Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Test je kennis CRIMINALITEIT
Test je kennis CRIMINALITEIT
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Test je kennis CRIMINALITEIT
Slide 1 - Tekstslide
Een delict is:
A
Een strafbaar feit
B
Wat lekkers
C
Een verklikker
D
criminaliteit
Slide 2 - Quizvraag
Hoelang is levenslang?
A
25 jaar
B
30 jaar
C
levenslang
D
Levenslang maar na 25 jaar kan je vrijkomen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is GEEN voorbeeld van materiële gevolgen?
A
De kosten die je krijgt omdat je naar het ziekenhuis moet
B
Een nieuwe fiets kopen want je andere is gestolen
C
Gevoelens van angst en onveiligheid
Slide 4 - Quizvraag
In die stad hebben ze veel last van vandalisme door voetbalsupporters.
vandalisme =
A
aanmoedigingen
B
spreekkoren
C
aanrichten van vernielingen
D
aankondigingen
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn risicofactoren?
A
Risico's die de kans op problemen vergroten.
B
De risico's die je neemt in het leven.
C
Zaken die het risico op roken vergroten.
D
Factoren die positieve invloed hebben op de ontwikkeling van een kind.
Slide 6 - Quizvraag
Je hebt geen geld, maar je wil wel status dus je jat een Stone Island jas. Dit past het beste bij de:
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Bindingstheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 7 - Quizvraag
Welke theorie? Mensen blijven crimineel omdat hun omgeving ze voor altijd als crimineel ziet.
A
bindingstheorie
B
etikettentheorie
C
neutraliseringstheorie
D
aangeleerd gedragstheorie
Slide 8 - Quizvraag
In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent
A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.
Slide 9 - Quizvraag
Spreekrecht
Rechten van slachtoffers
Rechten van verdachten
Recht op schadevergoeding
Recht te weten waarvan je verdacht wordt
Recht op slachtofferhulp
Advocaat
Zwijgrecht
Recht op informatie
Slide 10 - Sleepvraag
Bij welke taak helpt een boa de politie?
Bij welke taak helpt een boa de politie?
A
Handhaven van openbare orde
B
Hulpverlening
C
Preventie
D
Opsporen van strafbare feiten
Slide 11 - Quizvraag
Zet het verloop van een rechtszaak in de goede volgorde
Uitspraak/ Vonnis
Pleidooi - advocaat
Verhoor getuigen
Aanklacht
Opening
Verhoor verdachte
OVJ - Requisitoir
Laatste woord verdachte
Slide 12 - Sleepvraag
Alle officieren van justitie samen, noemen we het Openbaar Ministerie (OM).
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Recidive betekent:
A
Helpen en begeleiden van verdachten en veroordelen om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen
B
Iemand valt na een veroordeling terug in crimineel gedrag
C
Hard aanpakken van criminelen
D
Voorkomen van crimineel gedrag
Slide 14 - Quizvraag
Wat is juist over het jeugdstrafrecht?
A
de rechtszitting is niet openbaar
B
tot 16 jaar kan je niet vervolgd worden
C
de rechtszaak begint pas als je 18 bent
Slide 15 - Quizvraag
Hoe lang mag je voor verhoor worden vastgehouden (zonder aanvraag van verlenging aan OVJ)
A
12 uur (zonder 00.00-09.00)
B
12 dagen
C
9 uur (zonder 00.00-0900uur)
D
6 dagen
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van plaatsgebonden criminaliteit?
A
Voor 2019 mocht je appen op de fiets, nu is het strafbaar.
B
In China bestaat de doodstraf nog, in Nederland niet meer.
C
In Kameroen zijn homoseksuele handelingen strafbaar, in Nederland niet.
D
In Arnhem is er meer criminaliteit dan in Oosterbeek.
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van tijdsgebonden criminaliteit?
A
In Amerika mag je wapens kopen
B
In Indonesie staan hoge straffen op drugshandel
C
Vroeger waren er nog geen regels over appen op de fiets
D
Na 19.00uur mag je 130KM op de snelweg
Slide 18 - Quizvraag
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 19 - Quizvraag
Als een verdachte ontoerekeningsvatbaar is dan:
A
Heeft hij zijn rekeningen niet betaald
B
Wist de verdachte niet wat hij deed
C
Is de verdachte gauw vatbaar voor ziektes
D
Heeft hij schulden
Slide 20 - Quizvraag
Een verdachte moet verteld worden waar hij verdacht van wordt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Hoofdstuk 3 - Het strafproces: wie doet onderzoek?
September 2021
- Les met
35 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Hoofdstuk 3 - Het strafproces: wie doet onderzoek?
September 2021
- Les met
35 slides
door
Seneca Burgerschap
Maatschappijkunde
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 3,4
Seneca Burgerschap
Samenvatting Criminaliteit
April 2023
- Les met
17 slides
Maatschappijkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
3. Criminaliteit en opsporing
January 2023
- Les met
21 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Herhaling criminaliteit
March 2024
- Les met
20 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Criminaliteit en rechtsstaat: Van politie, via officier...naar de rechter!
May 2016
- Les met
19 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Maatschappijleer
3. Criminaliteit en opsporing
November 2024
- Les met
21 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Rechtstaat quiz §5.1, §5.2 en §5.3
March 2025
- Les met
40 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3