WLC diabetes

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diabetes?
A
Bij diabetes mellitus is er sprake van te weinig of geen insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
B
Bij diabetes mellitus is er sprake van een te hoge glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft
C
Bij diabetes mellitus is er sprake van een te hoge insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
D
Bij diabetes mellitus is er sprake van te weinig of geen glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diabetes?
Diabetes=doorlopen en mellitus= zoet ( suikerziekte)

Normaal (na het eten) produceren cellen van de alvleesklier vervolgens het hormoon insuline. Insuline zorgt dat het glucose wordt opgenomen in de lichaamscellen zodat het bloedglucosegehalte weer daalt. 

Alvleesklier produceert niet of te weinig insuline.




Slide 3 - Tekstslide

Glucose heb je nodig voor je spieren ect 
Alvleesklier (Pancreas) 
Bestaat uit meerdere soorten cellen:
A. Alfacellen maakt stofje Glucagon ( heeft als effect dat de hoeveelheid suiker in het bloed omhooggaat) 
B. Betacellen maakt het stofje Insuline aan ( suiker in het bloed gaat omlaag).
Insuline heeft als effect dat de cellen in de spieren en lever glucose omzetten in Glycogeen ( reservevoorraad) . 

Slide 4 - Tekstslide

Alvleesklier heeft meer beta dan alfacellen 
Cellen liggen in de eilandjes van Langerhans. 

Wanneer de glucose waarde in het bloed te laag wordt maakt de alvleesklier glucagon aan. 

Glycogeen==> dit is de vorm van glucose die je lichaam als een soort reservevoorraad opslaat. Hierdoor kan je lichaam de opgeslagen glucose later weer gebruiken wanneer dit nodig is. 

Wanneer het te laag is door sporten of als je een tijdje niet eet dan is je glucosewaarde lager. Lichaam wil de voorraad glycogeen gebruiken.  Omdit voor elkaar te krijgen heb je hormoon glucagon nodig. Deze zet namelijk het opgeslagen glycogeen weer om in glucose. hierdoor gaat de glucosewaarde in het bloed weer omhoog. 

Samengevat
Je hebt een te hoge glucosewaarde in je bloed: (na eten)
- betacellen geven insuline af
- de cellen van je organen en spieren nemen glucose op uit het bloed
- de glucosewaarde daalt

Je hebt een te lage glucosewaarde in je bloed
- de alfacellen geven glucagon af
- glycogeen (voorraadkamer) wordt omgezet in glucose
- de glucosewaarde stijgt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan de bloedglucosewaarde binnen de normale grenzen gehouden worden bij diabetespatiënten?
A
Door het toedienen van insuline, zowel in injectie- als tabletvorm.
B
Door aanpassing in het voedingspatroon, met name een vermindering in het eten van koolhydraten (suikers).
C
Beide antwoorden zijn juist.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boven welke waarde is er geen sprake meer van een gezonde bloedsuikerwaarde (volgens het diabetesfonds)?
A
Nuchter: 3,5 mmol/l, niet nuchter: 6,1 mmol/l.
B
Nuchter: 6,1 mmol/l, niet nuchter: 7,8 mmol/l.
C
Nuchter: 7,8 mmol/l, niet nuchter: 9 mmol/l.
D
Nuchter: 9 mmol/l, niet nuchter: 11 mmol/l.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes Type 1 (10%)
  • Auto-immuunziekte 
  • Kinderleeftijd of tienerleeftijd 
  • Begint plotseling, ernstig ziek, gewichtsverlies 
  • Erfelijke factoren 
  • Infectie (virus) eilandjes van Langerhans raken ontstoken

  • Insuline afhankelijke diabetes 

Slide 9 - Tekstslide

auto-immuunziekte valt het afweer systeem gezonde cellen vh eigen lichaam aan. type 1 valt het afweersysteem de betacellen in de alvleesklier aan.  deze kunnen dan geen insuline aanmaken. 

- erfelijkheid
- Virussen ( verkoudheidsvirus)
-koemelk
-sommige eiwitten glutten bijv
Symptomen type 1
Binnen een paar weken nadat diabetes type 1 is ontstaan, veroorzaakt de ziekte duidelijk klachten, zoals:

  • Vaak plassen
  • Veel dorst hebben: hierdoor drink je meerdere liters per dag
  • Een droge mond
  • Zonder aanwijsbare reden afvallen
  • Wazig of slecht zien
  • Zwak en vermoeid voelen

ANDERE KLACHTEN ( in de loop van de jaren ontstaan)
  • Een zenuwaandoening: bijvoorbeeld pijnlijke en tintelende handen en voeten.
  • Een oogaandoening: bijvoorbeeld slechter kunnen zien.
  • Een voetaandoening: bijvoorbeeld teenwonden die slecht genezen.
  • Een hart- en vaatziekte
  • Een nieraandoening

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling type 1 
Het toedienen van insuline via een insulinepen of - pomp. 
Kortdurende insuline
Middel (lange) insuline 
Dieet

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes Type 2 (90%)
  • meestal zorgvrager al wat ouder is (boven de 40) 
  • probleem is dat andere cellen in het lichaam vd persoon minder goed         reageren op de insuline  (en nemen dus geen glucose op) 
                           = insulineresistentie 

Oorzaken:
  • erfelijkheid, overgewicht, ontsteking alvleesklier, zwangerschap, medicatie zoals prednison, ongezonde leefstijl, leeftijd.

Slide 12 - Tekstslide

 insulineresistentie --> steeds meer insuline nodig 
Betacellen in alvleesklier wel extra insuline  aan maar na een tijdje lukt dit niet meer. 
Glucose gaat stijgen in het bloed. 
Ontstaat vaak langzaam . kan je al lang hebben, zonder te merken. 

Als je beide ouders diabetes hebben: 20 tot 40 procent kans
Als vader of moeder diabetes mellitus type 2 heeft: 10 tot 20 procent kans
Als je broer of zus suikerziekte heeft: 15 tot 20 procent kans
Als twee of meer broers of zussen het hebben: 25 tot 70 procent kans
Als je eeneiige tweelingbroer- of zus diabetes heeft: 70 tot 90 procent kans
Symptomen van  type 2
De meeste mensen merken niet dat hun bloedsuikergehalte verhoogd is. Sommige patiënten krijgen echter wel klachten, zoals:

  • Dorst, Veel plassen
  • Jeuk, Vermoeidheid
  • Wondjes en ontstekingen aan de huid die erg langzaam genezen

ANDERE KLACHTEN
  • Slechter lopen
  • Slechter zien
  • Gevoelloze voeten
  • Traag genezende open wonden aan de tenen
  • Erectieproblemen
  • Een pijnlijk gevoel of tintelingen in de armen en benen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling type 2 
De belangrijkste onderdelen van de behandeling van diabetes zijn gezond eten, genoeg bewegen, niet roken, medicijnen (tabletten)  en insuline.

Verder schrijft de arts vaak ook medicijnen voor om cholesterol en bloeddruk te verlagen. Deze behandeling verkleint de kans op hart- en vaatziekten enorm.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Patiënt X heeft een bloedsuiker van 3,3 mmol. Wat doe je?
A
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je dient extra insuline toe.
B
Patiënt X heeft een hypoglycemie. Je dient extra insuline toe.
C
Patiënt X heeft een hyperglycemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro-pil
D
patiënt X heeft een hypoglycemie. Je geeft je patiënt snelle koolhydraten, bijvoorbeeld een Dextro-pil.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen treden doorgaans op bij diabetes?
A
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en tremoren
B
Tremoren, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
C
Dorst, veel plassen, slechte wondgenezing en oogklachten.
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij diabetes kunnen veel complicaties optreden. Wat is diabetische retinopathie?
A
een diabetische voet: door slechte doorbloeding wordt de genezing van wonden op de voet belemmerd.
B
Een oogaandoening: diabetes beschadigt de haarvaten in het netvlies van de ogen, waardoor bloedinkjes of littekenweefsel ontstaan.
C
Nierschade: wanneer bloedsuikerwaarden structureel te hoog zijn raken de haarvaten in de nieren beschadigd, waardoor de nierfunctie vermindert.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meten is weten 
- Controle
Glucose meten doe je met een bloedglucosemeter. 
Dit kan met een vingerprik of een sensor (FreeStyle Libre) 
- 4 dagen curve 

Slide 21 - Tekstslide

Vóór het ontbijt;
vóór het middagmaal;
vóór het avondmaal;
vóór het slapengaan.  

Bij een 7-punts curve wordt er ook gemeten op een vast tijdstip ná de hoofdmaaltijden (bv. 2 uur na de maaltijd).
In volgende situaties is het aangewezen om meer te meten:
Bij ziekte;
vóór, tijdens en na een fysieke inspanning;
bij wijzigingen in de behandeling;
op vakantie of bij speciale gelegenheden;
als je zwanger wil worden. 
Uitslag bloedsuikertest
Nuchter geprikt (8 uur niet gegeten):
    Onder de 6,1 mmol/l - geen diabetes
    Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l - voorstadium van diabetes
    Boven de 6,9 mmol/l - diabetes

niet nuchter geprikt:
    Onder de 7,8 mmol/l - geen diabetes
    Tussen de 7,8 en 11 mmol/l - geen oordeel mogelijk
    Boven de 11 mmol/l - diabetes


Slide 22 - Tekstslide

ls je diabetes hebt, wordt af en toe in het ziekenhuis het HbA1c-gehalte in je bloed bepaald. Deze waarde is je gemiddelde bloedsuikerwaarde van de afgelopen 2 a 3 maanden. De afkorting staat voor Hemoglobine A1c. 
Hemoglobine A1c is een eiwit dat de rode bloedcellen zijn kleur geeft en waaraan suiker is gebonden.
https://www.diabetesfonds.nl/media/downloads/hba1c-omrekentabel.pdf

Diabetes voet 
  • bloedvaten en zenuwen raken beschadigd te herkennen aan:
  • koude voeten
  • tintelende voeten, pijnscheuten
  • minder gevoel in voeten
  • moeilijk genezende wondjes
  • verkleurende tenen/voeten
  • rode, gezwollen (Charcot voet) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • controleer op wondjes
  • check de bloedsuiker gehalte en neem actie
  • Kijk naar de symptomen 
  • advies geven mbt gezonde leefstijl
  • weet dat een zorgvrager ondersteuning nodig heeft bij acceptatie 
  • ????????????

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OEFENEN? 
Ik heb materiaal meegenomen om te kunnen oefenen met insuline spuiten.
In groepjes kan je dit doen, pak je protocol erbij.
NIET JEZELF EN ELKAAR OEFENEN.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Juf Danielle ( over menselijk lichaam)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies