Blok 1 Les 4 Lezen

Welkom!
Donderdag 14 oktober 2021
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Donderdag 14 oktober 2021

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Programma van vandaag

  • Voorlezen
  • Toets inplannen
  • Controle van je huiswerk
  • Nieuwe paragraaf
  • Opdracht maken

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zit je er bij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Controle van je huiswerk
Voor basis en kader opdracht 3 en 4 van Lezen.

YANICKID

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat informeel/formeel schrijven is.
Je weet wanneer je informeel/formeel schrijft.
Je kunt een artikel opzoeken dat bij jou een gevoel oproept.
Je kunt een formele e-mail schrijven.
Je kunt een informele e-mail schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Nieuwe paragraaf

Slide 7 - Tekstslide

Voorafgaand aan de opdracht
Moet je dit weten...

Slide 8 - Tekstslide

Informeel schrijven


Als je informeel aan het schrijven bent dan...
  • Kan je aanhef bijvoorbeeld 'beste', 'lieve', 'dag' of 'hallo' zijn.
  • Je toon is persoonlijk.
  • Je kent de persoons aan wie je schrijft.
  • Je sluit af met 'Groetjes,' of 'Hartelijke groeten,' of 'Liefs,'.



Slide 9 - Tekstslide

Formeel schrijven

Als je formeel aan het schrijven bent dan...
  • Je schrijft zakelijk.
  • Er is 1 aanhef: 'Geachte'
  • Je toon is beleefd en professioneel.
  • De aanspreekvorm is 'u'.
  • Je kent de persoons aan wie je schrijft niet.
  • Je vertelt alleen duidelijke en relevante informatie.
  • Je sluit af met 'Met vriendelijke groet,' of 'Hoogachtend,'.



Slide 10 - Tekstslide

Geachte meneer De Vries,
Informeel of formeel?

Slide 11 - Tekstslide

Beste Lieke Boeve,
Informeel of formeel?

Slide 12 - Tekstslide

Hallo Malieke,
Informeel of formeel?

Slide 13 - Tekstslide

Geachte mevrouw Brinks,
Informeel of formeel?

Slide 14 - Tekstslide

De schrijfopdracht

Je gaat een formele en een informele e-mail schrijven. Je krijgt een formulier waarop de opdracht staat.

Hoe ga je dat doen? 
Je krijgt de opdracht in drie stappen.

Slide 15 - Tekstslide

Stap 1: zoek een bericht
Zoek in een artikel of nieuwsbericht op wat bij jou gevoelens oproept. 

Dit kunnen verschillende gevoelens zijn.
  • Je kunt boos worden van een bericht.
  • Je kunt blij worden van een bericht.
  • Je kunt bang worden van een bericht.
  • Je kunt verdrietig worden van een bericht.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 2: informele e-mail
Je gaat over het nieuwsbericht een mailtje schrijven aan jouw beste vriend(in) waarin je je gevoel over dat bericht uitdrukt. 



De opbouw van dat mailtje ziet er dan zo uit.

Slide 17 - Tekstslide

Opbouw van je informele e-mail
In dat mailtje begin je met de onderwerpregel. Vervolgens schrijf je de aanhef voor je e-mail.

Daarna vertel je:
  • waar je het bericht hebt gevonden en wat de datum van dat bericht is.
  • kort waar het bericht over gaat.
  • welke emoties het bericht bij jou oproept en legt deze uit (minimaal 2).

Je sluit af met een slotzin en daaronder sluit je af met een slotgroet en je naam.

Gebruik de schrijfregel 1 tot en met 5 op bladzijde 335 (kaderboek) en 342 (basisboek).

Slide 18 - Tekstslide

Stap 3: formele e-mail
De e-mail van stap 2 ga je herschrijven. Je richt je e-mail dan naar een volwassene die je niet kent. Deze persoon heet mevrouw Brinks.


De opbouw van dat mailtje ziet er dan zo uit.

Slide 19 - Tekstslide

Opbouw van je formele e-mail
In dat mailtje begin je met de onderwerpregel. Vervolgens schrijf je de aanhef voor je e-mail.

Daarna vertel je:
  • waar je het bericht hebt gevonden en wat de datum van dat bericht is.
  • kort waar het bericht over gaat.
  • welke emoties het bericht bij jou oproept en legt deze uit (minimaal 2).

Je sluit af met een passende slotzin en daaronder sluit je af met een passende slotgroet en je naam. Gebruik de schrijfregel 1 tot en met 5 op bladzijde 335 (kaderboek) en 342 (basisboek).

Ben je klaar? Ga de controle vragen op bladzijde 46 (kader) of bladzijde 50 (basis) na.

Slide 20 - Tekstslide

Klaar?
Lever het in op It's Learning.

Slide 21 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Je zoekt een artikel op en schrijft daarover een formele en informele e-mail.
  • Je doet dit op je laptop.
  • Vraag je buurvrouw/buurman om hulp. Daarna de docent.
  • We gaan hier 30 minuten mee aan de slag.
  • Je hebt in ieder geval een artikel en een start gemaakt met een van de e-mails.
  • Lever het in op It's Learning. Ga daarna lekker lezen.

Slide 22 - Tekstslide

Terugblik
Je weet wat informeel/formeel schrijven is.
Je weet wanneer je informeel/formeel schrijft.
Je kunt een artikel opzoeken dat bij jou een gevoel oproept.
Je kunt een formele e-mail schrijven.
Je kunt een informele e-mail schrijven.

Slide 23 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 24 - Tekstslide