Autumn (Fall)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

AUTUMN (fall)

Slide 2 - Tekstslide

AUTUMN

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Wat betekent het woord ACORN?
A
eekhoorn
B
eikel
C
walnoot
D
kastanje

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het woord BLUSTERY?
A
sterke winden
B
storm
C
regenachtig

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent het woord BONFIRE?
A
kil
B
mist
C
oogst
D
kampvuur

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent het woord BREEZY?
A
bezem
B
ademen
C
winderig
D
regenachtig

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent het woord CHESTNUT?
A
kastanje
B
roodborstje
C
appelboom
D
boomgaard

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het woord COBWEB?
A
knus
B
houten huisje
C
spinnenweb
D
pompoen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord COSY?
A
jas
B
knus
C
koekjes
D
neus

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het woord DECIDUOUS?
A
beslissing nemen
B
bladverliezend
C
knus
D
ingewikkeld

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het woord EARMUFFS?
A
muffe geur
B
oordopjes
C
oorwarmers
D
muffins

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent het woord EQUINNOX?
A
gelijkheid
B
evenveel dag als nacht in een dag
C
eekhoorn

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Wat betekent het woord FALLING LEAVES?
A
verwijderen
B
weg gaan
C
vallende bladeren

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent het woord FOG?
A
kikker
B
mist

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent het woord FROST?
A
vorst
B
bevroren

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het woord GLOVES?
A
gleuven
B
handschoenen

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent het woord HARVEST?
A
herfst
B
oogst

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent het woord HAT?
A
muts
B
hoed
C
capuchon

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekent het woord JUMPER?
A
springer
B
trui
C
dansen

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het woord MIGRATION?
A
trek/migratie
B
overwintering
C
winterslaap

Slide 23 - Quizvraag

Wat betekent het woord ORCHARD?
A
boomgaard
B
oorwarmers
C
appelboom

Slide 24 - Quizvraag

Wat betekent het woord PINE CONE?
A
ijshoorntje
B
dennenappel

Slide 25 - Quizvraag

Wat betekent het woord RAKE?
A
stank
B
hark

Slide 26 - Quizvraag

Wat betekent het woord ROBIN?
A
roodborstje
B
hulpje

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent het woord SCARECROW?
A
bangerik
B
papegaai
C
kraai

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Link