Les 22: een probleemoplossende discussie voeren

Welkom A2c!
Wat gaan we doen?

  • Mededelingen

  • Lesdoelen
  • H5 Spreken & Gesprekken: een probleemoplossende discussie voeren
  • Evaluatie

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom A2c!
Wat gaan we doen?

  • Mededelingen

  • Lesdoelen
  • H5 Spreken & Gesprekken: een probleemoplossende discussie voeren
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Mededelingen

Volgende week: spreekvaardigheid discussie (weging 10%)

Dinsdag 17 december: 
-> groep 1: Amber, Fenna, Eva en Sofie
-> groep 2: Niels, Gijs, Ties B., Ties D. en Lars
-> groep 3: Yassir, Lieuwe, Adam, Joep en Casper




Slide 2 - Tekstslide

Mededelingen

Volgende week: spreekvaardigheid discussie (weging 10%)

Woensdag 18 december: 
-> groep 4: Nina, Marouscha, Nikki en Joany
-> groep 5: Minke, Lotte, Ernée en Michelle
-> groep 6: Sven, Mads, Jules en Jelle




Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les kun je...

... deelnemen aan een probleemoplossende discussie.
... reageren op de inbreng van anderen.
... op de juiste manier aan het woord komen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Zo voer je een probleemoplossende discussie
  • Leg jouw oplossing voor het probleem uit. Noem voordelen en nadelen.
  • Spreek rustig en duidelijk.
  • Luister goed naar de andere deelnemers en ga serieus op hun woorden in. Geef aan waar je het wel of niet mee eens bent.
  • Laat de anderen uitspreken.
  • Zeg ‘Daar wil ik graag op reageren’ of ‘Mag ik daar wat over zeggen?’
  • Bespreek met elkaar de voor- en nadelen van elkaars oplossingen. Bedenk ook wat je kunt doen aan eventuele nadelen van die oplossingen en probeer samen tot de beste oplossing te komen.

Slide 6 - Tekstslide

Zo leid je als voorzitter een probleemoplossende discussie:
1) Leid de discussie in: vertel wat het probleem is.
2) Geef de deelnemers het woord.
3) Laat elke spreker voldoende aan het woord komen.
4) Vraag een spreker om toelichting als je merkt dat anderen hem niet goed begrijpen.
5) Spreek iemand erop aan als hij afdwaalt van het onderwerp.
6) Vat zo nu en dan de discussie samen.
7) Sluit de discussie af met een samenvatting of een conclusie: de oplossing voor het probleem.

Slide 7 - Tekstslide

Oefendiscussie
De docent maakt vijf groepen van vijf.

Stel dat er nieuwe buren in de straat zijn komen wonen. Ze zorgen voor enorme overlast en er blijkt niet met hen te praten. Wat kan er gedaan worden om de situatie te verbeteren?

Kies allemaal een rol die je speelt in deze probleemsituatie: een buur, een vertegenwoordiger van de gemeente, iemand van het maatschappelijk werk of misschien de wijkagent. Eén groepslid is de voorzitter!

Slide 8 - Tekstslide

Oefendiscussie
1. Bereid je voor op de situatie door op een kladblaadje op te schrijven wat voor jou precies het probleem is. Bedenk mogelijke oplossingen.
-> 10 minuten
2. Voer de discussie volgens de regels uit de theorie. Iedereen verwoordt eerst zijn standpunt in de situatie. Bespreek mogelijke oplossingen. 
Probeer samen tot de beste oplossing te komen. -> 5 minuten

Klassikaal: elk groepje laat na afloop hun beste oplossing horen!




Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
Kun je nu...

... deelnemen aan een probleemoplossende discussie?
... reageren op de inbreng van anderen?
... op de juiste manier aan het woord komen?


Slide 10 - Tekstslide

Kun je nu deelnemen aan een probleemoplossende discussie?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Kun je in een probleemoplossende discussie op de juiste manier reageren op de inbreng van anderen?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Kun je in een probleemoplossende discussie op de juiste manier aan het woord komen?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Ben je tevreden over je eigen werkhouding?

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk (morgen)

 Leer de theorie over 
het voeren van een probleemoplossende discussie (blz. 142)


Slide 15 - Tekstslide