fin de siecle

fin de siecle
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

fin de siecle

Slide 1 - Tekstslide

Les faits
• 1871: Begin van la TroisièmeRépublique met als eerste president Adolphe Thiers.
• 1878: Eerste pleinen en lanen in Parijselektrisch verlicht.
• 1879: Eerste telefoonlijnen in Parijs.
• 1889: Wereldtentoonstelling in Parijs: LaTour Eiffel.
• 1891: Eerste automobiles geproduceerdin Frankrijk door Panhard & Levassor enin hetzelfde jaar door Armand Peugeot.
• 1895: Eerste bioscoopvoorstelling inParijs door de gebroeders Lumière methun cinématographe.






Bron : Libre Service

Slide 2 - Tekstslide

la littérature
• Les poètes maudits, de gedoemdedichters, beschouwden zichzelf als‘zieners’ die hoog boven de gemiddeldemens verheven waren. Zij waren deenigen die ‘symbolen’ zagen van eenvage, mysterieuze, andere werkelijkheid.Daarom wordt hun beweging het symbolisme genoemd. De Engelse term spleen werd door hen gebruikt om een sterk gevoel van zich niet thuis voelen in de wereld aan te duiden.
• Charles Baudelaire zette met zijn eerstebundel Les Fleurs du Mal (1857) degangbare opvattingen over schoonheidop hun kop. Hij bezong de schoonheidvan het kwaad, de dood en eenlosbandig leven.
• Paul Verlaine is de dichter van demelancholie, de spleen. De meeste van zijn gedichten zijn eenvoudig, ritmisch en muzikaal, zoals in Fêtes galantes (1869) en Sagesse (1881).
• Arthur Rimbaud begon te schrijven toen hij vijftien jaar was. Op zijn zestiende kwam hij naar Parijs, waar hij een stormachtige relatie kreeg met Verlaine. Zijn bundels Une saison en enfer (1873)en Illuminations (1885) hadden veel
invloed, onder andere in de popmuziek.
• In 1897 ging het toneelstuk Cyrano de Bergerac van Edmond Rostandin première. Het is nog steeds een
kassucces.́                                                              BRON : Libre SERVICE

Slide 3 - Tekstslide

La société
In de loop van de 19e eeuw werden talloze uitvindingenop grote schaal toegepast. 
=>  spoorwegnetenorm uitgebreid 
=> de stoommachine voorverschillende doeleinden  
=> men kon  sterk staal te maken, zodat er grote stalen schepengebouwd konden worden. 
=> opkomst andere energiebronnen ( De straatverlichting brandde gas)  ende eerste problemen in de toepassing van elektriciteitwerden overwonnen. 
=>de telefoon; in 1890 telde Frankrijk 10.000abonnees.
=>  Vervolgens de auto. In 1889 begon Panhard& Levassor auto’s in serie te produceren en nam ookArmand Peugeot de automobile in productie. In 1898 zou Louis Renault volgen. 
=> de filmT; In Frankrijk vertoonden Auguste en Louis Lumière metde cinématographe in 1895 hun eerste film, La sortiedes usines Lumière. In hetzelfde jaar verzorgden zij deeerste openbare bioscoopvoorstelling in Parijs.Frankrijk was inmiddels een groot koloniaal rijk geworden met veel koloniën in Afrika, zoals Algerije,Tunesië, Congo, Senegal, Ivoorkust en Nigeria. DeFranse taal werd nog steeds geleerd en gesproken doorde betere klassen over de hele wereld. Het Frans wasnatuurlijk ook de officiële taal in de koloniën.Tegen het einde van de 19e eeuw had de adel inFrankrijk als sociale klasse aan macht ingeboet. Deburgerij zat nu stevig in het zadel. 
van het kapitalisme was er een klasse van rijke burgers
ontstaan. Maar er heerste angst voor de alsmaar
groter wordende arbeidersklasse, die zich steeds meer
verenigde in socialistische bewegingen. Dit veroorzaakte
doemdenken bij de verzwakte adel en bij de gegoede
burgers die het socialisme vreesden. Het doemdenken
is typerend voor wat men het fin de siècle is gaan
noemen.
De burgerlijke normen en waarden waren erg streng
voor vrouwen. Zij moesten deugdzaam, gehoorzaam en
goed kerkelijk zijn. Veel heren daarentegen leidden een
dubbelleven. Ze hielden er een maîtresse (van lagere
stand) op na of beleefden allerlei pleziertjes met meisjes
tegen betaling.
Jonge kunstenaars keerden zich af van de eigentijdse
sociale werkelijkheid. Ze gedroegen zich – naar
burgerlijke maatstaven – als insolites, zonderlingen. Via
de kunst zochten ze een diepere zin van het leven. Die
diepere betekenis was niet gemakkelijk te vinden. Je
moest de tekenen ervan zien te ontdekken. Die tekenen
waren symbolen voor iets hogers, iets mysterieus. De
kunst aan het einde van de 19e eeuw wordt dan ook
symbolisme genoemd. Om de symbolen van ‘het
hogere’ te zien, maakten kunstenaars graag gebruik
van geestverruimende middelen (opium) en alcohol.
Het alcoholgebruik was overigens niet alleen onder
kunstenaars wijdverbreid. Vooral de vrij schadelijke
absint was heel populair.
Affiche van Henri Brispot voor de n
cinématographe Lumière
Schilderij Des caresses van Fernand Khnopff ń

Slide 4 - Tekstslide

La société
Dankzij het systeem van het kapitalisme was er een klasse van rijke burgersontstaan. Maar er heerste angst voor de alsmaar
groter wordende arbeidersklasse, die zich steeds meerverenigde in socialistische bewegingen. Dit veroorzaakte
doemdenken bij de verzwakte adel en bij de gegoedeburgers die het socialisme vreesden. Het doemdenken
is typerend voor wat men het fin de siècle is gaannoemen.
De burgerlijke normen en waarden waren erg strengvoor vrouwen. Zij moesten deugdzaam, gehoorzaam engoed kerkelijk zijn. Veel heren daarentegen leidden eendubbelleven. Ze hielden er een maîtresse (van lagerestand) op na of beleefden allerlei pleziertjes met meisjestegen betaling.Jonge kunstenaars keerden zich af van de eigentijdsesociale werkelijkheid. Ze gedroegen zich – naarburgerlijke maatstaven – als insolites, zonderlingen. Viade kunst zochten ze een diepere zin van het leven. Die
diepere betekenis was niet gemakkelijk te vinden. Jemoest de tekenen ervan zien te ontdekken. Die tekenenwaren symbolen voor iets hogers, iets mysterieus. De kunst aan het einde van de 19e eeuw wordt dan ooksymbolisme genoemd. Om de symbolen van ‘hethogere’ te zien, maakten kunstenaars graag gebruikvan geestverruimende middelen (opium) en alcohol.
Het alcoholgebruik was overigens niet alleen onderkunstenaars wijdverbreid. Vooral de vrij schadelijkeabsint was heel populair.


Slide 5 - Tekstslide

 la littérature 
In de literatuur zocht deze generatie haar heil vooral in poëzie. De jonge dichters beschouwden zichzelf als ‘zieners’
die hoog boven de gemiddelde mens verheven waren. Zij voelden contact met een vage, mysterieuze, andere werkelijkheid. Via de dichtkunst probeerden ze een ideale wereld te bereiken. Charles Baudelaire gaf als eersteaan dat er in de wereld symbolen waren van deze ideale wereld. De kunstenaar kon die symbolen herkennen. Hij zag
verbanden die anderen niet zagen, bijvoorbeeld tussen de verschillende zintuigen: een geur roept een klank op, een
klank roept een beeld op. Dit zijn zogenaamde horizontaleverbanden. De kunstenaar zag ook verticale verbanden:
beelden, klanken en geuren die rechtstreeks naar ‘hethogere’ verwezen. Door deze gave voelden de dichters zich outcasts. Ze
voelden zich niet thuis in de wereld. Dit omschreven ze metde Engelse term spleen. Ze bedoelden er een vaag, maar
sterk gevoel van heimwee mee. Men noemde deze dichters les poètes maudits, de ‘vervloekte dichters’, dichters die maatschappelijk onaangepast waren. De dichters zelf vonden die benaming wel passend, want ze voelden zichzelf ook maudits, maar dan in de betekenis van ‘gedoemd’: gedoemd om dichter te zijn. Charles Baudelaire (1821 – 1867) zette met zijn eerste
bundel Les Fleurs du Mal (1857) de gangbare regels van de esthetiek op hun kop. Hij bezong de schoonheid van het
kwaad, de schoonheid van de dood en de schoonheid vaneen losbandig leven. Hij schreef: ‘Je m’ennuie en France,
surtout parce que tout le monde y ressemble à Voltaire. (...) Voltaire, comme tous les paresseux, haïssait le mystère.’

Voltaire lijkt. (...) Net als alle luilakken haatte Voltaire het
mysterie.) S1
Paul Verlaine (1844 –1896) is de dichter van de melancholie,
de spleen. De meeste van zijn gedichten zijn eenvoudig,
ritmisch en muzikaal. Vandaar het blijvende succes van zijn
bundels Fêtes galantes (1869) en Sagesse (1881). S1 S4
Arthur Rimbaud (1854 – 1891) begon met schrijven toen hij
vijftien jaar was. Op zijn zestiende ging hij naar Parijs, waar
hij Verlaine ontmoette. Deze verliet voor hem zijn vrouw en
ze kregen een stormachtige relatie, die hen onder andere
naar Brussel voerde. Daar kwam het tot een climax: Verlaine
schoot op zijn jonge vriend en belandde enige tijd in de
gevangenis. Rimbaud, 21 jaar oud, zou nooit meer dichten.
Zijn bundels Une saison en enfer (1873) en Illuminations
(uitgave verzorgd door Verlaine in 1885) hebben veel
invloed gehad, onder andere in de popmuziek. S1 S4
Zoals vaker in de literaire geschiedenis waren er ook
schrijvers die wel in hun tijd pasten, maar niet echt in een
‘stroming’ thuishoorden. Eind 19e eeuw was Edmond
Rostand (1868 – 1918) zo’n schrijver. In 1897 ging zijn
toneelstuk Cyrano de Bergerac in première. Het was e

Slide 6 - Tekstslide

 la littérature 
Voltaire lijkt. (...) Net als alle luilakken haatte Voltaire hetmysterie.) 

Paul Verlaine (1844 –1896) is de dichter van de melancholie, de spleen. De meeste van zijn gedichten zijn eenvoudig,
ritmisch en muzikaal. Vandaar het blijvende succes van zijn bundels Fêtes galantes (1869) en Sagesse (1881). S1 S4

Arthur Rimbaud (1854 – 1891) begon met schrijven toen hij vijftien jaar was. Op zijn zestiende ging hij naar Parijs, waar
hij Verlaine ontmoette. Deze verliet voor hem zijn vrouw enze kregen een stormachtige relatie, die hen onder andere
 naar Brussel voerde. Daar kwam het tot een climax: Verlaine schoot op zijn jonge vriend en belandde enige tijd in de
gevangenis. Rimbaud, 21 jaar oud, zou nooit meer dichten. Zijn bundels Une saison en enfer (1873) en Illuminations
(uitgave verzorgd door Verlaine in 1885) hebben veel invloed gehad, onder andere in de popmuziek. 

Zoals vaker in de literaire geschiedenis waren er ookschrijvers die wel in hun tijd pasten, maar niet echt in een stroming’ thuishoorden. Eind 19e eeuw was Edmond Rostand (1868 – 1918) zo’n schrijver. In 1897 ging zijn
toneelstuk Cyrano de Bergerac in première. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Le contexte historique
  • situeert zich in La Belle Époque (1875-1914)

==> periode van geloof in progressie dankzij techniek

==> wereldtentoonstellingen in Parijs, constructie van La tour Eiffel ( 1889)

==> periode van optimisme

==> periode van nieuwe inzichten en experminten en verzet tegen het conventionele


Le symbolisme 
  •  tijdens 'La Belle Époque' (1875-1914)
  • periode van geloof in progressie dankzij techniek
  •  wereldtentoonstellingen in Parijs, constructie van La tour Eiffel ( 1889) dankzij de uitvinding van sterk staal!
Door deze uitvinding konden makkelijker grote stalen schepen gebouwd--> reizen werd veel makkelijker.
  •  periode van optimisme
  •  periode van nieuwe inzichten en experimenten en verzet tegen het conventionele/ het gewone.



Slide 10 - Tekstslide

  • Via de dichtkunst probeerden dichters/ schrijvers de ideale wereld te bereiken.
  • belangrijke dichters:
  • Charles Baudelaire
  • Paul Verlaine *
  • Arthur Rimbaud *
  • Zij zagen verbanden tussen beelden, klanken en geuren die rechtstreeks naar 'het hogere' verwezen--> zij voelden zich 'outcasts', niet thuis in deze wereld. Dit omschreven zij met de term Spleen (= een vaag, sterk gevoel van heimwee, melancholie).

Slide 11 - Tekstslide

Charles Baudelaire 1821-1867 
  •  eerste moderne dichter. Hij is één van de belangrijkste dichters van de XIX-e eeuw, een eerste decadent, symbolist en een inspiratie voor de surréalisten.
  • Baudelaire heeft geen fijne jeugd, zijn vader sterft als hij vijf jaar oud is en zijn moeder (een wees die veel armoede heeft gekend in haar jeugd) hertrouwt met Generaal Aupick (en komt zo in een soort krijgsadel terecht).Vanaf zijn tiende gaat Charles zijn stiefvader haten. Charles wil letteren gaan studeren, Aupick wil dat hij het leger in gaat, een compromis wordt een rechtenstudie in Parijs. Hij leidt een losbandig leven in Parijs en hij legt ook zijn literaire contacten. Aupick stuurt Charles op reis (op een boot naar Indië) zodat Charles niet meer blootgesteld wordt aan de verderfelijke invloed van Parijs. 
  • Deze reis verandert het leven van de gevoelige sombere student.
  • Zijn gedichtenbundel ‘les Fleurs du Mal’ (1857) werd gecensureerd en Baudelaire werd vervolgd wegens schending van de zeden. 6 gedichten mochten niet meer gepubliceerd worden. Pas in 1949 (!) wordt dit verbod opgeheven.
  • Charles werkt ondertussen verder aan vertalingen van Edgar Allan Poe, bedenkt een nieuwe dichtvorm; het prozagedicht (1857-64) en schrijft zijn ervaringen met hash op in ‘Les paradis artificiels’.
In het werk van Baudelaire is de schrijver ook een ‘visionnaire’ maar de hij ziet de lezer ook als ‘ hypocrite lecteur, mon semblable, mon frère’.
Hij beschrijft de schoonheid van de liefde en erotiek maar ook de lelijkheid en het kwaad.
Baudelaire hield van de zelfkant van de maatschappij. HIj wordt gezien als eerste ‘moderne’dichter en vindt schoonheid in het moderne (stads)leven. Zijn werk PEINTRE DE LA VIE MODERNE getuigt hiervan.
Het werk van Baudelaire wordt modern, symbolistisch en zelfs (pre)surrealistisch genoemd.


Slide 12 - Tekstslide

Charles Baudelaire : Les fleurs du mal
  • zette de gangbare regels op zijn kop
  • bezong de schoonheid van het kwaad
  • de schoonheid van de dood
  • de schoonheid van een losbandig leven
  • hij denkt dat ieder zowel het goede als het kwaad in zich heeft. in 'Les fleurs du mal' laat hij vooral het laatste zien. In zijn gedicht L'albatros verwijst Baudelaire naar de situatie waarin hij leeft. Hij voelt zich een outsider en leeft een armoedig bestaan vol drank, drugs en criminialiteit.
  1. Wat weet je van een albatros? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat voor indruk maakt de albatros als hij gevangen is door de bemanning van het schip? (strofe 2)

Slide 15 - Open vraag

Hoe reageert de bemanning daarop (strofe 3)?

Slide 16 - Open vraag

Baudelaire geeft de albatros twee 'koninklijke' titels, die ook op de dichter van toepassing zijn. Welke? (2 antwoorden zijn goed)
A
oiseaux des mers
B
rois de l'azur
C
prince des nuées
D
compagnons de voyage

Slide 17 - Quizvraag

In welke strofe zegt Baudelaire duidelijk dat de dichter op de albatros lijkt?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

leg uit waarom de dichter op de albatros lijkt

Slide 19 - Open vraag

leg uit dat dit gedicht in het symbolisme past.

Slide 20 - Open vraag

le symbolisme
De kunstenaar probeert het ‘onzegbare’ uit te drukken middels eigen symboliek en metaforen uit de zichtbare wereld.
Symbolisten vinden het moeilijk te leven in een alledaagse werkelijkheid en worden vaak ‘poètes maudits’ genoemd (vervloekte dichters). Charles Baudelaire (zie slides uit XIX) wordt gezien als één van de eerste symbolisten vanwege zijn excentrieke rebelse natuur ; drugs, hoeren en de zelfkant van de maatschappij. Verboden gedichten en scherpe thema’s.

Paul Verlaine (1844-1896) en Arthur Rimbaud (1854-1891) (een stelletje) zijn vertegenwoordigers van het Symbolisme in Frankrijk. Paul Verlaine verlaat zijn rechtenstudie voor literatuur en zijn vrouw voor Arthur.
Hij komt in de gevangenis omdat hij Arthur heeft beschoten in een beschonken bui. Rimbaud schrijft na 1864 geen gedicht meer en Verlaine lijdt een tragisch leven en sterft arm en eenzaam.

Slide 21 - Tekstslide

caractéristiques littéraires du symbolisme 

Symbool

==> een manier van de dichter om een link te leggen tussen 'het hogere' en het zichtbare

Het mysterie

==> de dichter als 'ziener'/ profeet die d.m.v. symbolen toegang geeft/vertelt over dingen van een 'hogere orde'.


Slide 22 - Tekstslide

caractéristiques littéraires du symbolisme 

Correspondances

==> alles houdt verband met elkaar, zintuiguigelijke waarnemingen vermengen zich (beelden, klanken, geuren).

Le vers libre

==> geen vaste vormregels meer, maar vrije vers. (gedicht in proza) Geen vaste rijmvorm, soms geen interpunctie, grote aandacht voor klanken! (muzikaliteit) d.m.v bijv. het metrum


Slide 23 - Tekstslide

Les poètes Maudits
Rimbaud et Verlaine
  • voelen zich onbegrepen door de 
  • maatschappij
onwil/onvermogen zich aan te passen 
aan de heersende waarden en normen
  • antiburgerlijk
  • leven in hun eigen werkelijkheid
  • lees op de volgende slide 'le dormeur du val'

Slide 24 - Tekstslide

Tekst

Slide 25 - Tekstslide

Is 'le dormeur du val' geschreven volgens de klassieke regels, als sonnet of ontbreken de vaste vormregels
Een klassiek sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels en met de volgende structuur: eerst twee kwatrijnen en daarna twee terzinen. 
Het rijmschema kan variëren, maar veel voorkomende rijmschema's zijn
abba abba cdc cdc
abba abba cde cde

A
sonnet
B
vaste vormregels ontbreken

Slide 26 - Quizvraag

kijk eens naar het rijmschema. wat is het juiste schema?
A
aabb aabb cdc cdc
B
abab cdcd eef ggf
C
abba abba cde cde
D
abba bccd eff eff

Slide 27 - Quizvraag

Tekst

Slide 28 - Tekstslide

Noteer woorden en zinsdelen die het personage beschrijven in strofen 1,2,3. Je mag een woordenboek gebruiken.

Slide 29 - Open vraag

welk contrast merk je op tussen de beschrijvingen van het personage en de natuur?

Slide 30 - Open vraag

Welke verrassende informatie wordt onthuld in het laatste vers?

Slide 31 - Open vraag

Welk gevoel maakt dit einde bij jou los? wil je nu ook nog een keer het gedicht lezen?

Slide 32 - Open vraag

een personificatie is een vorm van een metafoor waarbij niet menselijke abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen toegeschreven. Welke 2 zitten in dit gedicht?
A
une rivière/ la nature
B
bouche/ la nature
C
la lumière/une rivière
D
Nature/ bouche

Slide 33 - Quizvraag

Wat wil de dichter van 'le dormeur du val'volgens jou aan de kaak stellen?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide

Le symbolisme
  • eind 19e eeuw
  • stroming in kunst, muziek en literatuur
  • oorsprong in Frankrijk, verspreidt zich ook over andere landen
  • Literatuur--> vooral poëzie --> jonge dichters beschouwden zichzelf als 'zieners' die hoog boven de gemiddelde mens verheven waren.
Le symbolisme: 
  • stroming in kunst, muziek en literatuur
  • oorsprong in Frankrijk, verspreidt zich ook over andere landen
  • Literatuur--> vooral poëzie --> jonge dichters beschouwden zichzelf als 'zieners' die hoog boven de gemiddelde mens verheven waren.
  • *zij voelden contact met een vage, mysterieuze, andere werkelijkheid!

Slide 36 - Tekstslide