welke instrumentgroepen heb je gezien?
Welke instrumentgroepen heb je gezien?
Waarom zit het slagwerk helemaal achteraan, denk je?
Slide 16 - Open vraag
Toelichting slide 9
- Beantwoord de open vraag.
- Als er geen devices in de klas aanwezig zijn, vul dan zelf de antwoorden in.
Antwoord: Ze creëren het meeste volume, nemen veel ruimte in beslag. Slagwerkers staan en anders staan ze voor andere orkestleden. Ze lopen ook vaak naar verschillende instrumenten tijdens stukken.
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Als je iets zou mogen kiezen, welk slaginstrument zou je dan willen bespelen?
Slide 19 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
