25 september 2020

• Metaaltechniek
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

25 september 2020

Hoofdstuk 6

handgereedschappen en machines

Handgereedschappen

Handgereedschappen:

• je gebruikt je eigen kracht
• goed onderhouden
• vervangen of repareren/ schoonmaken
• weten hoe je handgereedschap moet gebruiken
• gebruiken waarvoor het bedoeld is

Gereedschappen

• 1e mensen: puntige en platte stenen gebruiken als gereedschap

0

Hamer

Hamer

kop moet goed vast zitten op de steel

geborgd met een wig

steel= glad

kop moet gaaf zijn

hamers niet tegen elkaar slaan

moersleutel

moersleutel

sleutel moet gaaf zijn

passend

steel niet langer maken

Ringsleutel

vijl

vijl

heft goed op de vijl (de arend is scherp)

heft moet goed vastzitten

schroevendraaier

schroevendraaier

kleine werkstukken goed vastzetten

de juiste maat gebruiken

schroevendraaier moet precies in de schroefgleuf passen

Steekbeitel

steekbeitel

steekbeitel moet scherp zijn

houten hamer gebruiken

werkstuk vastzetten

elektrisch handgereedschap

stroom

accu

gevaar: schok, brand , explosie

elk jaar laten keuren

goed onderhouden

dubbele isolatie

dubbele isolatie

vast opgestelde machines

zaagtafel

kolomboormachine

slijpmachine

kolomboormachine

werkstuk vastzetten

slijpmachine

slijpsteen kan uit elkaar vliegen

slijpsteen zonder schade

lawaai = gehoorbescherming

leunspaan= 3 mm

veiligheidsbril dragen