H9.1 deel 2 Zouten herkennen les 2

H9 zouten
9.1: Zouten herkennen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H9 zouten
9.1: Zouten herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom
  • terugblik vorige les, 
  • uitleg H9.1 deel 2
  • huiswerk volgende keer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik vorige les
leren H9.1 (blz 198)
maken (blz 203): opg 1 t/m 10

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
  • weten wat ionen zijn
  • weten waarom ionen positief of negatief geladen zijn
  • weten hoe de naamgeving van zouten werkt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZOUTEN
Zouten bestaan uit geladen deeltjes. Deze noemen we ionen.

Zouten zijn opgebouwd uit:
  • Positief geladen metaal-ionen EN
  • Negatief geladen niet-metaal ionen

Slide 6 - Tekstslide

Denk aan ionenwisselaar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw Zouten:
Metaal-ionen: 
  • positief geladen.
  • meesten lading 2+
  • één samengesteld: NH4+ (ammonium)
  • ijzer 2+ of 3+
  • lading in naam aangeven met romeinse cijfers ( 3+  =  III )

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw Zouten:
Niet-metaal-ionen: 
  • negatief geladen.
  • naam enkelevoudige ionen eindigen op  -ide
  • veel samengesteld: namen uit je hoofd kennen)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe weet je hoeveel lading een ion heeft?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZOUTEN
Ionrooster

Slide 11 - Tekstslide

In de vaste fase kunnen de ionen niet bewegen, maar in de vloeibare fase wel
Zouten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZOUTEN
MgCl2
Magnesium-ionen (metaal)
Chloride-ionen 
(niet-metaal)
Magnesiumchloride

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

naamgeving zouten: 

  • van sommige metaalionen bestaan meerdere varianten
  • met een romeinscijfer geef je de lading van het metaalion aan.  
  • ijzer(III)chloride =FeCl3                          en  ijzer(II)sulfaat = Fe(SO4)

  • mangaan(IV)oxide=MnO2                           mangaan(II)chloride =MnCl2

  • kwik(II)sulfide=HgS      
positief metaal- of ammonium(NH4-)ion, gevolgd door het negatieve ion

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen gehaald?
  • weten wat ionen zijn
  • weten waarom ionen positief of negatief geladen zijn
  • weten hoe de naamgeving van zouten werkt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
leren H9.1  (blz 199)
maken : opg 11, 13, 16, 18, 21, 24, 25, 28

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies