Advertentie voorbereiding toets 2B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom 2B

Start met 7 minuten stillezen.

Spullen klaarleggen: Werkboek, schrift, etui, agenda

Huiswerkcontrole: H4.5

Doel van deze les

Je herhaalt in deze les (voorbereiding toets):

• hoe je een advertentie laat opvallen
• welke taal je gebruikt in een advertentie
• welke boodschap er in de advertentie /poster naar voren moet komen

Wat gaan we deze les doen?

• Planning bespreken
• Onze eigen advertenties bekijken
• Wat moet je leren voor de toets?

Planning

donderdag 12-5	Voorbereiding schrijftoets
vrijdag 13-5	Werken aan mediadossier Geprint meenemen: verslag escapegame.
maandag 16-5	Schrijftoets: advertentie
donderdag 19-5	Beroepenvlog inleveren
donderdag 16-6	Mediadossier inleveren
27 juni - 1 juli	Toetsweek: Woorden/spelling/grammatica

Begrippen

Leespubliek

formeel taalgebruik

informeel taalgebruik

 Taalgebruik in een advertentie

In een advertentie gebruik je korte zinnen.

Je gebruikt taal die past bij het leespubliek. Je let daarbij op:

• de woordkeuze: voor kinderen gebruik je andere woorden dan voor ouderen.

• formeel of informeel taalgebruik. Spreek je de lezer aan met u of jij?

Even herhalen - begrippen

Slagzin - slogan

Activeren

Lay-out

Opvallen met een slagzin

In advertenties staat vaak een slagzin (of: slogan) die hoort bij het merk. Een slagzin is een zin met een korte, krachtige boodschap. 

• Brood. Daar zit wat in.

• Altijd een heldere prijs voor uw bril.

In een slagzin kun je gebruikmaken van:

• eindrijm: Helemaal Bob. Nul op!

• woorden die met dezelfde letter beginnen: Geef je business een boost.

• beeldspraak: Geef dieren een stem. (Dierenbescherming)

• dubbele betekenis: Er gaat niets boven Groningen.

Advertentie

Het doel van een advertentie is de lezer iets laten doen.

Dat schrijfdoel heet activeren. Je bereikt dat doel:

• met de lay-out (manier waarop tekst en beeld zijn geplaatst);

• met een plaatje;

• met het lettertype en de lettergrootte;

• met goede argumenten;

• met taalgebruik dat past bij het leespubliek.

Goede feedback

• Belangrijke informatie in het midden van de poster.
• Let op spelling / hoofletters / leestekens.
• Er mist 5W/H informatie (bv hoe laat).
• Poster ziet er aantrekkelijk uit: kleurgebruik, tekeningen en met aandacht gemaakt (netjes schrijven).
• Slogan: kort en krachtig.

Beoordeling toets

Inhoud	max 6 punten	eisen aan de inhoud. Wat moet er op je poster staan?
Taal-gebruik	max 4 punten	formulering, spelling, leestekens
Afspraken	max 3 punten	Er zijn wervende woorden gebruikt. De advertentie ziet er aantrekkelijk en verzorgd uit. Er is kleur gebruikt. Er zijn verschillende lettergroottes gebruikt. Minimaal één tekening die past bij de advertentie.

 Nadenken: wat komt er op de poster?

Stap 1: denken

Wat is het onderwerp van jouw poster?

Wat is het doel van jouw poster?

Voor wie is de poster bedoeld?

Schrijf op waar je op let in je taalgebruik. 

Stap 2: informatie verzamelen

Bedenk welke informatie je op de poster gaat gebruiken.

Denk ook aan de 5W1H-vragen.

Bedenk een goede slagzin voor jouw poster.

Stap 3: schrijven

Schrijf de tekst voor de advertentie/poster.

Bedenk een passende tekening bij jouw poster.

Ontwerp de advertentie in het klad. Denk ook na over de lay-out.

Maak de definitieve versie.

Vragen?

Begin met leren van H4.4

Bedenk vragen voor je buur.