4V Economie par.1.1 2

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,-
Brood € 0,80                                  € 1,28    
Melk € 1,20                                      € 1,92   

Ben je er economisch gezien op vooruit gegaan?
Gebruik berekeningen om je antwoord te onderbouwen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,-
Brood € 0,80                                  € 1,28    
Melk € 1,20                                      € 1,92   

Ben je er economisch gezien op vooruit gegaan?
Gebruik berekeningen om je antwoord te onderbouwen

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,- ( + 80% )
Brood € 0,80                                  € 1,28 ( + 60% )   
Melk € 1,20                                      € 1,92 ( + 60% )

Ja, het inkomen is procentueel meer gestegen dan de prijzen  


Slide 2 - Tekstslide

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,-
Brood € 0,80                                  € 1,28    
Melk € 1,20                                      € 1,92   

2000 / 2 = 1.000
3600 / 3,20 = 1.125

Slide 3 - Tekstslide

waarde geld?
Nominale waarde <--------------> Reele waarde, koopkracht             
salaris + 80%                                      1125 stuks ipv 1000 stuks
                                           + 12,5%

Slide 4 - Tekstslide

1.1 Koopkracht
- wat is koopkracht?
- koopkracht berekenen aan de hand van indexcijfers

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Welke getallen horen in welke vakken?
2019
2020
IC 
(2019 basisjaar)
nominaal inkomen
1.000
1.100
prijs kar boodschappen
80
86
koopkracht (in karren)
110,0
107,5
106,5
12,8
12,5
104,6
102,3
10,3

Slide 7 - Sleepvraag

Welke getallen horen in welke vakken?
2019
2020
IC 
(2019 basisjaar)
nominaal inkomen
1600
108
prijs kar boodschappen
200
110
koopkracht (in karren)
8
1481,48
99,2
98,2
12,7
181,82
8,15
182,86

Slide 8 - Sleepvraag

Welke getallen horen in welke vakken?
2019
2020
IC 
(2019 basisjaar)
nominaal inkomen
112
prijs kar boodschappen
118
koopkracht (in karren)
103,8
6
99,2
106
94,0
105,4
94,9
107,8

Slide 9 - Sleepvraag

nominaal indexcijfer = NIC
prijs indexcijfer = PIC
reëel indexcijfer = RIC
koopkracht = rëeel inkomen (hoeveel producten kan ik met mijn nominale inkomen kopen?)
RIC geeft dus de ontwikkeling van koopkracht weer
Inflatie heeft invloed op het prijspeil

Slide 10 - Tekstslide


NIC
RIC = ------ x 100
PIC

Slide 11 - Tekstslide

RIC = NIC / PIC x 100

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Salaris + 80%
Prijspeil + 60%
Aantal stuks + 12,5%

RIC = 180 / 160 x 100 = 112,5
Dus koopkracht 12,5% gestegen

Slide 13 - Tekstslide

105,3
102,8
103,1
97,1
105,6
101,9
97
103

Slide 14 - Sleepvraag

Hw.
Opgave 1.4

Slide 15 - Tekstslide