Pronouns (all - 1st form)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Personal Pronouns
  • Bepaal of het persoonlijk voornaamwoord het onderwerp van de zin is of het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp is.

  • Bepaal of je een enkelvoudsvorm of meervoudsvorm moet gebruiken.

  • Bepaal welk persoonlijk voornaamwoord je  precies moet gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Example
I like Bart. 
You must listen.
She is nice. 
We are waiting for him.
Can you help us?
I won't buy them

Slide 3 - Tekstslide

Possessive pronouns
  • Bepaal of het bezittelijk voornaamwoord vóór het zelfstandig naamwoord waarnaar het verwijst in de zin staat of dat dat niet zo is.

  • Bepaal of je een enkelvoudsvorm of meervoudsvorm moet gebruiken.

  • Bepaal welk bezittelijk voornaam woord je precies moet gebruiken. 

Slide 4 - Tekstslide

Example
She's my friend.
Is that her house?
This was our idea.
She's a friend of mine.
Are both red cars yours?
I'm a colleague of theirs.

Slide 5 - Tekstslide

This is Jonah, (wij) like (hem) a lot.
A
we, him
B
they, her
C
us, he
D
we, he

Slide 6 - Quizvraag

What do (jullie) want from (ons)?
A
she, we
B
they, us
C
you, us
D
they, you

Slide 7 - Quizvraag

This is Karin, (zij) likes football.
A
they
B
she
C
her
D
he

Slide 8 - Quizvraag

Do you see those two boys? (Zij) are up to no good.
A
she
B
they
C
him
D
them

Slide 9 - Quizvraag

(hij) gave (haar) a pretty flower.
A
him, her
B
he, she
C
he, her
D
him, she

Slide 10 - Quizvraag

1. "Is he marrying Leila?" "Yes, he is in love with ………………..!"

Slide 11 - Open vraag

2. "Your son is making a lot of noise!" "I'll ask ………………. to be quiet."

Slide 12 - Open vraag

4. "Where are my glasses?" "You are wearing ………………. !"

Slide 13 - Open vraag

Choose the correct possesive pronoun.
That ball is ................ (van hem).


A
her
B
his
C
my
D
their

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct possesive pronoun.
That is ............. (haar) dog.
A
him
B
us
C
her
D
me

Slide 15 - Quizvraag

My grandparents love to dance in ........dancing shoes.
A
his
B
her
C
their
D
they

Slide 16 - Quizvraag

My ipad is missing. Can I use ...............?
A
mine
B
yours
C
his
D
hers

Slide 17 - Quizvraag