Havo 4 vocabulaire

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

le comportement

1. het gebruik
2. het gedrag
3. het spel
4. het plein

la nourriture

1. het bord
2. de maaltijd
3. het voedsel
4. het gerecht

de aankomst

1. l'arrivée
2. l'invention
3. la soirée
4. la mort

het schilderij

1. la nourriture
2. le repas
3. le plat
4. le tableau

welke woorden hebben te maken met eten (meerdere antwoorden zijn goed)

1. la nourriture
2. la coutume
3. la bouffe
4. l'assiette

welk woord geeft een tegenstelling aan?

1. aussi
2. avant
3. car
4. mais

welke woorden zeggen iets over een product?

1. bon pour la santé
2. rectangulaire
3. chouette
4. en verre

hoe zeg je:" de koning is dood"

1. le roi est né
2. le roi est responsable
3. le roi est mort
4. le roi est un scientifique

Wat is synoniem van het woord"influent"

1. âgé de
2. puissant
3. brillant
4. soudain

imparfait of Passé Composé?
Hier j'ai lu/ je lisais un article sur Louis XIV

1. j'ai lu
2. je lisais

bij souvent, toujours, autrefois, depuis enz. gebruik je de..

1. passé composé
2. imparfait

Vul aan: est-ce que tu (pouvoir, présent)... te présenter.

1. pouvais
2. peux
3. pourras
4. pourrais

Vul aan: La France est connue pour....

1. ses baguettes
2. la haute couture
3. la bonne cuisine
4. ses tapas

wat betekent: deviner?

1. een stempel drukken op
2. aantrekken
3. vertegenwoordigen
4. raden

welke tijd komt na de volgende woorden: puis, alors, encore..

1. de imparfait
2. de passé composé