B1-K2 Roulatiesysteem en Competitiesysteem

B1-K2 Roulatiesysteem en Competitiesysteem
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

B1-K2 Roulatiesysteem en Competitiesysteem

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van het poulesysteem?

Slide 4 - Woordweb

Roulatiesysteem
Roulatiesysteem
Systeem waarbij deelnemers rouleren (verschuiven) in diverse spel- of vaardigheidsvormen. 
Dit kan met- of tegen elkaar.

Slide 5 - Tekstslide

 Teams / spelers starten op willekeurig veld
 
Na elke speelronde:
Verliezers schuiven op (naar bijvoorbeeld links)
Winnaar schuiven op (naar bijvoorbeeld rechts)

Move-up Move-down 
Vakopschuifsysteem
Teams / spelers spelen tegen elkaar
Na elke ronde schuiven alle teams één plek op
Oneven nummers naar links
Even nummers naar rechts

Slide 6 - Tekstslide

Teken de volgende
ronde volgens het
vakopschuifsysteem

Slide 7 - Open vraag

Competitie systeem
  • Gebruik je bij een groot aantal teams
  • Meerdere wedstrijddagen
  • Meestal één bepaalde sport / activiteit
  • 2 verschillende systemen:
Halve competitie: elk team speelt 1x tegen elkaar
Hele competitie: elk team speelt 2x tegen elkaar (uit en thuis)

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel wedstrijden speel je per competitie?

Slide 9 - Tekstslide

Hele competitie


Halve competitie
Aantal teams x (aantal teams - 1) =
(Aantal teams x (aantal teams - 1))/ 2 =

Slide 10 - Tekstslide




Hele competitie



Halve competitie
Voorbeeld:
14 teams in een competitie
Hoeveel wedstrijden speel je?
14 x (14 -1 ) =
14 x 13 = 182 wedstrijden
(14 x (14 -1 )) / 2 =
(14 x 13) / 2 = 
182 / 2 = 91

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel wedstrijden ?
10 teams - hele competitie

Slide 12 - Open vraag

Hoe veel wedstrijden?
25 teams - halve competitie

Slide 13 - Open vraag

Wanneer je het aantal wedstrijden hebt bepaald, kan je berekenen hoeveel rondes je nodig hebt. Op 1 zaterdag in de competities kunnen namelijk meerdere wedstrijden plaatsvinden. Er zijn meerdere velden beschikbaar.

Aantal rondes bepalen
Aantal rondes = 
aantal wedstrijden / aantal beschikbare velden

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld:
10 teams - hele competitie - 6 velden
Hoeveel rondes?
Aantal rondes = aantal wedstrijden / aantal velden
Aantal rondes = 10 x (10-1) / 6 
(10 x 9) / 6=
90 / 6 = 15 rondes




Slide 15 - Tekstslide

Maak de opdrachten in teams 

Slide 16 - Tekstslide