Blok 1 Les 2 Schrijven

Welkom allemaal!
Hebben jullie een fijne vakantie gehad?



PV =        OW =        WWG = 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Hebben jullie een fijne vakantie gehad?



PV =        OW =        WWG = 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Voor de vakantie...
  • Schrijfopdracht afmaken 

Slide 2 - Tekstslide

Voor de vakantie...

  • Toets ingepland: ma 1-11-2021. 
  • Begonnen met de schrijfopdracht.
  • Informeel schrijven
  • Formeel schrijven

Slide 3 - Tekstslide

Schrijfopdracht afmaken
Waar ging de schrijfopdracht ook alweer over?

Slide 4 - Tekstslide

Informeel schrijven

Als je informeel aan het schrijven bent dan...
  • Kan je aanhef bijvoorbeeld 'beste', 'lieve', 'dag' of 'hallo' zijn.
  • Je toon is persoonlijk.
  • Je kent de persoons aan wie je schrijft.
  • Je sluit af met 'Groetjes,' of 'Hartelijke groeten,' of 'Liefs,'.

Slide 5 - Tekstslide

Formeel schrijven
Als je formeel aan het schrijven bent dan...
  • Je schrijft zakelijk.
  • Er is 1 aanhef: 'Geachte'
  • Je toon is beleefd en professioneel.
  • De aanspreekvorm is 'u'.
  • Je kent de persoons aan wie je schrijft niet.
  • Je vertelt alleen duidelijke en relevante informatie.
  • Je sluit af met 'Met vriendelijke groet,' of 'Hoogachtend,'.

Slide 6 - Tekstslide

De schrijfopdracht
Je gaat een formele en een informele e-mail schrijven.

Hoe ga je dat doen? 
Je krijgt de opdracht in drie stappen.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1: zoek een bericht
Zoek in een artikel of nieuwsbericht op wat bij jou gevoelens oproept. 

  • Dit kunnen verschillende gevoelens zijn.
  • Je kunt boos worden van een bericht.
  • Je kunt blij worden van een bericht.
  • Je kunt bang worden van een bericht.
  • Je kunt verdrietig worden van een bericht.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2: informele mail
Je gaat over het nieuwsbericht een mailtje schrijven aan jouw beste vriend(in) waarin je je gevoel over dat bericht uitdrukt. 



De opbouw van dat mailtje ziet er dan zo uit.

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw van je informele mail
In dat mailtje begin je met de onderwerpregel. Vervolgens schrijf je de aanhef voor je e-mail.

Daarna vertel je:
  • waar je het bericht hebt gevonden en wat de datum van dat bericht is.
  • kort waar het bericht over gaat.
  • welke emoties het bericht bij jou oproept en legt deze uit (minimaal 2).

Je sluit af met een slotzin en daaronder sluit je af met een slotgroet en je naam.

Gebruik de schrijfregel 1 tot en met 5 op bladzijde 335 (kaderboek) en 342 (basisboek).

Slide 10 - Tekstslide

Stap 3: schrijf een formele e-mail
De e-mail van stap 2 ga je herschrijven. Je richt je e-mail dan naar een volwassene die je niet kent. 

Deze persoon heet mevrouw Brinks.


De opbouw van dat mailtje ziet er dan zo uit.

Slide 11 - Tekstslide

Opbouw van je formele mail
In dat mailtje begin je met de onderwerpregel. Vervolgens schrijf je de aanhef voor je e-mail.

Daarna vertel je:
  • waar je het bericht hebt gevonden en wat de datum van dat bericht is.
  • kort waar het bericht over gaat.
  • welke emoties het bericht bij jou oproept en legt deze uit (minimaal 2).

Je sluit af met een slotzin en daaronder sluit je af met een slotgroet en je naam. Gebruik de schrijfregel 1 tot en met 5 op bladzijde 335 (kaderboek) en 342 (basisboek).

Ben je klaar? Ga de controle vragen op bladzijde 46 (kader) of bladzijde 50 (basis) na.

Slide 12 - Tekstslide

Klaar?
Lever het in op It's Learning.

Slide 13 - Tekstslide