3V Economie par. 2.5

2.22a1
A
(2425 - 1664) / 1664 x 100
B
(1664 - 2425) / 2425 x 100
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.22a1
A
(2425 - 1664) / 1664 x 100
B
(1664 - 2425) / 2425 x 100

Slide 1 - Quizvraag

2.22b
A
2.134 / 80 x 100
B
2.134 / 100 x 80

Slide 2 - Quizvraag

2.22def
Iemand met een hoger inkomen betaalt in Nederland een ... percentage belasting
A
lager
B
hoger

Slide 3 - Quizvraag

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,-
Brood € 0,80                                  € 1,28    
Melk € 1,20                                      € 1,92   

Ben je er economisch gezien op vooruit gegaan?
Gebruik berekeningen om je antwoord te onderbouwen

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,- ( + 80% )
Brood € 0,80                                  € 1,28 ( + 60% )   
Melk € 1,20                                      € 1,92 ( + 60% )

Ja, het inkomen is procentueel meer gestegen dan de prijzen  


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Salaris € 2.000,-                        € 3.600,-
Brood € 0,80                                  € 1,28    
Melk € 1,20                                      € 1,92   

2000 / 2 = 1.000
3600 / 3,20 = 1.125

Slide 6 - Tekstslide

waarde geld?
Nominale waarde <--------------> Reele waarde, koopkracht             
salaris + 80%                                      1125 stuks ipv 1000 stuks
                                           + 12,5%

Slide 7 - Tekstslide

Indexcijfers
             waarde jaar
Indexcijfer = -------------------- x 100
                waarde basisjaar

Indexcijfer basisjaar = 100

Slide 8 - Tekstslide

Indexcijfers

Indexcijfer loon = 3600 / 2000 x 100 = 180

Indexcijfer prijzen = 3,20 / 2,00 x 100 = 160

Slide 9 - Tekstslide

RIC = NIC / PIC x 100
nominaal indexcijfer = NIC
prijs indexcijfer = PIC
reëel indexcijfer = RIC
koopkracht = rëeel inkomen (hoeveel producten kan ik met mijn nominale inkomen kopen?)
RIC geeft dus de ontwikkeling van koopkracht weer
Inflatie heeft invloed op het prijspeil

Slide 10 - Tekstslide

RIC = NIC / PIC x 100
RIC = 180 / 160 x 100 = 112,5
Toename reële inkomen met 12,5%

toename reële inkomen = toename koopkracht 

Slide 11 - Tekstslide

RIC = NIC / PIC x 100

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hw.
Opgave 2.18 uit boek
Opgave 1 verdiepingsboekje

Slide 15 - Tekstslide