Du symbolisme au surréalisme

La naissance de la poésie moderne.
Tijdens de Derde Republiek zet een aantal dichters de poëzie op z’n kop. Deze vernieuwingsbeweging begint bij de symbolisten. Behalve dat zij zich verzetten tegen de regels en gewoonten van de burgermaatschappij, bevrijden zij de poëzie van allertlei voorgeschreven codes. Ze slaan aan het experimenteren met het vers libre (vrije vers), een dichtvorm met een minder strak rijmschema en metrum.
Aan het begin van de 20e eeuw breekt der revolutie in de Franse poëzie echt los. Er ontstaat in de literatuur en nin de beeldende kunst het idee van de avant-garde, een rebelse voorhoede diie zorgt voor revolutionaire veranderingen. De belangrijkste avant-gardebewegingen in de dichtkunst zijn Dada en het surrealisme. Niet alleen het rijm wordt afgeschaft, ook de interpunctie en de typografie gaan op de schop. De dadabeweging schudt de kunstwereld op met onzinnige kunstwerken en choquerende performances. Het toeval speelt een grote rol in de totstandkoming van dadakunst. De surrealisten nemen dat principe over in hun werk, dat tot doel heeft het irrationele en onderbewuste te verkennen.

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

La naissance de la poésie moderne.
Tijdens de Derde Republiek zet een aantal dichters de poëzie op z’n kop. Deze vernieuwingsbeweging begint bij de symbolisten. Behalve dat zij zich verzetten tegen de regels en gewoonten van de burgermaatschappij, bevrijden zij de poëzie van allertlei voorgeschreven codes. Ze slaan aan het experimenteren met het vers libre (vrije vers), een dichtvorm met een minder strak rijmschema en metrum.
Aan het begin van de 20e eeuw breekt der revolutie in de Franse poëzie echt los. Er ontstaat in de literatuur en nin de beeldende kunst het idee van de avant-garde, een rebelse voorhoede diie zorgt voor revolutionaire veranderingen. De belangrijkste avant-gardebewegingen in de dichtkunst zijn Dada en het surrealisme. Niet alleen het rijm wordt afgeschaft, ook de interpunctie en de typografie gaan op de schop. De dadabeweging schudt de kunstwereld op met onzinnige kunstwerken en choquerende performances. Het toeval speelt een grote rol in de totstandkoming van dadakunst. De surrealisten nemen dat principe over in hun werk, dat tot doel heeft het irrationele en onderbewuste te verkennen.

Slide 1 - Tekstslide

La naissance de la poésie moderne.
Tijdens de Derde Republiek zet een aantal dichters de poëzie op z’n kop. Deze vernieuwingsbeweging begint bij de symbolisten. Behalve dat zij zich verzetten tegen de regels en gewoonten van de burgermaatschappij, bevrijden zij de poëzie van allertlei voorgeschreven codes. Ze slaan aan het experimenteren met het vers libre (vrije vers), een dichtvorm met een minder strak rijmschema en metrum.
Aan het begin van de 20e eeuw breekt der revolutie in de Franse poëzie echt los. Er ontstaat in de literatuur en nin de beeldende kunst het idee van de avant-garde, een rebelse voorhoede diie zorgt voor revolutionaire veranderingen. De belangrijkste avant-gardebewegingen in de dichtkunst zijn Dada en het surrealisme. Niet alleen het rijm wordt afgeschaft, ook de interpunctie en de typografie gaan op de schop. De dadabeweging schudt de kunstwereld op met onzinnige kunstwerken en choquerende performances. Het toeval speelt een grote rol in de totstandkoming van dadakunst. De surrealisten nemen dat principe over in hun werk, dat tot doel heeft het irrationele en onderbewuste te verkennen.

Frankrijk kent onder de Derde Republiek (1870 – 1939) een periode van relatieve politieke rust, na 80 jaar van onrust en revoluties. Maar de grote verliezen van de Eerste Wereldoorlog verzwakken het regime. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog sneuvelt de Derde Republiek.
La Belle Époque (1875-1914)
Deze periode wordt achteraf La Belle Époque (het mooie tijdperk) genoemd. In deze periode bleken de industrie, de techniek en de cultuur op. In 1889 vindt in Parijs een grote wereldtentoonstelling plaats, met de Eiffeltoren als symbol van de technische vooruitgang. In de jaren daarna worden de eerste vliegtuiigen, auto’s en metro’s geïntroduceerd. Ook de cultuur bloeit op: in deze Jaren ontwikkelen zich de filmindustrie en de fotografie.
La Première Guèrre mondiale (1914-1918)
De Eerste Wereldoorlog maakt abrupt een einde aan het optimisme. In deze orlog, die in Frankrijk bekend staat als La Grande Guerre, vechten de centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije) tegen de geallieerden (Frankrijk, Engeland, Rusland). De centralen verliezen de oorlog na vier jaaar van uitzichtloze strijd. De oorlog wordt vooral gevoerd in loopgraven waar de legers zich wekenlang verschansen zonder een meter terreinwinst te boeken. Door het gebruik van moderne wapens vallen er miljoenen slachtoffers. Veel kunstenaars vluchten voor de oorlog, bijvoorbeeld naar het neutrale Zwitserland. Er ontstaat bij de meesten een grote afkeer van de burgerlijke maatschappij en de gevestigde cultuur. Ze kunnen en willen geen kunst meer maken in de traditie van voor de oorlog.
L’entre-deux-guerres (1918-1939)
De Eerste Wereldoorlog veroorzaakt een gevoel van desillusie. Door de verschrikkingen van de oorlog ziet men in dat technologische vooruitgang ook vernietiging kan brengen. In de periode tussen de twee wereldoorlogen zijn dood, lijden en rouw terugkerende thema’s in de kusnt. Maar men wil deze afgrijselijke en verwoestende vier jaar ook vergeten. De jonge generatie stort zich in het uitgaansleven. Men noemt deze periode daarom ook les années folles. Vanaf de financiële crisis van 1929 verandert de stemming: men wordt geconfronteerd met de opkomst van het nazisme en fascisme. Veel intellectuelen worden dan politiek actief om hun idealen te verdedigen.

Slide 2 - Tekstslide

Frankrijk kent onder de Derde Republiek (1870 – 1939) een periode van relatieve politieke rust, na 80 jaar van onrust en revoluties. Maar de grote verliezen van de Eerste Wereldoorlog verzwakken het regime. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog sneuvelt de Derde Republiek.

 
La Belle Époque (1875-1914)
Deze periode wordt achteraf La Belle Époque (het mooie tijdperk) genoemd. In deze periode bleken de industrie, de techniek en de cultuur op. In 1889 vindt in Parijs een grote wereldtentoonstelling plaats, met de Eiffeltoren als symbol van de technische vooruitgang. In de jaren daarna worden de eerste vliegtuiigen, auto’s en metro’s geïntroduceerd. Ook de cultuur bloeit op: in deze Jaren ontwikkelen zich de filmindustrie en de fotografie.

La Première Guèrre mondiale (1914-1918)
De Eerste Wereldoorlog maakt abrupt een einde aan het optimisme. In deze orlog, die in Frankrijk bekend staat als La Grande Guerre, vechten de centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Turkije) tegen de geallieerden (Frankrijk, Engeland, Rusland). De centralen verliezen de oorlog na vier jaaar van uitzichtloze strijd. De oorlog wordt vooral gevoerd in loopgraven waar de legers zich wekenlang verschansen zonder een meter terreinwinst te boeken. Door het gebruik van moderne wapens vallen er miljoenen slachtoffers. Veel kunstenaars vluchten voor de oorlog, bijvoorbeeld naar het neutrale Zwitserland. Er ontstaat bij de meesten een grote afkeer van de burgerlijke maatschappij en de gevestigde cultuur. Ze kunnen en willen geen kunst meer maken in de traditie van voor de oorlog.

L’entre-deux-guerres (1918-1939)
De Eerste Wereldoorlog veroorzaakt een gevoel van desillusie. Door de verschrikkingen van de oorlog ziet men in dat technologische vooruitgang ook vernietiging kan brengen. In de periode tussen de twee wereldoorlogen zijn dood, lijden en rouw terugkerende thema’s in de kusnt. Maar men wil deze afgrijselijke en verwoestende vier jaar ook vergeten. De jonge generatie stort zich in het uitgaansleven. Men noemt deze periode daarom ook les années folles. Vanaf de financiële crisis van 1929 verandert de stemming: men wordt geconfronteerd met de opkomst van het nazisme en fascisme. Veel intellectuelen worden dan politiek actief om hun idealen te verdedigen.

Het symbolisme is een stroming in de schilderkunst en in de literatuur. Zoals je uit de naam kunt afleiden, gebruiken de dichters veel symbolen. Ze vinden de alledaagse werkelijkheid geen interessant onderwerp voor hun gedichten; volgens hen moet de dichter de werkelijkheid niet nabootsen, maar moet hij proberen ‘het onzegbare’ uit te drukken door middel van metaforen. Biij symbolisme gaat het niet om traditionele symbolen waarbij iets concreets staat voor een abstract idee, bijvoorbeeld een duif voor vrede. De symbolisten maken hun eigen metaforen: beelden uit de zichtbare wereld, die zij een abstracte betekenis geven. Vaak verwijzen de beelden naar ‘het hogere’, de niet-zichtbare wereld.

Slide 3 - Tekstslide

Het symbolisme is een stroming in de schilderkunst en in de literatuur. Zoals je uit de naam kunt afleiden, gebruiken de dichters veel symbolen. Ze vinden de alledaagse werkelijkheid geen interessant onderwerp voor hun gedichten; volgens hen moet de dichter de werkelijkheid niet nabootsen, maar moet hij proberen ‘het onzegbare’ uit te drukken door middel van metaforen. Biij symbolisme gaat het niet om traditionele symbolen waarbij iets concreets staat voor een abstract idee, bijvoorbeeld een duif voor vrede. De symbolisten maken hun eigen metaforen: beelden uit de zichtbare wereld, die zij een abstracte betekenis geven. Vaak verwijzen de beelden naar ‘het hogere’, de niet-zichtbare wereld.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les poètes maudits
Symbolisten noemen zich poètes maudits (vervloekte dichters) omdat ze zich niet aan de maatschapppij kunnen aanpassen en ze zich niet door het grote publiek begrepen voelen.

Slide 8 - Tekstslide

Les poètes maudits
Symbolisten noemen zich poètes maudits (vervloekte dichters) omdat ze zich niet aan de maatschapppij kunnen aanpassen en ze zich niet door het grote publiek begrepen voelen.

Charles Baudelaire (1821-1867)
Charles Baudelaire is als dichter en criticus het grote voorbeeld van de symbolisten, zowel vanwege zijn vernieuwende poëzie als zijn antiburgerlijke levensstijl. Baudelaire leeft als een outsider. Hij maakt schulden, drinkt veel en gebruikt drugs. Baudelaire denkt dat ieder mens zowel het goede als het kwaad in zich heeft. In zijn bundel Les Fleurs du mal (1857) laat hij vooral dat laatste zien. Deze bundel wordt wegens immoraliteit veroordeeld. Pas in 1949 wordt het publicatieverbod opgeheven.

Slide 9 - Tekstslide

Charles Baudelaire (1821-1867)
Charles Baudelaire is als dichter en criticus het grote voorbeeld van de symbolisten, zowel vanwege zijn vernieuwende poëzie als zijn antiburgerlijke levensstijl. Baudelaire leeft als een outsider. Hij maakt schulden, drinkt veel en gebruikt drugs. Baudelaire denkt dat ieder mens zowel het goede als het kwaad in zich heeft. In zijn bundel Les Fleurs du mal (1857) laat hij vooral dat laatste zien. Deze bundel wordt wegens immoraliteit veroordeeld. Pas in 1949 wordt het publicatieverbod opgeheven.

L' Albatros is het tweede gedicht in de tweede editie (1861) van de gedichtenbundel Les Fleurs du mal van de Franse dichter Charles Baudelaire.
Baudelaire evoceert in dit allegorische gedicht de manier waarop de maatschappij de dichter behandelt. Er zijn twee universums die elkaar vijandig gezind zijn: enerzijds de idealistische sferen waarin de dichter leeft, en anderzijds een wereld van beperkte en gemene mensen. De gevangen, bespotte en mishandelde majestueuze vogel belichaamt de afgewezen kunstenaar.

Slide 10 - Tekstslide

L' Albatros is het tweede gedicht in de tweede editie (1861) van de gedichtenbundel Les Fleurs du mal van de Franse dichter Charles Baudelaire.
Baudelaire evoceert in dit allegorische gedicht de manier waarop de maatschappij de dichter behandelt. Er zijn twee universums die elkaar vijandig gezind zijn: enerzijds de idealistische sferen waarin de dichter leeft, en anderzijds een wereld van beperkte en gemene mensen. De gevangen, bespotte en mishandelde majestueuze vogel belichaamt de afgewezen kunstenaar.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paul Verlaine (1844-1896) en Arthur Rimbaud (1854-1891)
Paul Verlaine en Arthur Rimbaud zijn de belangrijkste symbolistische dichters. In hun antiburgerlijke manier van leven tonen zij zich echte poètes maudits (vervloekte dichters). Ze voelen zich niet begrepen door het grote publiek en ze willen of kunnen zich niet aanpassen aan de maatschappij.
Verlaine stopt met zijn studie rechten omdat hij zich aangetrokken voelt door de literatuur. Hij krijgt een liefdesrelatie met de 17-jarige dichter Arthur Rimbaud en verlaat zijn vrouw. Nadat hij Rimbaud in een dronken bij beschoten heeft, moet Verlaine naar de gevangenis. Niet lang daarna zegt Rimbaud de literatuur voorgoed vaarwel: na zijn twintigste schrijft hij geen enkel gedicht meer. Hij zwerft de wereld rond en sterft in 1891. Verlaine overlijdt vijf jaar later, eenzaam en berooid.
Le vers libre: een vrijere dichtvorm zonder regelmatig rijm en metrum

Slide 13 - Tekstslide

Paul Verlaine (1844-1896) en Arthur Rimbaud (1854-1891)
Paul Verlaine en Arthur Rimbaud zijn de belangrijkste symbolistische dichters. In hun antiburgerlijke manier van leven tonen zij zich echte poètes maudits (vervloekte dichters). Ze voelen zich niet begrepen door het grote publiek en ze willen of kunnen zich niet aanpassen aan de maatschappij.
Verlaine stopt met zijn studie rechten omdat hij zich aangetrokken voelt door de literatuur. Hij krijgt een liefdesrelatie met de 17-jarige dichter Arthur Rimbaud en verlaat zijn vrouw. Nadat hij Rimbaud in een dronken bij beschoten heeft, moet Verlaine naar de gevangenis. Niet lang daarna zegt Rimbaud de literatuur voorgoed vaarwel: na zijn twintigste schrijft hij geen enkel gedicht meer. Hij zwerft de wereld rond en sterft in 1891. Verlaine overlijdt vijf jaar later, eenzaam en berooid.
Le vers libre: een vrijere dichtvorm zonder regelmatig rijm en metrum

Over Total Eclipse
"Touched by Genius. Cursed by Madness. Blinded by Love." Dichter Verlaine nodigt de veel jongere Rimbaud uit om z'n werk te bestuderen. Na een tijdje moet Verlaine toegeven dat Rimbaud veel beter is in het dichten, en begint zo een obsessie te kweken, die uitmondt in een onmogelijke liefdesaffaire.
Arthur Rimbaud est mort depuis plusieurs années déjà. À Paris, Paul Verlaine, vieilli, pénètre dans son café habituel « Chez André » où il est attendu par Isabelle, la sœur d’Arthur. Elle est contrariée, estimant avoir un droit de préemption sur les œuvres de son frère publiées sans son autorisation. En fait, très dévote, elle voudrait surtout les récupérer pour les expurger ou les détruire… 
Retour en arrière. Nous sommes en septembre 1871. Dans les Ardennes, un adolescent de 16 ans, Arthur Rimbaud, prend le train à la gare de Roche pour rencontrer, à Paris, le poète Paul Verlaine auquel il a envoyé quelques-unes de ses œuvres. Alors que Verlaine est parti le chercher à la gare, Rimbaud se présente à son domicile où il est reçu par sa jeune épouse Mathilde envers laquelle il se montre grossier. Mais Verlaine est irrémédiablement subjugué par le poète rebelle et effronté. Il abandonne femme et enfant pour partir avec lui. Ils entament alors une relation amoureuse trouble et violente ponctuée de séparations et de retrouvailles.

Slide 14 - Tekstslide

Over Total Eclipse
"Touched by Genius. Cursed by Madness. Blinded by Love." Dichter Verlaine nodigt de veel jongere Rimbaud uit om z'n werk te bestuderen. Na een tijdje moet Verlaine toegeven dat Rimbaud veel beter is in het dichten, en begint zo een obsessie te kweken, die uitmondt in een onmogelijke liefdesaffaire.
Arthur Rimbaud est mort depuis plusieurs années déjà. À Paris, Paul Verlaine, vieilli, pénètre dans son café habituel « Chez André » où il est attendu par Isabelle, la sœur d’Arthur. Elle est contrariée, estimant avoir un droit de préemption sur les œuvres de son frère publiées sans son autorisation. En fait, très dévote, elle voudrait surtout les récupérer pour les expurger ou les détruire… 
Retour en arrière. Nous sommes en septembre 1871. Dans les Ardennes, un adolescent de 16 ans, Arthur Rimbaud, prend le train à la gare de Roche pour rencontrer, à Paris, le poète Paul Verlaine auquel il a envoyé quelques-unes de ses œuvres. Alors que Verlaine est parti le chercher à la gare, Rimbaud se présente à son domicile où il est reçu par sa jeune épouse Mathilde envers laquelle il se montre grossier. Mais Verlaine est irrémédiablement subjugué par le poète rebelle et effronté. Il abandonne femme et enfant pour partir avec lui. Ils entament alors une relation amoureuse trouble et violente ponctuée de séparations et de retrouvailles.

De poëzie van Verlaine staat bekend om haar muzikale karakter. Dit gedicht komt uit een serie die hij ‘Ariettes’ (melodetjes) heeft genoemd. Het beeldt een gevoel uit door te spelen met klank en ritme.
Luister naar dit gedicht om te ervaren hoe Verlaine met de klanken speelt. Let op de alliiteratie en de assonantie
Het verschil tussen alliteratie en assonantie is dat alliteratie inhoudt dat de beklemtoonde beginklank hetzelfde is. Assonantie houdt in dat de alleen de klinkers rijmen, bijvoorbeeld: 'Raam en staan' en 'Wil en stil’.
Vergelijk de vorm van dit gedicht met die van Baudelaire. Waaraan kun je zien dat Verlaine’s poëzie moderner is dan die van Baudelaire?
Verlaine maakt veel kortere verzen: het zijn eigenlijk halve alexandrijnen. Het rijmschema is minder strak dan dat van Baudelaire, maar er zit wel een zekere regelmaat in: abaa cdcc eaee fdff.
 
De tekst zit vol alliteraties en assonanties. Welke voorbeelden van deze stijlfiguren zie je in de tekst en welke toon of sfeer wordt door deze klanken opgeroepen?
Voorbeelden van assonantie: vooral de [eu]-klank en andere ‘donkere’ klanken als [oe], [è] en neusklanken. Alliteratie: de [p] overheerst, verder veel [t] en [k]. De klinkers geven het gedicht de sombere sfeer van een druilerige regendag. Met veel fantasie kun je in de medeklinkers het tikken van de regen horen.
 
Wat is het overheersende gevoel in deze tekst en waardoor wordt dat veroorzaakt?
Melancholie: een onbestemde triestheid. De ik-persoon heeft er zelf geen verklaring voor, en dat maakt het nog erger.
 
Er wordt een symbool uit de natuur gebruikt. De metafoor en datgene waarnaar het verwijst komen samen in de woordspeling il pleure. Welke twee dingen worden hier met elkaar vergeleken en welke gedachte zit daarachter?
Regendruppels worden vergeleken met tranen. Il pleure is een combinatie van il pleut (het regent) en je pleure (ik huil). Het druilerige weer weerspiegelt en versterkt de droefgeestige stemming van de ik-figuur.

Slide 15 - Tekstslide

De poëzie van Verlaine staat bekend om haar muzikale karakter. Dit gedicht komt uit een serie die hij ‘Ariettes’ (melodetjes) heeft genoemd. Het beeldt een gevoel uit door te spelen met klank en ritme.
Luister naar dit gedicht om te ervaren hoe Verlaine met de klanken speelt. Let op de alliiteratie en de assonantie
Het verschil tussen alliteratie en assonantie is dat alliteratie inhoudt dat de beklemtoonde beginklank hetzelfde is. Assonantie houdt in dat de alleen de klinkers rijmen, bijvoorbeeld: 'Raam en staan' en 'Wil en stil’.
Vergelijk de vorm van dit gedicht met die van Baudelaire. Waaraan kun je zien dat Verlaine’s poëzie moderner is dan die van Baudelaire?
Verlaine maakt veel kortere verzen: het zijn eigenlijk halve alexandrijnen. Het rijmschema is minder strak dan dat van Baudelaire, maar er zit wel een zekere regelmaat in: abaa cdcc eaee fdff.
 
De tekst zit vol alliteraties en assonanties. Welke voorbeelden van deze stijlfiguren zie je in de tekst en welke toon of sfeer wordt door deze klanken opgeroepen?
Voorbeelden van assonantie: vooral de [eu]-klank en andere ‘donkere’ klanken als [oe], [è] en neusklanken. Alliteratie: de [p] overheerst, verder veel [t] en [k]. De klinkers geven het gedicht de sombere sfeer van een druilerige regendag. Met veel fantasie kun je in de medeklinkers het tikken van de regen horen.
 
Wat is het overheersende gevoel in deze tekst en waardoor wordt dat veroorzaakt?
Melancholie: een onbestemde triestheid. De ik-persoon heeft er zelf geen verklaring voor, en dat maakt het nog erger.
 
Er wordt een symbool uit de natuur gebruikt. De metafoor en datgene waarnaar het verwijst komen samen in de woordspeling il pleure. Welke twee dingen worden hier met elkaar vergeleken en welke gedachte zit daarachter?
Regendruppels worden vergeleken met tranen. Il pleure is een combinatie van il pleut (het regent) en je pleure (ik huil). Het druilerige weer weerspiegelt en versterkt de droefgeestige stemming van de ik-figuur.

Rimbaud ontvlucht op zijn zestiende zijn ouderlijk huis en zwerft door het oosten van Frankrijk waar op dat moment de Frans-Duitse oorlog woedt. Hij. schrijft zijn gedicht naar aanleiding van wat hij meemaakt tijdens deze tocht.
enjambement
Vaak valt het einde van de versregels samen met een natuurlijke pauze in de zin of met het einde van een zin, waardoor het rijm meer nadruk krijgt. Soms willen dichters deze nadruk - en de daarmee gepaard gaande ‘dreun’ van het gedicht - vermijden en ze passen dan een enjambement toe: de regels wor­den afgebroken op een plaats waar in de zin juist géén pauze valt. Bij de overgang van de ene regel naar de an­dere valt het rijm dan minder op.
Personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij de dichter menselijke eigenschappen of menselijk gedrag toekent aan abstracte begrippen of levenloze objecten.
Vragen:
  1. Hoe heet deze dichtvorm? Wat zijn de karakteristieken van deze dichtvorm voor wat betreft de versregels, de strofen en het rijmschema? 
  2. Is de vorm van dit gedicht vernieuwend of traditioneel? 
  3. Wat betekent de titel van dit gedicht? 
  4. Waar speelt het zich af? (strofe 1) 
  5. Welke woorden beschrijven het personage? / Welke woorden beschrijven de natuur?  
  6. Welk contrast merk je op tussen de beschrijvingen van het personage en de natuur? 
  7. Welke verrassende informatie wordt onthuld in het laatste vers? 
  8. Het gedicht heeft een verrassend einde. Je wordt als lezer op het verkeerde been gezet. Toch word je wel voorbereid op de wending. Welke woorden en zinnen in de tekst geven al een indicatie op de ontknoping? 
  9. Welke twee personificaties van de natuur lees je in de eerste strofe? 
  10. Welke voorbeelden van enjambement zie je in het gedicht? Welk effect berijkt de dichter ermee? 
  11. Wat wil de dichter volgens jou met dit gedicht aan de kaak stellen? 

Slide 16 - Tekstslide

Rimbaud ontvlucht op zijn zestiende zijn ouderlijk huis en zwerft door het oosten van Frankrijk waar op dat moment de Frans-Duitse oorlog woedt. Hij. schrijft zijn gedicht naar aanleiding van wat hij meemaakt tijdens deze tocht.
enjambement
Vaak valt het einde van de versregels samen met een natuurlijke pauze in de zin of met het einde van een zin, waardoor het rijm meer nadruk krijgt. Soms willen dichters deze nadruk - en de daarmee gepaard gaande ‘dreun’ van het gedicht - vermijden en ze passen dan een enjambement toe: de regels wor­den afgebroken op een plaats waar in de zin juist géén pauze valt. Bij de overgang van de ene regel naar de an­dere valt het rijm dan minder op.
Personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij de dichter menselijke eigenschappen of menselijk gedrag toekent aan abstracte begrippen of levenloze objecten.
Vragen:
  1. Hoe heet deze dichtvorm? Wat zijn de karakteristieken van deze dichtvorm voor wat betreft de versregels, de strofen en het rijmschema? 
  2. Is de vorm van dit gedicht vernieuwend of traditioneel? 
  3. Wat betekent de titel van dit gedicht? 
  4. Waar speelt het zich af? (strofe 1) 
  5. Welke woorden beschrijven het personage? / Welke woorden beschrijven de natuur?  
  6. Welk contrast merk je op tussen de beschrijvingen van het personage en de natuur? 
  7. Welke verrassende informatie wordt onthuld in het laatste vers? 
  8. Het gedicht heeft een verrassend einde. Je wordt als lezer op het verkeerde been gezet. Toch word je wel voorbereid op de wending. Welke woorden en zinnen in de tekst geven al een indicatie op de ontknoping? 
  9. Welke twee personificaties van de natuur lees je in de eerste strofe? 
  10. Welke voorbeelden van enjambement zie je in het gedicht? Welk effect berijkt de dichter ermee? 
  11. Wat wil de dichter volgens jou met dit gedicht aan de kaak stellen? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le mouvement Dada naquit le 8 février 1916, au cabaret Voltaire, à Zurich. Si l'on en croit l'anecdote, le nom de « dada » aurait été trouvé en ouvrant au hasard un dictionnaire Larousse avec un coupe-papier. Autant dire que, ne voulant rien dire, il est à lui seul un manifeste.
De beweging ontstaat in 1916 in Zürich, in het neutrale Zwitserland, waar gevluchte schrijvers en kunstenaars uit verschillende landen zich hebben verzameld. Zij streven naar een totale bevrijding van het individu en van de kunst, onder het motto ‘alles is kunst, niets is kunst’. Het gaat er niet meer om of iets mooi is, of knap gemaakt, maar dat iemand het als kunst presenteert.

Slide 19 - Tekstslide

schrijvers en kunstenaars uit verschillende landen zich hebben verzameld. Zij streven naar een totale bevrijding van het individu en van de kunst, onder het motto ‘alles is kunst, niets is kunst’. Het gaat er niet meer om of iets mooi is, of knap gemaakt, maar dat iemand het als kunst presenteert.

Le mouvement Dada naquit le 8 février 1916, au cabaret Voltaire, à Zurich. Si l'on en croit l'anecdote, le nom de « dada » aurait été trouvé en ouvrant au hasard un dictionnaire Larousse avec un coupe-papier. Autant dire que, ne voulant rien dire, il est à lui seul un manifeste.
De beweging ontstaat in 1916 in Zürich, in het neutrale Zwitserland, waar gevluchte schrijvers en kunstenaars uit verschillende landen zich hebben verzameld. Zij streven naar een totale bevrijding van het individu en van de kunst, onder het motto ‘alles is kunst, niets is kunst’. Het gaat er niet meer om of iets mooi is, of knap gemaakt, maar dat iemand het als kunst presenteert.

Slide 20 - Tekstslide

Le mouvement Dada naquit le 8 février 1916, au cabaret Voltaire, à Zurich. Si l'on en croit l'anecdote, le nom de « dada » aurait été trouvé en ouvrant au hasard un dictionnaire Larousse avec un coupe-papier. Autant dire que, ne voulant rien dire, il est à lui seul un manifeste.
De beweging ontstaat in 1916 in Zürich, in het neutrale Zwitserland, waar gevluchte schrijvers en kunstenaars uit verschillende landen zich hebben verzameld. Zij streven naar een totale bevrijding van het individu en van de kunst, onder het motto ‘alles is kunst, niets is kunst’. Het gaat er niet meer om of iets mooi is, of knap gemaakt, maar dat iemand het als kunst presenteert.

Dada is een intellectuele, literaire en culturele beweging die zich fel afzet tegen de waarden van de burgerlijke maatschappij die schuldig is aan de verschrikkingen van de oorlog.
De dadabeweging streeft naar een totale bevrijding van het individu. Ze neemt afstand van de bestaande opvattingen over kunst en literatuur. Het motto luidt: “alles is kunst, niets is kunst”.
Het gaat er niet meer om of iets mooi is of knap gemaakt, maar het gaat erom dat de kunstenaar het als kunst presenteert.

Slide 21 - Tekstslide

Dada is een intellectuele, literaire en culturele beweging die zich fel afzet tegen de waarden van de burgerlijke maatschappij die schuldig is aan de verschrikkingen van de oorlog.
De dadabeweging streeft naar een totale bevrijding van het individu. Ze neemt afstand van de bestaande opvattingen over kunst en literatuur. Het motto luidt: “alles is kunst, niets is kunst”.
Het gaat er niet meer om of iets mooi is of knap gemaakt, maar het gaat erom dat de kunstenaar het als kunst presenteert.

Ook een alledaags object, dat niet als kunst is bedoeld, kan kunst zijn. Kant-en-klare teksten, bijvoorbeeld krantenberichten, worden als gedicht gepresenteerd. Dit noem je ook wel een ready-made.
Ook laten ze het toeval een grote rol spelen in de totstandkoming van hun werk. Ze zoeken de uiterste grenzen van de kunst op: een concert is bij Dada een herrieperformance en een tekst soms niet meer dan een spel met klanken of een typografische compositie van woorden en letters. Op deze manier zetten de dadaïsten mensen in de kunstwereld aan het denken over wat kunst eigenlijk is.
De dadabeweging is van korte duur, maar blijft een bron van inspiratie voor kunstenaars van de 20e eeuw.
Marcel Duchamp (1887-1968) vindt dat alles tot kunst gemaakt kan worden door de manier waarop het wordt gepresenteerd. Hij demonstreert dit door een urinoir te signeren, het op zijn kant te zetten en te exposeren. In 1917 veroorzaakt dit veel ophef en ook vandaag de dag zijn er mensen die vinden dat dit geen serieuze kunst is. Wat vind jij?

Vanaf 15:00 of 16:15

Slide 22 - Tekstslide

Ook een alledaags object, dat niet als kunst is bedoeld, kan kunst zijn. Kant-en-klare teksten, bijvoorbeeld krantenberichten, worden als gedicht gepresenteerd. Dit noem je ook wel een ready-made.
Ook laten ze het toeval een grote rol spelen in de totstandkoming van hun werk. Ze zoeken de uiterste grenzen van de kunst op: een concert is bij Dada een herrie-performance en een tekst soms niet meer dan een spel met klanken of een typografische compositie van woorden en letters. Op deze manier zetten de dadaïsten mensen in de kunstwereld aan het denken over wat kunst eigenlijk is.
De dadabeweging is van korte duur, maar blijft een bron van inspiratie voor kunstenaars van de 20e eeuw.
Marcel Duchamp (1887-1968) vindt dat alles tot kunst gemaakt kan worden door de manier waarop het wordt gepresenteerd. Hij demonstreert dit door een urinoir te signeren, het op zijn kant te zetten en te exposeren. In 1917 veroorzaakt dit veel ophef en ook vandaag de dag zijn er mensen die vinden dat dit geen serieuze kunst is. Wat vind jij?

De Roemeen Tristan Tzara (1896-1963) is een van de oprichters van de dadabeweging in Frankrijk. Hij richt in 1916 in Zürch het tijdschrijft Dada op. In 1919 vestigt hij zich in Parijs en wordt daar de spil vana de Franse dadabeweging, die in de loop van de jaren overgaat in het surrealisme. Tzara geeft verschillende tijdschriften uit, organiseert exposities en voorstellingen en formuleert de uitgangspunten van de beweging in een aantal manifesten.
In deze tekst bespreekt hij de werkwijze van dadadichters.
Vragen:
  1. In welke vorm staan de werkwoorden in de meeste zinnen? 
  2. In wat voor type teksten vind je deze werkwoordsvorm vaak? 
  3. Wat zijn volgens Tzara de verschillende etappes om een gedicht te maken? 
  4. Wat zie je terug van de ideeën van de dadaïsten in dit gedicht? 
  5. Wat is de overeenkomst tussen dit ‘recept’ en de werkwijze van Duchamp? 
  6. Je neemt een bestaand object (in dit geval een krantenbericht) en presenteert het als kunst. Overigens is het dadaïstische gedicht geen echte readymade, want de woorden worden eerst nog door elkaar gehusseld. Hierdoor is het resultaat nog onzinniger en absurder. 


Slide 23 - Tekstslide

De Roemeen Tristan Tzara (1896-1963) is een van de oprichters van de dadabeweging in Frankrijk. Hij richt in 1916 in Zürch het tijdschrijft Dada op. In 1919 vestigt hij zich in Parijs en wordt daar de spil vana de Franse dadabeweging, die in de loop van de jaren overgaat in het surrealisme. Tzara geeft verschillende tijdschriften uit, organiseert exposities en voorstellingen en formuleert de uitgangspunten van de beweging in een aantal manifesten.
In deze tekst bespreekt hij de werkwijze van dadadichters.
Vragen:
  1. In welke vorm staan de werkwoorden in de meeste zinnen? 
  2. In wat voor type teksten vind je deze werkwoordsvorm vaak? 
  3. Wat zijn volgens Tzara de verschillende etappes om een gedicht te maken? 
  4. Wat zie je terug van de ideeën van de dadaïsten in dit gedicht? 
  5. Wat is de overeenkomst tussen dit ‘recept’ en de werkwijze van Duchamp? 
  6. Je neemt een bestaand object (in dit geval een krantenbericht) en presenteert het als kunst. Overigens is het dadaïstische gedicht geen echte readymade, want de woorden worden eerst nog door elkaar gehusseld. Hierdoor is het resultaat nog onzinniger en absurder. 


Slide 24 - Tekstslide

Door meerdere perspectieven en momenten in één beeld te combineren (simultaneïteit) probeerden kunstenaars de dynamiek van het moderne leven weer te geven.
In de kunst ontstond het idee van de avant-garde, een voorhoede van vooruitstrevende kunstenaars die radicaal breken met alle vastgeroeste tradities. De dichters gaan rond 1910 in hun vormvernieuwing nog weer een stuk verder dan de symbolisten: niet alleen rijm wordt afgeschaft, maar ook de interpunctie en de typografie gaan op de schop.
Apollinaire et l’Esprit Nouveau
Points clés
L’Esprit Nouveau est contemporain à la peinture cubiste.
Guillaume Apollinaire est le premier à avoir utilisé l'expression « Esprit Nouveau ».
Les poètes cherchent à inventer une poésie moderne dont l’écriture reste lyrique.
1. Le contexte culturel
a. Le projet
La conscience de vivre dans un monde nouveau, bouleversé par les inventions scientifiques et techniques, conduit les artistes du début du XXe siècle à vouloir rompre avec le passé.
Dans le domaine pictural, cette nouvelle vision du monde donne naissance au mouvement cubiste, représenté par des peintres comme Picasso, Braque, Léger.
En poésie, plusieurs artistes comme Apollinaire (1880-1918), Cendrars (1887-1961), Jacob (1876-1944) et Reverdy (1889-1960), qui fréquentent les peintres cubistes, partagent avec eux la volonté d'être en accord avec le monde moderne.
b. La création d'un mouvement poétique
En 1917, la conférence sur L'Esprit Nouveau et les Poètes prononcée par Apollinaire voit naitre l'expression « Esprit Nouveau » ; elle qualifiera désormais le mouvement poétique qui a commencé de se développer depuis quelques années.
2. Une poésie du monde moderne
a. Des objets modernes comme source d'inspiration
Pour les poètes, la volonté d'être en adéquation avec le monde moderne se traduit notamment par l'évocation d'objets ou d'éléments résolument ancrés dans le réel, comme la Tour Eiffel.
Exemple « À la fin tu es las de ce monde ancien Bergère ô tour Eiffel le troupeau des ponts bêle ce matin Tu en as assez de vivre dans l'antiquité grecque et romaine » (Guillaume Apollinaire, « Zone », Alcools, 1913)
b. Une modernité formelle
Cette volonté s'exprime également par la rupture de style avec les formes du passé.
Les vers deviennent « libres », détachés des contraintes de la prosodie classique :
les mètres sont irréguliers ;
on note l'absence de rimes construites sur un système d'alternance ;
la strophe est abandonnée ;
la ponctuation est supprimée.
Dans cette perspective, la création la plus originale est celle des calligrammes, poèmes-dessins inventés par Apollinaire : les mots y sont disposés de façon à représenter un objet qui est généralement en rapport avec le sens du texte. Ces poèmes d'un genre nouveau sont publiés dans un recueil intitulé Calligrammes en 1918.
« La colombe poignardée et le jet d'eau », Apollinaire
c. La poésie simultanée : Blaise Cendrars et Sonia Delaunay
Une autre œuvre de cette époque frappe les esprits par son utilisation nouvelle du rapport entre le texte et l'image : il s'agit de La Prose du Transsibérien, de Blaise Cendrars. 
Elle se présente non pas sous la forme d'un livre, mais sous celle d'un tableauassociant la peinture de Sonia Delaunay au texte de Cendrars. Le texte et les dessins sont produits de manière simultanée et forment une seule œuvre d’art, unique.

Slide 25 - Tekstslide

Door meerdere perspectieven en momenten in één beeld te combineren (simultaneïteit) probeerden kunstenaars de dynamiek van het moderne leven weer te geven.
In de kunst ontstond het idee van de avant-garde, een voorhoede van vooruitstrevende kunstenaars die radicaal breken met alle vastgeroeste tradities. De dichters gaan rond 1910 in hun vormvernieuwing nog weer een stuk verder dan de symbolisten: niet alleen rijm wordt afgeschaft, maar ook de interpunctie en de typografie gaan op de schop.
Apollinaire e
t l’Esprit Nouveau
Points clés
L’Esprit Nouveau est contemporain à la peinture cubiste.
Guillaume Apollinaire est le premier à avoir utilisé l'expression « Esprit Nouveau ».
Les poètes cherchent à inventer une poésie moderne dont l’écriture reste lyrique.
1. Le contexte culturel
a. Le projet
La conscience de vivre dans un monde nouveau, bouleversé par les inventions scientifiques et techniques, conduit les artistes du début du XXe siècle à vouloir rompre avec le passé.
Dans le domaine pictural, cette nouvelle vision du monde donne naissance au mouvement cubiste, représenté par des peintres comme Picasso, Braque, Léger.
En poésie, plusieurs artistes comme Apollinaire (1880-1918), Cendrars (1887-1961), Jacob (1876-1944) et Reverdy (1889-1960), qui fréquentent les peintres cubistes, partagent avec eux la volonté d'être en accord avec le monde moderne.
b. La création d'un mouvement poétique
En 1917, la conférence sur L'Esprit Nouveau et les Poètes prononcée par Apollinaire voit naitre l'expression « Esprit Nouveau » ; elle qualifiera désormais le mouvement poétique qui a commencé de se développer depuis quelques années.
2. Une poésie du monde moderne
a. Des objets modernes comme source d'inspiration
Pour les poètes, la volonté d'être en adéquation avec le monde moderne se traduit notamment par l'évocation d'objets ou d'éléments résolument ancrés dans le réel, comme la Tour Eiffel.
Exemple « À la fin tu es las de ce monde ancien Bergère ô tour Eiffel le troupeau des ponts bêle ce matin Tu en as assez de vivre dans l'antiquité grecque et romaine » (Guillaume Apollinaire, « Zone », Alcools, 1913)
b. Une modernité formelle
Cette volonté s'exprime également par la rupture de style avec les formes du passé.
Les vers deviennent « libres », détachés des contraintes de la prosodie classique :
les mètres sont irréguliers ;
on note l'absence de rimes construites sur un système d'alternance ;
la strophe est abandonnée ;
la ponctuation est supprimée.
Dans cette perspective, la création la plus originale est celle des calligrammes, poèmes-dessins inventés par Apollinaire : les mots y sont disposés de façon à représenter un objet qui est généralement en rapport avec le sens du texte. Ces poèmes d'un genre nouveau sont publiés dans un recueil intitulé Calligrammes en 1918.
« La colombe poignardée et le jet d'eau », Apollinaire
c. La poésie simultanée : Blaise Cendrars et Sonia Delaunay
Une autre œuvre de cette époque frappe les esprits par son utilisation nouvelle du rapport entre le texte et l'image : il s'agit de La Prose du Transsibérien, de Blaise Cendrars. 
Elle se présente non pas sous la forme d'un livre, mais sous celle d'un tableauassociant la peinture de Sonia Delaunay au texte de Cendrars. Le texte et les dessins sont produits de manière simultanée et forment une seule œuvre d’art, unique.

Slide 26 - Tekstslide

Guillaume Apollinaire
Dankzij het werk van de Franse dichter Guillaume Apollinaire (1880-1918) brak de revolutie in de Franse poëzie aan het begin van de 20 eeuw echt goed los. In een conferentie in 2017 sprak hij over L’esprit nouveau, een nieuwe mentaliteit die gekenmerkt werd door een fascinatie voor de moderniteit.
Apollinaire was bevriend met beeldende kunstenaars een liet zich door hen inspireren bij het maken van Calligrammes. Dit zijn beeldgedichten waarbij de typografie en lay-out een afbeelding vormen van het onderwerp van het gedicht.
Dichter en kunstcriticus.
Zijn echte naam was Wilhelm Apollinaris Albertus Kostrowitsky geboren in Rome op 26 augustus 1880 als buitenechtelijke zoon van een aristocratische Poolse moeder en een Italiaanse officier. Hij bracht zijn jeugd door in Monaco en aan de Franse zuidkust. Op school vertelde hij dat hij een Russische prins was
Als de eerste wereldoorlog in 1914 uitbreekt neemt Apollinaire als korporaal Gui.de Kostrowsky vrijwillig dienst in het Franse leger. Hij stuurt vanuit de loopgraven oorlogsgedichten naar zijn vriendinnen in Parijs. Sommige zijn bij gebrek aan papier op berkenbast geschreven.  De gedichten nemen op typografische wijze figuratieve vormen aan . Hij noemde ze ‘vers figurés’ of ‘idéogrammes lyriques’.
Apollinaire stierf op 9 november 1918 in zijn appartement aan de Boulevard Saint-Germain in Parijs aan de Spaanse griep, verzwakt door een hoofdwond uit de oorlog. 

Slide 27 - Tekstslide

La Colombe poignardée et le jet d’eau is een heel ingenieus beeldgedicht waarin de letters allerlei symbolische functies krijgen. Het is geschreven naar aanleiding van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, waarin Apollinaire veel vrienden verloor.
Vragen:
De titel betekent ‘De vermoorde duif en de fontein’. Deze elementen zijn ook duidelijk terug te zien in de vormgeving. Wat zou de symbolische betekenis van de duif kunnen zijn?
De duif staat voor liefde (tortelduif) en vrede.
Centraal in het gedicht staat een vraagteken. Welke vraag stelt de dichter?
Waar zijn mijn vrienden en geliefden gebleven?
De hoofdletters onder het vraagteken kun je ook zien als druppels. Wat hebben die volgens jou met het thema te maken?
Het zijn tranen of bloeddruppels.
Apollinaire speelt ook met klanken, bijvoorbeeld in de woordcombinatie tombe O. Als je dit uitspreekt, hoor je tombeau (graf).
tombeau betekent graf: het gedicht gaat over gesneuvelde vrienden.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit de Dada-beweging groeit het surrealisme, dat in de periode tussen de beide wereldoorlogen vooral spraakmakend was op het gebied van literatuur, schilderkunst, fotografie en film.

Slide 30 - Tekstslide

Uit de Dada-beweging groeit het surrealisme, dat in de periode tussen de beide wereldoorlogen vooral spraakmakend was op het gebied van literatuur, schilderkunst, fotografie en film.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

De schrijver-arts André Breton (1896-1966) legt in de twintiger jaren van de vorige eeuw de theoretische basis onder het surrealisme. Hij is sterk beïnvloed door de ideeën van Sigmund Freud over het onderbewuste. Net als in de psychoanalyse zijn de droom en de vrije associatie de voornaamste inspiratiebronnen voor de surrealisten.
In het eerste Surrealistisch Manifest (1924) schrijft Breton: “Ik geloof in de toekomstige oplossing van deze beide uiterlijk zo tegenstrijdig schrijnende toestanden – droom en werkelijkheid – in een soort van absolute werkelijkheid van surrealiteit”.
Het ontstaan van het surrealisme
 
Breton  Omstreeks 1922 beantwoordden de dadaïstische activiteiten niet meer aan de doelen die woordvoerder Breton en zijn medestanders voor ogen hadden. Zij wilden zich niet langer uitsluitend afzetten tegen de maatschappij en de gevestigde kunst, maar er ook iets voor in de plaats stellen. Breton experimenteerde toen al twee jaar met automatisch schrijven.  
Een gebeurtenis die zich eens vlak voor het inslapen afspeelde, vormde voor Breton de aanleiding voor dergelijke experimenten. Half wakker, half in slaap hoorde hij de vreemde zin: "Er is een man in tweeën gehakt door het raam." Tegelijkertijd verscheen hem dit beeld haarscherp voor ogen. Dit bleef hem des te meer bij, omdat hij zich in die tijd verdiepte in de theorieën van Sigmund Freud .  
 

Slide 33 - Tekstslide

Manifesten   De ideeën van het surrealisme legde Breton vast in verschillende boeken, tijdschriftartikelen en manifesten. Zijn eerste manifest verscheen in 1924. Hij legde daarin uit dat hij het automatisme zag als middel om het functioneren van het werkelijke denken uit te kunnen drukken. Onderzoek naar het gebied van de droom achtte Breton van essentieel belang.   Kinderen kennen nog geen grenzen tussen verbeelding en realiteit. 
Naarmate hun leeftijd vordert, wordt de fantasie door opvoeders meer en meer ingeperkt: "We leven nog onder de heerschappij van de logica (...). Het gaat erom terug te keren tot de bronnen van de verbeelding en, wat meer is, zich daar aan te houden." De enige volwassenen die een grote bevrediging putten uit hun verbeeldingskracht, zijn geesteszieken. Zij trekken zich niets aan van hun omgeving. Volgens Breton zou een ieder zich moeten bevrijden van alle factoren die een belemmering vormen zich over te geven aan de fantasie. Het produceren van poëzie, schilderijen of welke andere kunstvorm ook, behoort dan tot de mogelijkheden van elk mens.   
Breton en de surrealisten streefden ernaar díe vrijheid te bereiken die gegeven is aan kleine kinderen en krankzinnigen. Aan hun creatieve uitingen werd door de surrealisten dan ook veel belang gehecht.  
Aan het begin van het eerste manifest schreef Breton: "Het enige wat me nog in vervoering kan brengen is het woord vrijheid." Het is duidelijk dat hij die vrijheid meende te zullen vinden in een gebied waar de fantasie niet wordt ingeperkt. Wat de volwassenen ten slotte overblijft om die vrijheid tóch terug te vinden en te genieten is de krankzinnigheid, concludeerde hij. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un chien Andalou is een surrealistische film van Luis Buñuel en Salvador Dalí.
Luis Buñuel en Salvador Dalí wilden een film maken die een aaneenschakeling was van de beelden die ze de nacht daarvoor hadden gedroomd. In een bekende scène uit de film wordt een oog ingesneden met een scheermes.
De film ging in 1929 in première in de Studio des Ursulines. Toen de film op 1 oktober van dat jaar vertoond werd in de beroemde bioscoop Studio 28, brak er een schandaal uit. De klachten stroomden binnen bij de politie.
Nadat André Breton, de geestelijke vader van de surrealistische beweging, de film prees, werd Buñuel de officiële regisseur van de groep. Ook Dalí werd beroemd door het maken van deze film. Het was een echt voorbeeld van surrealisme bij films.
Bijna tachtig jaar na de première geldt Un chien andalou nog steeds als een van de hoogtepunten van het surrealisme. De film is een goed voorbeeld van de bij de surrealisten geliefde 'écriture automatique', resulterend in een nachtmerrieachtige droom vol schokkende, absurde en met symboliek beladen beelden: een scheermes doorklieft een oog, seminaristen trekken een piano voort met daarop rottende ezelkadavers.

Slide 36 - Tekstslide

Un chien Andalou is een surrealistische film van Luis Buñuel en Salvador Dalí.
Luis Buñuel en Salvador Dalí wilden een film maken die een aaneenschakeling was van de beelden die ze de nacht daarvoor hadden gedroomd. In een bekende scène uit de film wordt een oog ingesneden met een scheermes.
De film ging in 1929 in première in de Studio des Ursulines. Toen de film op 1 oktober van dat jaar vertoond werd in de beroemde bioscoop Studio 28, brak er een schandaal uit. De klachten stroomden binnen bij de politie.
Nadat André Breton, de geestelijke vader van de surrealistische beweging, de film prees, werd Buñuel de officiële regisseur van de groep. Ook Dalí werd beroemd door het maken van deze film. Het was een echt voorbeeld van surrealisme bij films.
Bijna tachtig jaar na de première geldt Un chien andalou nog steeds als een van de hoogtepunten van het surrealisme. De film is een goed voorbeeld van de bij de surrealisten geliefde 'écriture automatique', resulterend in een nachtmerrieachtige droom vol schokkende, absurde en met symboliek beladen beelden: een scheermes doorklieft een oog, seminaristen trekken een piano voort met daarop rottende ezelkadavers.

Slide 37 - Tekstslide

André Breton bedenkt de écriture automatique (automatisch schrijven), een manier om je onbewuste gevoelens te uiten door spontaan op te schrijven wat er in je opkomt. Typisch voor surrealistische teksten zijn de onverwachte woordcombinaties, waardoor bijzondere beelden ontstaan. Het resultaat doet vaak denken aan een droomwereld.
Surrealisten deden ook vaak collectieve spelletjes als het cadavre exquis: om de beurt een woord of een regel opschrijven zonder de bijdrage van de anderen te zien.
Cadavre exquis   Regelmatig werden woordspelen gedaan. Het meest bekende spel, waaraan door vijf personen kon worden deelgenomen, is de geschiedenis ingegaan als Le cadavre exquis. De deelnemers wilden hun fantasie laten prikkelen door zaken die buiten de realiteit lagen. Vandaar de term surrealisme voor deze manier van werken en denken.
 

Les cinq frères is een kort surrealistisch gedicht.
Vragen:
Waarom is dit een typisch surrealistisch gedicht?
Soupault maakt een serie woordcombinaties (olifanten met bretels) die onmogelijke beelden oproepen. Hij creëert daarmee een soort droomwerkelijkheid. De titel is raadselachtig en de laatste zin heeft een grappig effect.
Bestudeer de opbouw van het gedicht. Zit er een bepaalde regelmaat in? Wat kun je daaruit afleiden over de manier waarop het gemaakt is?
Als je kijkt naar de woordcombinaties in vers 1 t/m 5, zou je kunnen denken dat dit gedicht gemaakt is met behulp van écriture automatique of cadavre exquis. Maar de woordherhalingen (quand les...) en vooral het rijmschema (abacbc) verraden dat het gedicht wel degelijk bewust geconstrueerd is.

Slide 38 - Tekstslide

Les cinq frères is een kort surrealistisch gedicht.
Vragen:
Waarom is dit een typisch surrealistisch gedicht?
Soupault maakt een serie woordcombinaties (olifanten met bretels) die onmogelijke beelden oproepen. Hij creëert daarmee een soort droomwerkelijkheid. De titel is raadselachtig en de laatste zin heeft een grappig effect.
Bestudeer de opbouw van het gedicht. Zit er een bepaalde regelmaat in? Wat kun je daaruit afleiden over de manier waarop het gemaakt is?
Als je kijkt naar de woordcombinaties in vers 1 t/m 5, zou je kunnen denken dat dit gedicht gemaakt is met behulp van écriture automatique of cadavre exquis. Maar de woordherhalingen (quand les...) en vooral het rijmschema (abacbc) verraden dat het gedicht wel degelijk bewust geconstrueerd is.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Breton zag in de eerder beschreven methoden om spontaan te schrijven onmiddellijk mogelijkheden voor de beeldende kunst. Diverse malen maakte hij samen met beeldende kunstenaars tekeningen volgens het zelfde systeem als "Le cadavre exquis".  Maar los van de mogelijkheden die deze gezamenlijke spelletjes boden, zag Breton voor schilders een oneindig braakliggend terrein in het weergeven van de droomwereld. Ook de door hem toegepaste methode van automatisch schrijven moest naar zijn mening om te zetten zijn in een proces waarbij de kunstenaar zijn pen of penseel beweegt zonder er bewust richting aan te geven.   

Slide 40 - Tekstslide

Breton zag in de eerder beschreven methoden om spontaan te schrijven onmiddellijk mogelijkheden voor de beeldende kunst. Diverse malen maakte hij samen met beeldende kunstenaars tekeningen volgens het zelfde systeem als "Le cadavre exquis".  Maar los van de mogelijkheden die deze gezamenlijke spelletjes boden, zag Breton voor schilders een oneindig braakliggend terrein in het weergeven van de droomwereld. Ook de door hem toegepaste methode van automatisch schrijven moest naar zijn mening om te zetten zijn in een proces waarbij de kunstenaar zijn pen of penseel beweegt zonder er bewust richting aan te geven.