Les 4: teksten schrijven

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Betoog +/- 10 min.
Betoog schrijven +/- 30 min.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Terugblik +/- 5 min.
Betoog +/- 10 min.
Betoog schrijven +/- 30 min.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je omschrijven op welke manier je een argument kunt onderbouwen.

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfonderdelen
  1. Sollicitatiebrief (formeel)
  2. e-mail (formeel)
  3. Informele brief
  4. Artikel
  5. Betoog
  6. Instructieve tekst

Slide 4 - Tekstslide

5. Betoog
Een betoog is een tekst waarin jij duidelijk jouw mening vertelt. Je wilt de lezer overtuigen van jouw mening. Dit doe je door het geven van argumenten die passen bij jouw statement en die zijn onderbouwd met voorbeelden.
Een betoog bestaat uit een inleiding, kern en een slot.

Slide 5 - Tekstslide

5. Betoog
In de inleiding introduceer je het onderwerp. Dit kan op verschillende manieren:
- Je schetst een situatie over het onderwerp;
- Je benoemt een actuele gebeurtenis benoemen die met het onderwerp te maken heeft;
- Je kunt een anekdote (grappig, kort verhaaltje) vertellen over het onderwerp;
Je geeft ook al je mening in de inleiding, in de vorm van een standpunt.

Slide 6 - Tekstslide

5. Betoog
In de kern van je betoog behandel je per alinea een argument voor je standpunt. Je begint elke alinea met een signaalwoord. Je zorgt voor een logische volgorde bij de alinea’s en je gebruikt betrouwbare bronnen bij het ondersteunen van je argument, bijvoorbeeld een krantenartikel. Je kan ook zelf een voorbeeld geven bij een argument.
Je kan je tekst nog sterker maken door een tegenargument te geven en te weerleggen. Dit betekent dat je over een andere mening uit gaat leggen waarom dat niet zo is.

Slide 7 - Tekstslide

5. Betoog
In het slot van je betoog vat je alles kort samen: je voegt nooit nieuwe informatie toe. Hierna herhaal je je standpunt “Daarom vind ik dat …”. Je sluit de tekst met een uitsmijter, zodat de tekst nog blijft hangen in het hoofd van de lezer.


Slide 8 - Tekstslide

5. Betoog
Voordat je gaat beginnen met het schrijven, is het dus belangrijk dat je genoeg informatie hebt over het onderwerp.
Het kan handig zijn om dit in een schema te zetten, zodat je ziet wanneer je wat gaat schrijven.
Titel 
Inleiding
-Probleem wordt uitgelegd
-Standpunt
Kern
- Argument 1 voor
- Argument 2 voor 
- Tegenargument + weerlegging
- Argument 3 voor
Slot
- Samenvatting
- Conclusie 
- Uitsmijter

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: Betoog
Schrijf een betoog over opdracht/stelling die je hebt gekozen bij de les communicatie.
  1. Inleiding: introduceer het probleem/standpunt/ de stelling
Kern:
  1. geef jouw standpunt ten opzichte van de stelling;
  2. geef minimaal twee argumenten voor je standpunt.
  3. noem minimaal twee argumenten die tegenstanders van jouw standpunt gebruiken;
  4. onderbouw waarom je het niet eens bent met deze argumenten;
  5. geef een advies, verwachting of voorspelling voor de toekomst die te maken heeft met je stelling
Slot:
  1. vat de argumenten nog eens kort samen en geef een conclusie.

Slide 10 - Tekstslide

Nederlands oefenen:

Maak een account aan op beterspellen.nl

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je omschrijven op welke manier je een argument kunt onderbouwen.

Slide 12 - Tekstslide