H4 [BLOKUUR] Chapitre 2 - Schrijven & Grammaire C - passé composé - imparfait

Groupes
Ga zitten in groepjes van 4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Groupes
Ga zitten in groepjes van 4

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Écrire : évaluation
  • Réviser : le passé composé et l'imparfait
  • Grammaire C : l'emploi du passé composé et l'imparfait
  • Exercices 

Slide 2 - Tekstslide

Les buts
1) Ik kan aangeven wat sterke punten zijn bij het schrijven van een Franse brief. 

2) Ik kan de passé composé en de imparfait toepassen in context en uitleggen wanneer je welke tijd gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Brain dump
Waar denk je aan bij het schrijven van
een informele brief in het Frans?

Slide 4 - Woordweb

De opdracht

Slide 5 - Tekstslide

De opdracht
Lees de brief die je hebt gekregen.
Beoordeel in jouw groepje de brief met behulp van de rubric. 
i

Slide 6 - Tekstslide

Informele brief

Bekijk de brief nog een keer en 
geef antwoord op de volgende vragen:
1) Wat gaat goed? - maak een top 3!
2) Wat kan nog beter? - maak een top 3!
3) Benoem 1 ding dat jij mee gaat nemen
als je zelf een brief gaat schrijven.
Doe dit eerst alleen!

Slide 7 - Tekstslide

Informele brief

Bekijk de brief nog een keer en 
geef antwoord op de volgende vragen:
1) Wat gaat goed? - maak een top 3!
2) Wat kan nog beter? - maak een top 3!
3) Benoem 1 ding dat jij mee gaat nemen
als je zelf een brief gaat schrijven.
Bespreek in jouw groepje en kom samen tot één antwoord!

Slide 8 - Tekstslide

Wat neem je mee?

Slide 9 - Open vraag

Les dominos tombaient,
alors il en a enlevé un.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe je de passé composé maakt van regelmatige werkwoorden op –er, -re en –ir.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Noem 3 werkwoorden waarbij je in de passé composé het hulpwerkwoord être gebruikt.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Mix en match de vervoegde werkwoorden met het juiste persoonlijk voornaamwoord.

je
tu
il
nous
vous
elles
lisaient
lisait
lisais
lisais
lisait
lisions
lisiez

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

puis
alors
avant
souvent
ensuite
après
toujours
d'habitude
soudain

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Tekstslide